Trekpaard heeft tijd uitgediend Trouwe viervoeter verdwijnt uit de stad •T KLEINE KRANTSJE FRIESLAND. HIJ DOKTERDE AAN VELE KWAALTJES EN ER WAREN WEINIG BIJ, DIE HIJ NIET ONDER DE TEN NAAR HEM TOE. VOOR IEDER VAN HEN HAD HIJ WEL EEN PAAR KRUIDEN OF EEN PAAR DRANKJES. DE BROKSTUKKEN VAN HUN NIERSTENEN BIJ ZICH DROEGEN. EEN KEER HEEFT HIJ ZELFS EEN OUDE ES WAS HIJ EEN KWAKZALVER, DIE DRIEMAAL VEROORDEELD IS GEWEEST, VANWEGE HET ONBEVOEGD ijDMEN BIJ van Rinsumageest verdachte?" Zij antwoordde: „Nee, wie dat mar wier". Zij verdedigde de man, die haar van de zere knie afgeholpen heeft, met een zekere elo quentie, die men van een win kelierster niet had verwacht: „Naast God heb ik aan hem mijn beterschap te danken, met dit resultaat, dat ik God dank, dat Monsma er is en een zegen is voor Neder land!" Na nog meer getuigen a decharge te hebben gehoord, stelde de officier van justitie nuchter vast dat de wet was overtreden. Voor de eerste ten laste legging vroeg hij vrijspraak, maar voor de tweede een boete van f 300.- of 50 dagen hechtenis. Mr Pollema stelde, dat Mon sma over een buitengewone gave beschikt en legde er vooral de nadruk op, dat het .boertje uit Rinsumageest' niet zegt: ,Ik ben dokter', maar ,Ik ben boer'. Verder vroeg hij zich af, of deze man zich zelf aanbood te genezen. De mensen komen bij hem en hij niet bij de mensen. Hij stelde de rethorische vraag: Maakt Monsma er een winst gevend zaakje van? Tenslotte concludeerde de verdediger, dat Monsma een begaafd man was met een onbegrijpelijk vermogen tot genezing. De kantonrechter oordeelde ech ter, evenals de officier van justitie, dat de wet was over treden en vonniste 75.- boe te of 25 dagen hechtenis. Het vuur werd het boertje van -■Rinfeumageest al te ha aan de schenen gelegd. Hij zocht een oplossing om de justitie te omzeilen. Een rus tend arts een Indische dok ter volgde met hem het spreekuur. De wet liet dit echter evenmin toe. In 1932 het boertje was toen 64 jaar verhuisde de heer Monsma met zijn prak tijk naar Oudkerk. Zijn glo rietijd was achter de rug, maar hij had nog altijd veel klanten. Hij heeft nog zeven jaar in Oudkerk geleefd en gewerkt, voordat hij, die zo veel mensen had geholpen, vrij plotseling het tijdige met het eeuwige verwisselde. Hij stierf in het harnas. Eten hart aanval maakte een abrupt einde aan het leven van deze merkwaardige man, die zeer beslist een bijzondere gave had. Hij stierf op 14 december 1939. Van zijn 8 kinderen le ven er nu nog drie zoons en een dochter. Eén van hen heeft het vak van vader voortgezet in de vorm van een drogisterij in Leeuwar den. Moeder Monsma heeft de roem van haar man niet meer meegemaakt. Zij stierf in 1923, toen het Boertje van Rinsu mageest zich nog inderdaad boer kon noemen, omdat hij toen de boerderij nog had. Wie tegenwoordig letterlijk een paard voor de wagen spant, spant figuurlijk zijn paard achter de wagen. Tot deze conclusie moet men komen als men de ontwik keling van het paard in de stad op de keeper beschouwt. Het trekpaard in de stad heeft zijn tijd uitgediend. Zijn verschijning is een zeldzaamheid. „Je skrikke der bij na fan, as je 'n peerd siene", hoorden we een Leeuwarder zeggen. Het paard zal op zijn beurt tegenwoordig van de stad schrikken. Al die auto's met hun afschuwelijke benzinelucht! Er zijn er nog vijf, die tussen dat snelverkeer doorsukkelen. De heer K. van Wieren heeft nog drie paarden in bedrijf en het bedrijf van de heer G. Herder nog twee. terskwartier) heeft wel 20 paarden gehad. Na de oorlog liep dit aantal echter snel te rug tot 10 en het werden er steeds minder naarmate er meer auto's kwamen. Ten slotte bleven er twee paarden over voor het zogenaamde sleperswerk, waaronder klei ne ritten van en naar fabriek - station worden bedoeld. Toen de LPF naar Franeker ver trok was ook dit gebeurd, en dat betekende meteen het ein de van de „loopbaan" der paarden. December, twee jaar geleden, gingen ze de deur uit. De bestel- en afhaaldjenst J. W. Reen aan het Groot Scha- vernek deed voor twee jaar het werk ook nog altijd met Vervolg op pag. 9 Met de verdwijning van het paard uit het stadsbeeld is dan voor veel Leeuwarders weer een periode afgesloten, die hen steeds verder van het verleden afbrengt. De rustige hoefslag van het paard heeft definitief plaatsgemaakt voor het geluid van de fel accele- rende motoren. Vijf paarden tegen honderden auto's. Dat moet dit trekdier verliezen op alle terreinen. De heer van Wieren heeft echter nog altijd één terrein, waar het paard het wint van de ijzeren PK's, namelijk op het natte terrein. Dit is eigenlijk ook nog de enige reden, waarom de heer Van Wieren nog paarden in zijn bedrijf heeft. Op korte afstanden is een paard ook nog wel te gebrui ken, maar als je van de ene kant van de stad naar de an dere kant moet, doet de trou we maar logge Belg er veel te langzaam over. Het expeditiebedrijf G. Her der aan de Groningerstraat weg is eigenlijk de enige in de stad, die nog wel iets ziet in paarden. Daar staat ook nog geen tractor of auto op het erf om de paarden te ver vangen. Met de stalling heeft de heer Herder wiens be drijf bijna geheel buiten de stad ligt geen moeilijkhe den. De zoon van de heer Her der, die nu het bedrijf be heert is beslist nog niet van plan de paarden weg te doen. Vaak komen deze paarden niet in de stad, maar op deze manier kunnen de paarden in Leeuwarden nog wel eens lang te zien zijn. Maar veronderstel, dat ie mand uit gevoelsoverwegin gen de paarden wil houden in het vervoersbedrijf: Wat dar.? Hij zal zelf de leidsels in han den moeten nemen even als de heer Van Wieren want er is niemand, die met dit verkeer in de stad een paard wil mennen. Hij zal zelf 's morgens om een uur of vijf moeten opstaan om de beesten voordat ze op de weg komen van eten te voorzien. Hij zal ook zelf za terdags en zondags d,e bees ten de nodige verzorging moe ten geven. Een ander nadeel is dat de gemeente verbiedt paarden in de bebouwde kom te stallen. Ze moeten dus óf naar de Veestallen óf naar buiten Leeuwarden. Alleen al met het halen en brengen gaat een zee van tijd verloren. De auto zet je in de garage, sleuteltje omgedraaid en hij wacht zonder verdere voor zieningen tot de dag van mor gen. Het normale onderhoud is niet gebonden aan vaste uren en kan dus in de norma le werktijden geschieden, 's Morgens vroeg draai je de sleutel om en na een beetje hoesten en proesten, rijdt ie zonder verdere protesten de deur uit, zonder dat hij eerst behoeft te bekomen van zijn maaltijd, die bestaat uit enige tientallen liters olie of ben zine. Vlak na de oorlog heeft Leeu warden nog vele paarden ge kend. Elk transportbedrijf hield er wel een paar op na, want de auto's waren zeer schaars. Transportbedrijf fa A. Niemendal (aan het Rui- Het trekpaard wordt een zeldzame verschijning in de stad Ook de gemeentereiniging heeft vroeger veel met paarden gewerkt. Wie herinnert ze zich niet: de trouwe, zware Bel gen, die de aswagens door de straten trokken? Dit was zo'n trekpaard van de Reiniging. De fraai besnorde man, die hem bij het hoofdstel houdt, is de heer A. Tabemal. De heer Ta- bemal was de zadelmaker van de Reiniging. Hij is 94 gewor den en zal al z'n paarden ver hebben overleefd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1964 | | pagina 7