Stadgenoten in hun beroep Ons zoekplaatje Bel 2-0-3-0-2 De wandelende fakkel: zeven jaar gevangenisstraf PUZZELS EN PROBLEMEN 'T KLEINE KRANTSJE Wie zich nu abonneert, krijgt de nog in dit jaar verschijnende nummers van 't Kleine Krantsje U hebt er zo misschien geen voorstelling van, maar er gebéurt wat op de grenzen van stad en platteland! In Leeuwarden noord schieten straks weer een tweeduizend woningen de hoogte in: 2040, om precies te zijn. Maar vóór de cementmo- lens beginnen te malen, moeten de bouwvakkers de diepte in: stadgenoot J. Uiterdijk stond ver on der het maaiveld, toen onze fotograaf hem bij fir zijn heel wat goede oplos singen binnengekomen op het probleem van de vorige keer en. er waren heel wat verschillende oplossingen mogelijk! De simpelste kwam van de prijswinnaar, de heer J. J. Verhaar, Voorende, Gorssel. Hij schreef ons: „De heer Broekhuizen zal een van bei de broers een vraag moeten zijn graafwerk verraste. Hij rookte er heel huiselijk z'n pijpje bij, maar de huisvaders, die straks op deze plaats - maar dan tien, vijftien meter hoger! heerlijk bij de haard een pijp opsteken, mogen dan nog wel eens terug denken aan het heus niet zo plezierige werk van deze grondpioniers. Daar om ter ere van allen van daag dit plaatje van een van hen. stellen, waarvan hij zelf kan controleren of het antwoord juist is. Is het niet juist, dan zal hij de andere broer de weg moeten vragen, is het wel juist, dan heeft hij de „goeie" Bierenbroodspot voor. De heer Verhaar, die wij fe liciteren met zijn oplossing krijgt een boek thuisgestuurd. Nu het volgende probleem Er zitten drie terdoodveroor- deelden in een stikdonkere cel. Zij krijgen bezoek van de directeur van de gevange nis, die hen meedeelt, dat een van de drie gratie zal krijgen. Dat zal de snuggerste zijn. Maar wie is de snugger ste van de drie? Dat vist dc directeur wel uit. Hij heeft vier hoeden bij zich, drie zwarte en een witte en geeft de veroordeelden allen een hoed; de vierde hoed houdc hij zelf achter de rug. Nu neemt hij de mannen mee naar een verlichte kamer en laat ze in een rondje lopen. De gevangene, die nu het eerst zegt wat de kleur is van de hoed, die hij draagt, zal gratie krijgen. Hoe loopt dit gruwelijke spelletje af? Inzendingen voor woensdag 9 december naar 't Kleine Krantsje; voor de winnaar hebben we weer een boek. Nee beste speurders, het wa pentje van Leeuwarden kwam in geen enkele advertentie voor, maar dat hoefde toch ook niet? Dte juiste oplossing van het zoekplaatje van de vorige keer was dus: Foto: Leeuwarder Melk Inrichting (LMI), Wapentje: in geen en kele advertentie. Heel veel inzenders meldden het wapentje te hebben ge vonden in de kop van 't Klei ne Krantsje, waar inderdaad ook een wapen van Leeuwar den staat. Maar de kop van 't Krantsje is géén adverten tie hoor! De boekenbon van fl. 5.- ging naar de heer Hen- nie Herder, Insulindestraat 194 te Leeuwarden. Weer komen hier onze ge bruikelijke vragen: bij weike adverteerder in dit nummer Inzendingen voor woensdag 9 december naar 't Kleine Krantsje; de winnaar krijgt weer een boekenbon van vijf gulden. vervolg van pag. 7 Officier van Justitie onmid dellijk appèl te zullen aan tekenen. Ook de verdachte zelf besloot toen in hoger be roep te gaan en op 25 januari 1940 diende de zaak opnieuw, nu voor het gerechtshof te Leeuwarden. De Procureur Generaal had nu niet minder dan elf getui gen opgeroepen, die vrijwel allen voor de verdachte belas tende verklaringen aflegden De beide bewoonsters van het huis aan de Tuinen vertelden, dat ze toevallig op de mor gen van de brand vroeg wa ren opgestaan, omdat ze in de stad wilden profiteren van de uitverkoop: daardoor was de brand ook zo snel ontdekt. Beiden waren door de bran dende kamer naar buiten ge rend een andere mogelijk heid het perceel te verlaten zou er niet zijn geweest. De verdachte, die eerst wees op de mogelijkheid, dat de brand was ontstaan doordat er na het schrobben van de zaal in het gebouw op d,e vrij dag voor de brand water door de betimmering in het kistje met de ongebluste kalk was gekomen, voerde verder aan, dat d.e meisjes wel door een luik in de keuken hadden kunnen kruipen. Maar zowel deze dames als de getuigen Bouwstra en Glastra betoog den, dat niemand zich door dit luik had kunnen redden. Wie zich dus bij een felle brand in dat achterhuis be vindt, is ten dode opgeschre ven" concludeerde de presi dent. „En" zich wendend tot de verdachte„dat wist U, want U hebt er gewoond. Alles zou hebben kunnen af branden." „Dat had ik mij niet voorge steld" antwoordde de ver dachte. „In de Sünt Jacobsstraat is dat toch ook gebeurd. Daar is niets overgebleven" vervolg de de president. „Ook hier is een geweldig gevaar ont staan, zowel voor die meisjes als voor anderen." „Ik heb daar niet bij stilge staan het is verschrikke lijk" zei de verdachte. „Ik heb nooit aan die meisjes ge dacht". „Dat nam U dus op de koop toe" veronderstelde de Pro cureur-Generaal, Mr. Viehoff. „Hebt U deze method,e al eens eerder toegepast?" wilde de president verder nog weten. „U bent al eerder veroordeeld en U hebt hier al vaker brand gehad ik vind dit in ieder geval een ingenieus inelkaar gezette brandstichting. Maar U ontkent ten stelligste, dat U de draad hebt doorgesne den hoe weet U dan dat dat is gebeurd?" „Dat is een spreekfout!" ant woordde de verdachte. „Is de brand in de St. Ja cobsstraat net zo ontstaan?" vroeg de Procureur Generaal. „Daar kan ik zo niet op ant woorden, dat isstamel de de verdachte. „Een strikvraag" vulde de Procureur Generaal aan om daarna in zijn requisitoir naar voren te brengen, dat het aan omstandigheden, niet van de wil van de verdachte afhan kelijk, te danken was, dat er geen slachtoffers zijn geval len. „Een zeer zware straf is hier op z'n plaats" meende de Procureur, die tenslotte ver nietiging van het rechtbank- vonnis en voor de brandstich ting en de valsheid in ge schrifte een gevangenisstraf vroeg van niet minder dan vijftien jaar. Bij het aanhoren van deze zware eis verbleekte de ver dachte en schudde hij mis moedig met z'n hoofd. Zijn raadsman Mr. D. H. Okma in deze zaak in hoger beroep meende, dat er voor de valsheid in geschrifte geen veroordeling kon vol gen. „De beschouwingen aan de draad gewijd, zijn niet vuurvast gebleken" zo be toogde hij, „en niet opgehel derd is het duistere punt, hoe de brand is ontstaan." Hij vroeg dan ook vrijspraak wegens gebrek aan bewijs en subsidiair een onderzoek naar de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zo het Hof de brandstichting al bewezen achtte. Dit laatste bleek twee weken later inderdaad het geval te zijn: het Hof sprak als zijn overtuiging uit, fiat de 51 jarige bouwkundige Jan Zon- dernaam de brand op de Tuinen had gesticht en ver oordeelde hem tot een ge vangenisstraf voor de tijd van zeven jaar. Voor een psychiatrisch on derzoek had het Hof dus niets gevoeld. Op de morgen van de dag na de uitspraak van het Hof kreeg de Procureur-Generaal een kort briefje van de ver oordeelde Jan Zondemaam. Hij vouwde het open en las tot zijn grote verrassing deze bekentenis: „Nu de slag is gevallen heeft het voor mij geen zin meer nog langer te ontkennen. Ik heb inderdaad zelf aan de draad getrokken". Jan Zondernaam verbleef ge durende de gehele oorlog in de strafgevangenis te Leeu warden. In de jaren na zijn invrijheidsstelling tot zijn dood leefde hij als een eer zaam burger in deze stad onverdacht van de feiten, die hem in vroeger jaren ten las te waren gelegd. Want nooit zou de rode haan meer in z'n naaste omgeving kraaien: na de brand aan de Tuinen was DE WANDELEN DE FAKKEL voorgoed ge doofd! GRATIS van 't Kleine Krantsje is de ze foto gemaakt en in welke advertentie in dit nummer van 't Kleine Krantsje komt dit wapentje van Leeuwarden voor. of schrijf een briefkaartje naar: 't KLEINE KRANTSJE, Vredeman de Vriesstraat 1 - Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1964 | | pagina 9