als het om sparen gaat Q SffiiliBlB Ja, Liwadders, U mag gerust denken, dat dit landelijke winterplaatje een dezer dagen ergens buiten de stad is gemaakt, maar heus we foppen U niet: de foto van deze molen en het bijbehorende besneeuwde moie- naarshuisje is niet nu, maar al bijna zeventig jaar ge leden gemaakt en de fotograaf, die in Leeuwarden woonde, hoefde er bepaald niet ver voor te lopen. Hij is immers met z'n kiekkast op de hoek van de Nieuwe- stad en de Westerplantage gaan staan en knipte van daar deze romantische plaat. De molen was De Arend en die stond dus op het bolwerk van de Westerplantage achter het molenaarshuis, dat nu het gelijknamige Theehuis is. De Arend was de laatste der Mohikanen voor wat de windmolens op de dwingers betrof: nadat de korenmo len Het Fortuin in 1873 al van de Wirdumerpoorts- dwinger naar de Harlingertrekweg was verhuisd, de molen De Leeuw in 1882 van het bolwerk achter de Oldehove verdwenen was en de molen De Hoop op de Hooge Berg, zoals we al eerder hebben gezien, in 1885 was gesloopt, bleef De Arend als laatste koren molen eenzaam op het bolwerk achter. Tien jaar na het slechten van De Hoop kocht de ge meente ook De Arend aan, waarna de wind de wieken van deze molen nog zes jaar kon laten wentelen. Rond de eeuwwisseling bleek de molen echter zo bouwvallig geworden te zijn, dat het gemeentebestuur in decem ber 1901 moest besluiten het bouwwerk op afbraak te verkopen. En toen duurde het nog maar even, of ook dit sieraad van de stad werd door rappe slopershanden geveld. In het jaar daarna werd de Lieve Vrouwenpoortsdwin ger herschapen in het plantsoen, dat er nu nog ligt. Enkele malen is er al gepraat over het slopen van het oude molenaarshuis, dat nog altijd tegen het Theehuis aanleunt, maar zover is het nog niet gekomen: het her innert ons nog altijd aan de bedrijvigheid van de mo lenaars, die hier in vroeger jaren werkten en woonden. MEER DAN 1000 BANKEN EN BIJKANTOREN aangesloten bij de coöperatieve centrale raiffeisen-bank te utrecht

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 3