FRIESLAND LAAT OQ Q0@OQQO ROLLEN 'T KLEINE KRANTSJE 10 Toen een club als Friesland nog in de kleuter- schoenen stond, was Frisia al een volivassen vereniging, die in 1908 het zilveren jubileum kon vieren en in het oorlogsjaar 1914 de balans kon opmaken van twintig jaar competitievoetbal. In 1894 immers ivas Frisia begonnen te voetballen, nadat deze oudste Friese vereniging zich in de eerste elf jaar van haar bestaan uitsluitend had beziggehouden met de cricketsport. In Frisia's gedenkboek van 1923 werd een reeks spelers op gesomd, die zich in deze begintijd voor Frisia verdienstelijk hadden gemaakt. We zullen nu eens zien in welke woorden ze destijds werden geprezen. Frisia's populaire mannen in het zonnetje: Min dert Hepkema, „de Meester", Jan Heeger: ,,de geweldige", Jan Meindersma, „de nerveuze", Eili Pinto, „de ijskoude" Onweerstaanbare Henny Snijder onder de lat Surrogaatkeeper hOUdt alleS er uit Internationaal voetbal tegen Valkema, Heeger, Van der Meulen, Tiesselinck en Meindersma; voor: Feenstra, geinterneerde Belgen en Engelsen Kalt, Vermeulen, Slim enOeibel. Frisia's cracks van 1911: van links naar rechts: Hepkema (met witte shawl), hij droeg zonder uitzondering een zakdoek in z'n hand. De man, die met Henny Kalt dikwijls de rechtervleugel vormde was de onvergetelij ke Henny Snijder, een on misbare figuur in en buiten de ploeg, een echte Frisiaon, die voor z'n club op de bres ging staan waar dat nodig was. Bij een ontmoeting tegen Be Quick in Groningen kwam Frisia met tien man binnen de krijtlijnen, omdat doelman Jan Heeger jammerlijk de trein had gemist. Henny Snijder was toen wel bereid om onder de lat te gaan staan. De Groningers vielen onophoudelijk aan, beschoten op alle mogelijke manieren het Friese doel, maar boek ten geen enkel succes: een briljante Henny Snijder ran selde alles er uit! Zo stond het nog 00 toen de inmid dels op het toneel verschenen Jan Heeger de surrogaatdoel man kwam vervangen. De ge volgen bleven niet uit: de grote Jan Heeger stond nog geen vijf minuten op doel of de Be Quickers leidden al met 20 en toen het eindsig naal klonk stonden de Gro ningers met 30 voor In diezelfde tijd kon Frisia z'n krachten meten met En gelse en Belgische militairen, die hier waren geinterneerd. Onder strenge bewaking van Nederlandse soldaten speel den de Engelsen op de Wil- helminabaan een prachtige wedstrijd, die ze met 53 wonnen. Ook de Belgen kwa men bij Frisia op bezoek. Ze bleken niet zo sterk te zijn als hun Engelse bondgenoten en verloren met 45. Uitwedstrijden tegen de in Gaasterland geinterneerde Belgen leverden voor Frisia nog grotere successen op, want nu werden onze zuider buren tweemaal flink geklopt, eerst met 51, daarna met 60. Maar wat de overleven den nog het meest in het ge heugen ligt van die trip, was de bijzondere gezelligheid van het uitstapje de heren waren in die tijd nog niet zo verwend als nu Wordt vervolgd. Op de middenvoorplaats stond geruime tijd de luitenant Jan van Beek, die kort voor hij bij Frisia kwam, in het Ne derlands Elftal was opgesteld voor de grote strijd tegen Engeland: hij was de man, die het eerste doelpunt voor Ne derland scoorde in een inter land tegen de Engelsen. Ook Henny Valkema. heeft, als kanthalf, heel wat succes sen geoogst en wellicht niet ten onrechte veronderstelde men, dat hij het Oranjehemd had gedragen,, wanneer hij toevallig niet in het noorden, maar in het westen had ge woond. Een van de populairste figu ren, die in die jaren bij Fri sia naar voren kwamen, was ,,De Meester", Mr. Mindert E. Hepkema, de schaatsliefheb ber, op wiens initiatief in 1909 de Vereniging De Frie- sche Elf Steden werd opge richt, maar die ook als voet baller bijzonder verdienste lijke dingen deed. Vrijwel van het moment af, waarop Frisia besloot te gaan voet ballen, bezette Hepkema in het eerste elftal de rechts backplaats. Daarbij had hij meer dan tien jaar in de le gendarische Jan Heeger een uitblinkende doelman achter zich. Aanvoerder van Frisia was een lange reeks van jaren Jan Meindersma, die voor het be gin van iedere wedstrijd wit wegtrok van de zenuwen, maar die de kalmte zelf was, zodra het eerste fluitsignaal had geklonken. Jan Meinder sma was de grote strateeg van het middenveld, een altijd enthousiaste speler, die zijn makkers voortdurend stimu^ leerde en aanspoorde tot het grootse verzet. Voor een niet gering deel dankte Frisia de lauweren, in deze periode be haald, aan de tactvolle cap tain Meindersma. „Soms zo ijselijk laks, maar meestal in een niet te gena ken vorm" dat was de be oordeling van spil Eili Pinto, die na zijn Friese jaren nog voetbalde voor U.V.V. in Utrecht en het Haagse H.B.S. Henny Kalt, de supersnelle man van de rechtervleugel was de laatste, die de oude gewoonte in ere hield tijdens het spel een kalotje te dra gen, een mooi blauwgeel ka lotje, dat hij van z'n hoofd rukte, zodra hij de bal kreeg toegespeeld. Hij kon ra zendsnel hele lange rus hes maken, flitste dan door de vijandelijke verdediging heen en besloot z'n run niet zelden met een doeltreffend schot. Het elftal van Brinio, roemruchte club van 't Kanaal: achterste rij v.l.n.r.: Kalma, J. de Vries, J. Vrind en P. Lijn; middelste rij: S. N oijen, G. S. de Vries, K. Nuijen, H. v d. Leen en J. Algra; voorste rij: Van der Heide, S. Feddema, H. v. d. Heide en H. de Jong. Een van de grote aanwin sten, die Frisia kon boeken, toen L.V.V. ter ziele was ge gaan, was Nappie Holwerda, die als L.V.V.er al verschil lende malen in het Noordelijk Elftal had gespeeld en die voor Frisia die grote ster werd op de linksbinnenplaats. Ook hij was uitermate snel: maar dat was niet het enige, waar aan hij kon worden herkend: Spelmoment uit de wedstrijd Frisia Stepherd Bush op de Wilhelminabaam in 1911. Links de robuste figuur van back Mindert Hepkema „De Meester".

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 10