'T KLEINE KRANTSJE
HET WAS BEGIN APRIL, HET WAS 1945. DE OORLOG LIEP OP Z'N EIND, IEDEREEN WIST, DAT ELKE I
WAREN AL DOORGEDRONGEN TOT OVERIJSSEL, DE AMERIKANEN VOCHTEN IN HET ROERGEBIED
MAAKTEN DE GEHATE BEZETTERS ZICH OP OM DE AFTOCHT TE BLAZEN; OP HET VLIEGVELD I
BURMANIAHUIS AAN DE NIEUWESTAD, HOOFDKWARTIER VAN DE GEVREESDE SICHERHEITSPOLIZ1
TOT ENGE CELLEN OMGEBOUWDE KELDERS ONDER HET GEBOUW HIELD DE SICHERHEITSDIENST
KERS IN EEN WURGENDE GREEP. BIJNA ALLEN WAREN TEN DODE GEDOEMD, BIJNA ALLEN W
IN DE TOEKOMST KON ZIEN, WIST, DAT TWAALF VAN HEN, TWEE DAGEN VOOR DE BEVRIJDING
MAAR TWEE VAN DE GEVANGENEN HADDEN DE DUITSERS AL EEN VROEGERE DOOD TOEGEDACI
AAN DE HARLINGERSTRAATWEG. REEDS WAS HET FATALE MOMENT BEPAALD, REEDS WAREN STENGI
ZICH BLIKSEMSNEL OMDRAAIDE, Z'N BELAGERS NAAR DE KEEL VLOOG EN EEN VAN DE STOUTSTE STl
ONMOGELIJK LEEK GEBEURDE TOCH;
Peke ontwapende z'n
Peke Dolstra: hij vocht zich vrij!
Het leek in deze ontzettend
spannende dagen voor de be
vrijding, of de Duitsers nog
eens alles op alles zetten om
de illegaliteit een laatste,
verschrikkelijke slag toe te
brengen. Bij een overval op
het adres van een illegale
werker in Leeuwarden had
de Sicherheitspolizei zoveel
bezwarend materiaal in han
den gekregen, dat links en
rechts tot arrestatie's van le
den van de illegale sabotage
groepen kon worden overge
gaan.
Zo kwamen, met de lang
verbeide bevrijding in zicht,
tal van jonge kerels allen
Leeuwarders in de cellen
van het Burmaniahuis te
recht de drie broers Wier-
da Mark, Hijltje en Klaas
S. van Dam, O. van Dijk,
H. Harder, D. de Jong, S.
Kooistra, J. Nieuwland, J.
Popma, J. Simonides, A. de
Vries en P. Dolstra; op Hyl-
tje Wierda en het Hoofd van
de illegale Inlichtingendienst
Mark Wierda na, allen leden
van de illegale Nederlandse
Binnenlandse Strijdkrachten.
Zij troffen er bovendien een
aantal niet tot de illegaliteit
behorende onderduikers, die
in verband met de arrestatie
van illegale werkers even
eens door de Duitsers in de
kraag waren gepakt.
Van deze groep had Peke
Dolstra, bekend keurturner
van de Huizumer gymnas
tiekvereniging Quick, al eer
der met de gevangenis ken
nis gemaakt. Hij was op de
eerste maart van dit bevrij
dingsjaar '45 gearresteerd en
vanuit een Duits standpunt
bezien niet ten onrechte. Als
lid van een sabotagegroep
had Dolstra een deel van de
bij Dokkum door de Engelsen
gedropte wapens in huis,
maar over meer dan vage
vermoedens betreffende z'n
illegale activiteiten beschik
ten de bezetters niet.
Een volle maand bleef Dol
stra met een aantal lotgeno
ten opgesloten in cel 33 van
de Leeuwarder gevangenis
en daar had hij het best:
vertrouwde bewakers brach
ten heimelijk voldoende voed
sel in de cel en zelfs konden
de heren er zo nu en dan een
sigaar of sigaretje opsteken.
Ook was er een barbier voor
het verzorgen van het uiter
lijk: de criminele gevangene
Koorens, die in 1939 z'n
vrouw vermoordde en het
lijk in stukken sneed.
Verhoren door een Belgische
Rexist brachten Dolstra niet
tot een bekentenis hij
bleef volhouden van illegale
activiteiten niets te weten.
Verscheidene liters jenever,
door Peke's zuster Zus Dol
stra naar de bezetters ge
bracht, overtuigden de Duit
sers tenslotte van de volledi
ge onschuld van hun gevan
gene: op de eerste april was
Peke Dolstra weer vrij man.
Intussen deed de illegale
Luisterpost prachtig werk.
Toen de Sicherheitspolizei in
februari verhuisde van het
Spaarbankgebouw naar het
Burmaniahuis hadden instru
mentmakers in dit nieuwe
SD hoofdkwartier microfoon
tjes geplaatst in de telefoon
toestellen op de bureau's van
de Duitse kopstukken Al-
brecht, Grundmann en Vogt.
Leden van de daarna inge
stelde Luisterpost, gehuisvest
in het pand van boekwinkel
Wielenga aan de Nieuwe
Oosterstraat, luisterdén dag
en nacht alles af, wat er in
de kamers van deze Duitse
officieren werd gezegd. Hoor
den ze, dat er bekende il
legale namen werden ge
noemd, dan gingen er ijlings
koeriersters op uit om de be
trokkenen te waarschuwen.
Op de achtste april hoorde
de Luisterpost hoe een ge
vangen illegale werker tijdens
een verhoor na verschrikkelij
ke martelingen enkele namen
van NBS-ers noemde. On
middellijk werd de NBS in
alarmtoestand gebracht, koe
riersters stoven de straat op
en verscheidene jongens, die
groot gevaar liepen, konden
tijdig worden gewaarschuwd.
Ook Peke Dolstra, die weer
rustig thuis op twintig sten-
guns en een zak granaten zat,
kreeg een tip, maar hij hing
achter huis nog half over een
schutting heen, toen hem al
de loop van een geweer in de
rug werd geduwd.
Voor de tweede maal in
twee maanden in Duitse han
den hoefde Dolstra zich niet
veel illusie's meer te maken:
hij werd onder ogen van Herr
Grundmann zelf een celwa
gen ingetrapt, zag zich in de
kelders van 't Burmaniahuis
geconfronteerd met de andere
leden van zijn sabotagegroep
en kreeg zwart op wit de be
lastende verklaringen van een
doorgeslagen makker onder de
neus.
Tot de gevangenen van ande
re groepen, die Peke Dolstra
niet of nauwelijks kende
hoorde de Leeuwarder Auke
de Vries, die in een timmer-
zaak aan de Bleeklaan z'n
stengun poetste op het mo
ment, dat acht, negen Duit
sers het pand omsingelden. Hij
was met de wapens in de hand
betrapt en kon niet op de min
ste consideratie van de Duit
sers rekenen.
Vier dagen en nachten bleven
de mannen in hun cellen,
zonder voedsel („Ik heb een
maal een half glas water ge
had'' herinnert Dolstra zich),
vrijwel zonder slaap en hele
maal zonder hoop, want de
verhoren lieten geen twijfel
bestaan ten aanzien van de
bedoelingen van de Duitsers.
Vijf kerels sloegen en trapten
Dolstra in elkaar, nadat de
ze een Rexist tijdens een ver-