FRIESLAND LAAT OO QQQOQQO ROLLEN
VERVOLG
VERHAAL
'T KLEINE KRANTSJE
fcfi
rt
J
26
De triomfen van de L.A.C. Frisia, die zoals we in de tot
dusver verschenen verhalen hebben gezien al viermaal glorieus
het noordelijke kampioenschap had behaald en de successen van
de L.V.V. Friesland, die zich ook in de grote Nederlandse Voetbal
Bond voortreffelijk kon handhaven, stimuleerden verscheidene
kleine jongensverenigingen in de stad om de voetsporen van
deze grote mannen te drukken. Maar niet elk clubje bleek een
lang leven beschoren te zijn: sommige verenigingen, opgericht
met vliegende vaandels en slaande trom, bestonden maar enkele
maanden, andere konden zich wat langer handhaven, maar ver
dwenen tenslotte eveneens. Eén clubje evenwel heeft inderdaad
kans gezien de pioniers na te volgen en te overtreffen zelfs, want
veel groter, veel machtiger en veel succesvoller tenslotte werd de
club, die midden in de eerste wereldoorlog aan de voet van de
Oldehove als een heel klein jongensclubje het levenslicht zagde
Voetbalvereniging Leeuwarden.
.Jongensdromen aan de voet van de Oldehove Voetbalge
vechten met een tennisbal Frisia geeft voetbal cadeau Felle
strijd op Wilhelm inaplein Leeuwarden wordt opgericht Start
in com petitie F.V.B.
-*•* c
O w 4>
"S3)
w 5
O
•O O
s z,
s a
03 4) O
X
u S
r- 0)
T-
O ifi
"2
c3
4> C/3
sa-
CJ G Ui
D (3 4)
«5
C/3
z
.-•* a
r*
51 0) o
f'
co
O u l-H
rs
0)
4>
03 Q
5 b«"
o®:3
bi)
2
ft-a
ëi
S3
c/3
C/5 t-
e
c
-4_» cz
j; E os
a os
X
ÏCü
i 03 4)
j P O
5
4)
s-öü
"S
-
£•2.5
Terwijl Frisia als kersverse
eerste klasser met cracks als
Mindert Hepkema, George
Deibei, Jan Kingma, Piet Vis
ser, Klaas Eriks en Piet
Slim op de goed geoutilleerde
Wilhelminabaan tegen de ma
tadors van het gerenommeer
de Be Quick or het weinig
minder geduchte Velocitas
binnen de krijtlijnen kwam en
Friesland op het oude L.V.V.
terrein aan de Schrans bezig
was om clubs als Stanfries,
V.A.C. uit Heerenveen en
L.S.C. uit Sneek te verplette
ren, holden aan de voet van
de Oldehove een groep jon
gens uit deze omgeving ach
ter een tennisbal aan.
Hun geestdrift was evenredig
aan het aantal doelpunten,
dat ze maakten, want aan
lastige regels als die van bui
tenspel dachten ze niet en lij
nen, die hun speelterrein af
bakenden bestonden evenmin.
Maar iedere middag was het
hier groot voetbalfeest en het
duurde niet lang of de ener
giekste knapen begonnen te
denken aan het aanschaffen
van een „echte oppomper".
Toen het daarvoor benodigde
geldsbedrag bekend werd
moet de hele ploeg voetballers
evenwel tegen de grond gesla
gen zijn aan een dergelijke
uitgave viel eenvoudig niet
te denken. Maar er kwam
toen een beter idee: bij (het
rijke) Frisia aankloppen om
een ouwe afgedankte bal!
Op een zaterdagavond trok
ken de drie stoutmoedigsten
uit de ploeg naar de Paul
Krügerstraat en klopten bij
het Frisia-bestuurslid W. Voss
op de deur. Ze kregen er te
horen dat de heer Voss in
hotel de Klanderij vertoefde
en een kwartier later durfden
ze zich daar bij een ober aan
te dienen. Die zei de bood
schap te zullen overbrengen,
maar na een uur wachten
was er nog geen meneer Voss,
laat staan een bal
Juist toen de knapen beslo
ten om maar weer naar huis
te gaan, verlieten de heer
Voss en het F.V.B. be
stuurslid Jan Mes het hotel,
maar helaas ze liepen het
wachtende drietal voorbij.
Onversaagd verschenen de
knapen de volgende morgen
weer in de Paul Krüger
straat en nu werd hun vol
houden beloond: de Frisiaan
verzocht de heren die mid
dag om één uur op de Wil-
helminabaan te verschijnen
om daar „een afdankertje"
in ontvangst te nemen.
De wandeling terug, met het
kostelijke cadeau als een
moeizaam veroverd stuk oor
logsbuit, werd voor de jon
gens een onvergetelijke zege
tocht en de wachtende mak
kers bij de Oldehove ontvin
gen de helden met gejuich.
Iedere avond trokken de
jongens nu met de bal naar
„het Saailand" en wie niet
behorend tot de vaste ploeg
mee wou doen, deed dat
maar; alleen: hij moest dan
wel twee centen betalen!
Dit systeem bracht al wat
geld in de kas, maar er
stond tegenover, dat balbe
waarder Gerrit de Groot her
haaldelijk de bal moest re
pareren het leer had bijzon
der veel te lijden op de ste
nen vloer van het Wilhelmi-
naplein.
Zo was er dus al een poosje
een vaste ploeg, er waren al
wat centen in kas, maar een
vereniging was er nog niet:
tot het oprichten daarvan be
sloten de jongens op de veer
tiende augustus 1917 en
meteen viel toen ook het ge
wichtige besluit mee te doen
aan de competitie's van de-
Friese Voetbal Bond.
Het hele elftal trok naar de
Fabriekssteeg om zich te la
ten inschrijven bij de heer
Mes en een paar weken later
kon de Voetbalvereniging
Leeuwarden zich al voor de
eerste maal in een officiële
competitiewedstrijd laten zien.
De spelers hadden zich in een
keurig lichtblauw clubcos-
tuum gestoken, geoefend
werd op het terrein van de
IJsclub aan de Bleekerstraat
3n de competitiewedstrijden
speelde Leeuwarden op het
sportterrein van het Rijks Op-
voedings Gesticht aan de Har-
lingerstraatweg.
De jongens hadden zich zelf
willen laten inschrijven voor
de tweede klas van de F.V.B.,
maar de heer Mes zag zó
hoog bij de knapen op, dat hij
het beter oordeelde meteen
maar te starten in de eerste
klas. Een beste start werd
dat overigens niet, want de
ploeg liet zich door de ene na
de andere tegenstander van
het veld vegen en eindigde
jammerlijk op de laatste
plaats.
Beter voorbereid en niet wei
nig versterkt door het toetre
den tot de vereniging van
mannen als Floris Tiemer-
sma en Hanke Visser, de le
gendarische doelman, zou
het veel beter gaan in het
tweede seizoen, dat de ploeg
een derde plaats op de rang
lijst bracht.
Maar zelf konden de mannen
van Leeuwarden toen nog niet
bevroeden welk een schone
voetbaltoekomst er voor hen
was weggelegd: in de volgen
de afleveringen zullen we
zien, hoe Leeuwarden er in
heel korte tijd in slaagde een
bijzondere plaats te verove
ren in de harten van duizen
den stadgenoten!
Een van de eerste elftallen van Leeuwarden, op de ijsbaan
gefotografeerd In het lichtblauwe shirt van die dagen: achter
ste rij v.l.n.r. J. Nijdam. G. Visser, W. Kaspersma. J. van der
Duim en L. van Beek; middelste rij L. Oost N. van der Heide
en G. de Groot; voorste rij C. Friso, J. („Hanke") Visser en
J. van der Zee.