'T KLEINE KRANTSJE 14 Twee weken geleden hebben we de Leeuwarder tweede klassers Friesland en Leeuwarden in een onvoorstelbaar spannende nek aan nekrace ver wikkeld gezien, waarin de L.V.V. tenslotte het meest succesvol bleek, want hoewel beide ploegen met een gelijk aantal punten in dat seizoen '22-'23 op de eerste plaatsen eindigden, deden de iets be tere doelcijfers van Friesland de blauwgelen naar de eerste klasse promoveren. Voor we gaan zien, hoe Leeuwarden daarna toch ook nog snel tot in het noordelijke voetbalwalhalla doordrong, moeten we nog even de verrichtingen volgen van de L.A.C. Frisia, die immers al van het instellen van de noordelijke eerste klasse in 1916 af uitkwam in deze hoogste afdeling. Be Quick geeft de toon aan Velocitas: eeuwige tweede Frisia—Friesland, attractie van belang Friesland bedwingt de eerste klassers Donkere wolken voor de L.A.C. Degradatie dreigt Bij keuze gehandhaaft in eerste klas Herstel in nieuwe seizoen Er komt een nieuwe trainer: een Engelsman Frisia's doelman Wim Overmeer in actie in een wedstrijd tegen Friesland. Overmeer was een bijzondere sportman, die niet alleen best kon voetballen (als keeper, maar ook als half en op de buiten plaats maar die eveneens voortreffelijk kon hockeyen, die vele malen Fries tenniskampioen is geweest en die ook als kegelaar van wanten wist: hij had een merkwaardig record: 33 maal achterelkaar alle negen De back op de foto is Menno de Jong. In de eerste acht seizoenen van deze nieuwe noordelijke eerste klas was Be Quick het team, dat voortdurend glorieus de toon aangaf. Eindigden de Groningers in de beide laatste seizoe nen in de tweede klas al met 'n grote voorsprong op het toen nog springlevende Forward bovenaan, ook in de eerste klasse, toen stad genoot Velocitas zich als de grootste concurrent ont popte, bleek het krachts verschil aanvankelijk bij zonder duidelijk te zijn. In 1917 werd Be Quick met een voorsprong van vijf punten op Velocitas kampi oen, terwijl Frisia met een achterstand van zeven pun ten op de derde plaats ein digde. Een jaar later, in het seizoen, waarin Anton Dalhuysen voor het in deze rubriek al gememoreerde huzarenstukje van acht doelpunten in één wedstrijd zorgde (Frisia—Forward 10- 2lieten de withemden de Velocitanen vier punten achter zich en weer eindig de Frisia toen op de derde plaats. De Frisianen speelden in deze periode trouwens toch een belangrijke rol zonder een reële kans op het kam pioenschap te krijgen, want in 1919, toen ze behalve Be Quick en Velocitas ook het pas gepromoveerde Alcides voor zich zagen finishen, lieten ze weer vier concur- reende ploegen royaal ach ter zich. De superioriteit van Be Quick was nu wel bijzonder groot, want de Groningers verloren geen enkele maal, maar speelden zelfs ook niet eenmaal gelijk: twee en dertig punten uit zestien wedstrijden, negen punten meer dan eeuwige tweede Velocitas, die trouwens een wedstrijd minder speelde, want de competite werd in dit abnormale-voetbalsei- zoen -onder-oorlogsomstan- digheden op geen stukken na uitgespeeld Frisia bij voorbeeld speelde maar twaalf wedstrijden en het Winschoter W.V.V. kwam in het hele seizoen niet meer dan hegenmaal in het veld. Een bijzondere attractie voor de Leeuwarders vorm den twee vriendschappelij ke wedstrijden tussen Fri sia en het nog in de tweede klasse uitkomende Fries land, dat er eenmaal zo waar in slaagde het roem ruchte Frisia te bedwingen (1-1), een wapenfeit, dat met gulden letters in het ge schiedboek van de geelblau- wen werd opgetekend. Toen Friesland hetzelfde stoute stukje wilde uithalen in de returnmatch ging de vlie ger evenwel niet op: veel beter op hun hoede dan de eerste keer wonen de Frisi anen nu met de kloeke cij- feds 7—0. De spelers van het Frisia- team in deze tijd waren Guus Vergnes, Anton Dal huysen, Henny Snijder, Zu Posthuma, George Deibei, Nanne Wassenaar, Jo van der Borg, Lammert Stein- voorte, Mindert Hepkema, Harry de Windt, Hendrik Hofstee Aukema, Klaas Eriks, Theo Kingma, Fanny van Oostrum en Bouwe van der Meulen, welke laatste ook stond opgesteld in het Noordelijk elftal, dat met 3—2 van Zuid-Nederland verloor. In het seizoen 1919—1920, toen het jonge team van Leeuwarden kampioen werd van de eerste klas van de F.VB., kwamen er voor Frisia allemaal don kere wolken voor de zon, want de ene na de andere competitiewedstrijd ging voor de bewoners van de Wilhelminabaan verloren en het wederom opper machtige Be Quick kon in Groningen tegen het con stant slecht spelende Frisia zelfs een overwinning met dubbele cijfers boeken en wat voor cijfers: 11-4. Van de zestien wedstrijden eindigden er elf voor Frisia in een nederlaag en met de tien winstpuntjes, bevoch ten in vijf wedstrijden, ein digde de oude L.A.C. onder aan, met twee punten ach terstand op Alcides en H.S.C. Merkwaardigerwijs sloeg ditzelfde Frisia in ditzelfde seizoen bij de voor de eer ste maal gehouden wed strijden om de Friesland- krans zo goed van zich af, dat de tegenstanders Fries land en Be Quick geen schijn van kans kregen om de krans te winnen: Fries land werd met 5—0 geklopt en ook het volledige kam pioenselftal van Be Quick moest een smadelijke ne derlaag van 5—3 lijden, zo dat Frisia met de begeer de wisselprijs naar huis kon gaan. Volgens het boekje zou Fri sia niettemin moeten de graderen naar de tweede klas, maar in de zomer van '20 bracht de Leeuwarder voetballers een onverwacht plezierig bericht uit Den Haag, meldende, dat de hoge heren van de K.N.V.B. hadden besloten Frisia in de eerste klasse te hand haven. Deze gunstige be slissing betekende voor Frisia een geweldige stimu lans in het nieuwe seizoen, waarin de L.A.C. zich in derdaad geheel rehabili teerde: achter Be Quick, W.V.V., Velocitas en Achil les, maar vóór Forward, Veendam, Alcides, G.W. en H.S.C. eindigden de blauw gelen nu op de vijfde plaats, dank zij zes gewonnen en vijf gelijk gespeelde wed strijden. Na een van de uitwedstrij den in dit seizoen tegen Forward in Groningen kwam Frisia niet alleen met een 1—0 overwinning, maar ook nog met een tweede verrassing thuis: een nieu we trainer in de persoon van de Engelsman Harry Waites, die en dat zullen we in de komende weken wel zien ook bij de voet balvereniging Leeuwarden nog een belangrijke rol zou spelen. Friesland had in de jaren twintig een ploeg, die door veel tegenstan ders bijzonder werd gevreesd. Een zo'n team is vereeuwigd voor de reclameborden op het Frieslandterrein. V.l.n.r. staande: Andries van der Veen, Gradus van Zuylen, Henk Geas, Wieger Kaspersma, Bart van Zuylen, Rinse Warrink, Roelof Oldenzien, Hempie ter Heegde, Hanny Niemendal én Luwe Zeilinga; geknield: Sjoerd van Zuylen, Bram van der Ploeg, Willem Leysma en H. Slotboom 'ah.sisi

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 14