Sa is 't en net oars
Zo adverteerden onze voorouders
Leeuwarder veemarkt nu ook al automarkt
'T KLEINE KRANTSJE
4
Jazeker, dit is het Hofplein, gefotografeerd toen Us Heit er nog
niet stond Een plaatje dus van voor 1906, want in dat j'aar werd
het standbeeld van Graaf Willem Lodewijk van Nassau onthuld.
Wat er voor die tijd stond, was een fraaie straatlantaarn - fraai
in ónze ogen dan, want onze grootouders hechtten er geen waar
de aan en gooiden zo'n ding op de schroothoop, wanneer hij niet
meer bruikbaar was. Ook aan de voorgevels van de panden links
prijken nog tal van die prachtige ouderwetse lichtpunten - nu
stuk voor stuk paradepaardjes in de etalages van de antiekwin
keltjes. Mét die lantaarntjes verdween ook het spitse torentje,
dat we op de achtergrond zien: het was het torentje van de (oude)
Sint Dominikuskerk in de Bontepapesteeg. Van de levende have
op deze foto vraagt vooral het witgekielde slagersknechtje op de
voorgrond onze aandacht. Of was het een bakkertje misschien
Wie hem gekend heeft mag het zeggen - misschien leeft hij nog.
HOEDEN EN PETTEN MAGAZIJN
Firma H. Wigersma Szn
Nauiw 180
bericht de ontvangst der nieuwe modellen in
HOEDEN EN PETTEN
van eerste fabrieken voor het aanstaande sei
zoen. Alleen vertegenwoordiger van de echte
Borsalino, Alesandria Italia.
Beleefd aanbevelend
IJ. BOKMA
(1914)
FRIESCH KOFFYHUIS
Heden Dingsdag Matinée en Soirée Musicale.
Woensdag tot sluiting Matinée.
J. Swildens.
(1864)
Men zal op maandag 1 februari voor de
Stadsbank van Leening
te Leeuwarden bij boelgoed verkopen, alle ver
staande panden, beleend in de maanden Octo
ber, November, December 1800; die dezelve ge
lieft in te lossen of af te renten wordt ver
zocht zulks uiterlyk voor Vrijdag den 29 Janua
ri 1802 te verrigten.
(1802)
Uit de hand te koop
EEN MOSTERMOLEN,
waarvan de ring groot is 14 voet 1 duim met
2 paar mostertsteenen, ook nog 1 paar zuycke-
reysteenen, 2 branders, 2 stootmessen en 2 ze
ven. Te bevragen by Beekmans Dockum.
(1814)
Bij de Wed. H. Post te Leeuwarden is gedrukt
en te bekomen: Een LIERZANG aan Nederland,
in groot octavo a 2 stuivers en een Nieuw Lied
of een Oranje Snuifje, Napoleon aangeboden
door de Nederlandse Maagd, zeer komiek, a
1 stuiver.
-(1814)
Sa wolkom as de kat yn 'e
molkenkeamer.
Zo welkom als de kat in de
melkkelder.
Foar in oartsen siik en foar
in botsen kak, dat is foar
seis duiten mei elkoar.
Voor een oortje ziek en
voor een halve stuiver kou
de drukte, is samen voor
zes duiten (bespotting van
een ingebeelde ziekte).
Heit slacht mem, mem
slacht my en ik slaen de
houn, sei de jonge, sa dog-
ge wy alle trije hwat.
Vader slaat moeder, moe
der slaat mij en ik sla de
hond, zei de jongen, zo
doen wij alle drie iets.
Der foei hwat to mjuksjen,
sei de jonge, do't er dominy
oer Noachs arke preekjen
hearde.
Daar viel wat te stalreini-
gen, zei de jongen, toen hij
dominee preken hoorde
over de ark van No ach.
Ik ha jild genöch, al libje
ik gjin üre mear.
Ik heb geld genoeg, al zou
ik geen uur meer te leven
hebben (armelui's humor).
In dübeltsje kin fier rolje
as 't op 'e kant komt
Een dubbeltje kan ver rol
len, als het op de kant te
recht komt (kleine oorza
ken, grote gevolgen).
God jowt elts kjeld, nei't er
klean hat
God geeft ieder koude naar
hij kleren heeft (kracht
naar kruis).
In man oer boart, in iter
minder.
Een man over boord, een
eter minder.
It sjokke sit ünder yn'e
amer
Het dikke (pittige) zit onder
in de emmer (fig. van een
grap die niet goed uit de
doeken komt).
Better hjoed in aei, as
moarn in hin
Beter vandaag een ei, dan
morgen een kip. Beter een
vogel in de hand
Wol bret, sei Jan Flapper,
tolve aeijen en trettsjien
pyken.
Goed gebroed, zei Jan Flap
per, twaalf eieren en der
tien kuikens (om een snoe
ver op zijn nummer te zet
ten).
Dat smakket is Mde fuot-
sokken.
Dat smaakt naar oude sok
ken.
It is briker as bryk, sei it
Md wiif en hja iet kreake-
lingen
Het is nog schever dan
scheef, zei de oude vrouw,
terwijl ze krakelingen at.
It naeit er ut as Md smoar.
Het gaat daar te keer als
oud vet (Oud vet maakt veel
lawaai in de pan, vandaar
de uitdrukking).
Jong by Md is hjit by kMd.
Jong bij oud, is heet bij
koud.
Hy eamelt fan ivichheid ta
amen.
Hij zanikt van eeuwigheid
tot amen.
Dy't syn lea sparret, dy
sparret gjin rottige appels.
Wie zijn lichaam spaart,
spaart geen rotte appelen
(gezegde van een lui
iemand).