9
'T KLEINE KRANTSJE
Integere figuur
VLIET'^^
--A boerderij
ARSEN VENIN6A
GERAAMTE
SCHAAL 1:17000
Op deze situatietekening geeft een kruisje de plaats aan, waar in 1936 arbeiders van de Werkverschaffing het geraamte vonden. Er lag toen nog „een
draai" (bruggetje) over het Ouddeel en van het pad dwars door het land naarSchilkampen werd een druk gebruik gemaakt. Nóg is het mogelijk de plaats
van de lugubere vondst van Leeuwarden uit te bereiken, zonder op sloten of vaarten te stuiten. Het kan dus ook zo zijn geweest, dat Jarig Wenselaar op
die novemberdag in '22 deze voettocht door de landen heeft gemaakt en bij het Ouddeel te water is geraakt.
BIJ HET OUDDEEL GEVONDEN GERAAMTE
STAAN DE HELDERZIENDEN TEGENOVER EL
KAAR: DE EEN MEENT, DAT HET DAAR AAN
GETROFFEN STOFFELIJK OVERSCHOT VAN
IEMAND ANDERS MOET ZIJN, DE ANDER IS
ER VOOR DE VOLLE HONDERD PROCENT VAN
OVERTUIGD, DAT HET IN 1936 TE VOORSCHIJN
GEKOMEN GERAAMTE DAT VAN DE VERMIS
TE JARIG WENSELAAR WAS.
het
vast
gen, ik heb
Thol.: „Ja zeker, dat kan,
dat kan, wacht u even,
dan zal ik m'n bandrecor
der aanzetten.
Geruime tijd stilte.
Thol.: „Zo, nu heb ik mijn
bandrecorder ingescha
keld, nu gaan we even op
nieuw beginnen. Mijn in
druk is, dat hij op een
donderdag is weggegaan,
ik zie hem met een don
kergrijs pak aan, hij loopt
iets voorovergebogen, hij
is in gedachten verzon
ken, ik heb de indruk, dat
hij last van zijn rug heeft,
hij is in een overspannen
toestand, ik kom uit de
richting van Huizum en
ga naar Groningen, kom
bij een grote plas met wa
ter, ik kom daar steeds,
bij een paviljoen, 250 me
ter verder moet een in
ham zijnik zie een
scherpe indeuking aan
zijn voorhoofd, ook een
litteken aan de rechter
hand en een heel klein
litteken net onder het
haar. Hij was in een
zwaarmoedige toestand,
was danig in de put. Hij
ging niet de stad in, maar
langs de gevangenis, nee
eerder nog, voor een brug
rechtsaf, ja zo buitenom,
het was 's avonds laat, in
het donker in plaats van
's middags, ik kom bij een
melkfabriek, loopt daar
een kanaal
Sch.: „Daar loopt een ka
naal, ja".
Thol.: ,Komt dat water uit
in een grote plas? Maakt
het een scherpe bocht?
Staat daar een molen, of
heeft er een molen ge
staan, een gekleurde mo
len, wat dat is weet ik
„Hier is het geraamte gevonden zegt - bijna dertig jaar
later - de nu achtenvijftigjarige heer Arjen Veninga, die
toen een boerderij bewoonde op een steenworp afstand van
de lugubere vondst. De schedel en nog wat losse botten
kwamen te voorschijn, toen een dertigtal arbeiders in de
werkverschaffing het Ouddeel uitslatten. Er lag toen een
wel twee meter brede moeraslaag voor de wal van de vaart.
„Die ging met het water omhoog en naar beneden" vertelde
de heer Veninga. „Daar hebben ze die man ondergeschoven
moet je maar denken - dat liet helemaal geen sporen na
niet of hij wordt daar
gevonden, in het brede
water, of hij wordt gevon
den in de plas. Het spijt
me, maar ik moet zeggen,
dat hij niet meer in leven
is. Ik heb de indruk, dat
hij verdronken is".
Sch.: „Kunt u zeggen, wan
neer dat is gebeurd?"
Thol.: „Om elf u. 's avonds"
Sch.: ,En hoe lang geleden,
ziet u dat?'
Thol.: „Voor een veertien
dagen terug"
Sch.: „Dat is niet juist; dit
is al een heel oude zaak,
het gaat om een man, die
Vervolg op pag. 11
De heer A. Roosma, klasge
noot van Jarig Wenselaar
op de Kweekschool te Leeu
warden heeft Wenselaar op
de avond voor zijn verdwij
ning nog ontmoet. Samen
zouden ze naar de door ons
reeds genoemde avond van
de V.C.J.B. gaan, maar Ja
rig was verhinderd, omdat
hij nog naar het kantoor
van de Gemeentereiniging
moest. „Ik heb toen niets
bijzonders aan hem be
speurd", schreef de heer
Roosma ons. En: „noch mijn
vrouw, noch ik geloven, dat
hij in de functie van boek
houder fout is geweest.
Daarvoor was hij naar onze
mening een te integere fi
guur."
HET MYSTERIE JARIG WENSELAAR
HOOGHOUT
TERREINEN
6EMEENTE
REINIGING
zwaarmoedige toestand.
Is hij leraar
Sch.: „Nee, hij is geen
leraar"
Thol.: „Maar hij is toch wel
onderwijzend, of bij het
onderwijs betrokken.
Heeft hij aan de middel
vinger van z'n rechter
hand een litteken?"
Sch.: „Dat weet ik niet".
Thol.: ,Wilt u daar naar in
formeren?" Ik heb de in
druk, dat die man last
van z'n rug heeft gehad
hij is op een donderdag
vertrokken, ik heb de in
druk van na de middag,
ik kom ten noordoosten
van Leeuwarden, bij het
water, een 'grote plas, ik
kom bij groot water
Is hij ongeveer 42 jaar?"
Sch.: ,Nee, hij is geen 42 j."
Thol.: „Lijkt hij ouder? Hij
loopt iets voorovergebo
gen, met het hoofd naar
beneden, hij heeft sluik
haar, donkerblond haar."
Sch.: ,Mag ik u even in de
rede vallen ik geloof,
dat u mij te pakken hebt,
kan dat Ik ben 41 jaar,
ik loop wat voorovergebo-