Q ENAULT (I OSIER 'T KLEINE KRANTSJE 4 my[ fïaqz.... VOOR NAAR Lezers klommen in de pen De jodenbuurt Als abonnee van 't Kleine Krantsje stuur ik u een foto van de joodse bakker Beerenborg, die vroeger op de Put woonde, waar nu Groen z'n opslagplaats heeft. Als ik nu door de joden buurt ga, heb ik net zo'n ge voel als de mensen in de Am sterdamse jodenbuurt. Dan gaan m'n gedachten wel eens terug. Zo prettig was het daar om te wonen - wie het niet heeft meegemaakt weet het niet. Wij kochten snoep bij Jetje Culp en zuur bij Kaatje. Mijn grootva der was kapper en hij had ook joodse klanten. Een jood liet zich niet scheren en dus kwam er een papje op z'n gezicht. Dan ging de baard er mee af. Het goedje rook lang niet lek ker. Maar de sfeer die dan in de kapsalon heerste was zo ge zellig. Dan kwam Kalf, het groentemannetje en Jolie Ro senberg van de Eewal. Wat was dat een fijne tijd. Naast ons woonde Granada, ook een bakker, waar wij iedere morgen warme galletjes haal den. Dat was een broodje met een strengeltje er op. Hele pret tige mensen waren dat. Ze wa ren met z'n vieren, man, vrouw en twee kinderen. Wij waren dol op die kinderen. Martha was 5 jaar, toen ze weggehaald werd. Nu ik zelf moeder ben en ook zo'n dochtertje heb, be sef ik pas goed, hoe vreselijk het was, dat het zo moest gaan. Ook waste ik vaak hun baby, een jongetje, Hartog. Mevrouw Granada mocht toen geen per soneel meer hebben, dus ging ik achterom zo bij hun binnen. En als ze het druk had haalden we Martha op. Ik heb ze ook mee weggebracht. Ze liep naast me aan de hand. Ze vond de sterren zo mooi. Ze zei dat heb ik nog nooit gezien. Het was zielig om te zien. Naast ons aan de andere kant woonde de fam. v. d. Akker. Ze hadden een zoon Izak. Daar deden we sjabbes-avond de lichten altijd uit. Ze verkoch ten van alles: borstels, bezems, veters, te veel om op te noe men. Ook cosjere kaas en bo ter. Wij kregen ook alles, cos- jer, brood en vlees van Van der Kaars. Wij voelen ons ook wel wat jiddisch daardoor. Maar een ding moet mij van het hart: Nu hebben ze in Harlingen weer een joods ge denkteken onthuld. Ook is er één in Gorredijk. Waar blijft het onze voor onze joodse mensen Dat moet toch ook kunnen. Ik hoop dat ik wat nieuws voor uw Krantsje ge leverd heb. Leeuwarden Mevr. HOEN-v. d. FORM Foto's over Vlieland Ondergetekende was een dezer dagen in Leeuwarden en kreeg 't Kleine Krantsje van 7 juni over de bevrijding in handen, hetgeen mij als oud-Leeuwarder erg interesseerde. Er werd door iemand in deze krant gevraagd naar oude foto's van het va- cantiekoloniehuis op Vlieland. Daar ik nog in 't bezit ben van het gezochte, ben ik zo vrij u dit te sturen. Er werd ook nog iets gevraagd over het Friese bataljon in Indië. 'Hiervan is destijds een boek geschreven. Als de persoon er belang in stelt, kan ik dit waarschijnlijk lenen. Ik woon 36 jaar in Amsterdam, doch geef mij bij deze op als abonnee en zie uw Krantje met genoegen tegemoet. Amsterdam L. WEBER Hartelijk dank voor uw pret tige reactie. De foto's van Vlieland hebben wij naar de abonnee in Hamburg door gestuurd. Het boek van het Friese bataljon is ons reeds door een andere abonnee toe gestuurd. Red. 't Kl. Kr. Wonderlijk afscheid van vrijgezellenbestaan 't Is al een 43 jaar geleden dat er een jubileumavond was van de gymnastiekver. „Brinio". Mien jongste broer wou er nog eens allenig op uut om es lek ker feest te vieren. Nou, dat is dan oek gebeurd. Maar bij z'n thuiskomst, o ramp, had ie gien sleutel. Vader en moeke uut bed belle, nee, dat mocht niet vanzelf. Ja wat dan; over 't hek naast het huus prebere te klimmen en dan zien over 't dak van 't kantoor in de slaap kamer te kommen. Op 't hek is ie komen, maar toen zag de buurvrouw hem daarboven ba lanseren en er afvallen. Zij uut bed en schreeuwde inbrekers, dieven, moord en zij de straat op in de nachtpon; een over- buurman hoorde en zag dat en die er achteraan in pyama en schreeuwde het mens weer te rug. Vader en moeke waren oek wakker wudden deur al dat la waai, gingen voor 't raam staan en zagen dat. Och, seit mien moeke, ik sien 't al vader, 't is de optocht van de gymnasten. Deur al dat tumult kwam de pliesje er oek bij en zei teugen mien broer, die versuft de bin- binnenkant van 't hek lag: wat doen jou hier. Mien broer zei: „ik woon hier". Vader die 't zaakje niet vertrouwde ging over het terrein naar hem toe en zei: „ja agent dat is mien seun". Maar hoe komme jou hier'Nou seit mien broer, „ik hew gien sleutel en ik wu jim- me er niet uutbelle en 'k docht over 't dak van 't kantoor, met een glazen dak, so sien in hus te kommen". Ondertussen komt een oudere broer ook nog op 't striedtoneel met een groot oud roestig ge weer van de burgerwacht en roept: „sta of ik schiet". Toen wudde de versufte feestganger ophesen en in huus brocht. Moeke stond in de keuken en sei: „och jonge bin jou dat, ik docht dat er optocht was, nou gaan maar gau naar bed, je salie wel moed weze". En so was de vrijgezellenavond afge lopen. Mien broer bang, dat sien meiske het hore zou, maar dat is niet gebeurd. We karuie er nou hartelijk om lache, bet was een stukje film, dat kan ik jimme wel fetelle. Amersfoort M. DE VRIES Mysterieuze brand Door familie zijn we kortgele den in het bezit gekomen van 't Kleine Krantsje. Het heeft op ons indruk gemaakt en we be sloten ons direct te abonneren. Zo kwamen wij ook in 't bezit van no. 5. In dit krantsje is de mysterieuze brand beschreven in het Nat. Reddingsleger aan de noordzijde van de Tuinen, waar ik gaarne op in wil gaan. Daar staat o.m.: „De onmiddel lijk gealarmeerde brandweer kwam daarna snel ter plaatse en doofde het vuur, voor de vlammen ernstige verwoestin gen in het huis hadden kunnen aanrichten". Dit is niet juist. Alle eer voor de Leeuwarder brandweer, maar deze eer komt haar beslist niet toe. Het heeft zich als volgt afgespeeld: Ondergetekende logeerde toen op Tuinen 5 naast het Red dingsleger. Op de bewuste mor gen (het was nog vroeg! schrok ik wakker door hulpgeroep: „Brand brand Onmiddellijk ben ik naar het brandende per ceel gegaan, waar het lokaal aan* de voorzijde al behoorlijk brandde. Terstond ben ik naai de bakkerij gegaan om hulp te halen, direct werden er emmers water klaar gezet (mijn a.s. schoonvader belde inmiddels dc brandweer op) die met vereende krachten werden doorgegeven, zodat ik ze achter elkaar in de vuurhaard kon werpen, naar mijn schatting 25 a 30 emmers, net zolang tot het vuur was geblust. Voor de brandweer ar riveerde, gingen er zeker 5 a 10 kostbare minuten verloren. Hier treft de brandweer geen schuld want van de Nieuwestad naar de Tuinen is niet naast de deur. Na het blussen kwamen de brandweer en politie. Ik vertel de o.a. dat het erg naar gas rook, het leek wel carbidgas. Maar het enige wat mij werd medegedeeld was dat ik het pand onmiddellijk moest ver laten. U begrijpt, dit was voor mij een koude douche. Mis schien stond dit in verband met de premie Een of twee dagen later kregen we bezoek. Vermoedelijk van rechercheur J. Glastra of iemand van de verzekering, dat weet ik niet meer. Deze heer deelde ons mee, nadat ik alles had verteld, dat hij het er niet bij liet zitten, maar zou zorgen dat ik voor het blussen mijn aandeel wel zou krijgen. Nooit heb ik er wat van gezien of ge hoord. Wel weet ik, dat als de brand geblust was door de brandweer, het pand in lichter laaie had gestaan; dan was er geen kruit- achtige geur meer te ontdek ken geweest, ook geen laties tussen de muren of een dubbe le draad ijzergaren, nee dan waren de sporen voor goed uit gewist. Apeldoorn J. K. v. TEECKELENBURG Brandweer bluste niet Voetbal Enige tijd geleden deed een uwer abonnee's het verzoek om voortaan ten behoeve van vele oud-Frisianen de voetbalcompe titiestanden in uw blad op te nemen. N.m.m. een vreemd verzoek, al was het alleen om het feit dat uw blad geen sport blad is en er vele sportbladen op de wereld bestaan. Maar er is zelfs een vereniging van Frisia Reünisten en daar die oude makkers zeker over geheel Nederland verspreid zijn en velen hunner abonnee van uw blad, zouden zij het zeker op prijs stellen als bijv. aan het einde van het seizoen de eind stand 1964- 1965 zou kunnen worden opgenomen, zo moge lijk met een heel korte be schouwing over de naaste toe komst: promotie, degradatie. Voorburg J. G. PEETING Springlevend Als abonnee op 't Kleine Krant sje verbaasde het mij in de uit gave van 5 mei onder de titel „Leeuwarders vierden vroeger tweemaal Oranjefeest" een foto te zien, waaronder staat: „zijn we goed ingelicht, dan is geen van de gefotografeerde heren meer in leven". Dit is onjuist, want mijn schoonvader, de heer L. Hofman, thans gepension- neerd en wonende in Voorburg, is nog springlevend en iedere jongeman een voorbeeld waar dig. Hopend u hiermee voor verder en juister onderzoek van nut te zijn geweest. Leeuwarden J. FENNEMA SPANJAARDSLAAN 162 LEEUWARDEN -TELEF. 05100-20043 Hoort U nog wel eens, dat er een koe in de Leeuwarder grachten zwemt? Wat vroeger geregeld voorkwam, gebeurt nou zelden meer: de beklagenswaardige beesten, die op weg zijn naar het abatoir, laten zich tegenwoordig blijkbaar willoos afslachten, terwijl ze vroeger nog wel eens de benen namen en de gracht indoken. Dit is een plaatje uit de oude doos: Adema XVI of XXXin, dat weten we niet, heeft een duik genomen en wordt nu weer op de wal gebracht. En daar wacht dan toch het slagersmes het is tragisch, maar waar. BAKKER BEERENBORG EN Z'N VROUW

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 4