'T KLEINE KRANTSJE
10
Kees de Tippelaar met een van z'n honden en de beroemde wandel
stok met schroef dop: in de stok bevond zich een buis met een
slukje voor Kees. Het geruite jasje was gemaakt uit de winterjas van
een overleden vriend - tientallen jaren heeft Kees het nog gedragen.
- en dat bleef zijn gewoonte bij
al z'n verdere marathons in In-
dië - op blote voeten wilde hij
tippelen; alleen in de bewoonde
wereld trok hij voor tijdelijk z'n
schoenen aan. In zes en vijftig
dagen legde Kees een afstand
van 329 palen af en een paal
was ongeveer twintig minuten
gaans.
Met een stoombootje stak Kees
daarna van Celebes over naar
Java en maakte toen een reus
achtige voetreis dwars door dit
eiland van Bandjoewangi naar
Batavia, een afstand van meer
dan tweeduizend palen, waar
voor hij precies een half jaar
nodig had.
Dank zij z'n ijzeren wilskracht
en zeer krachtige constitutie
kon Kees deze prestatie vol
brengen, maar niet weinig werd
hij hierbij ook gestimuleerd
door de wetenschap, dat hij
alleen wandelend de melancho
lie kon vergeten, waaronder hij
z'n hele leven gebukt zou gaan.
Mocht Kees over ruime midde
len beschikken om deze tippel-
tochten zo aangenaam mogelijk
te maken; hij gaf er de voor
keur aan om ze niet aan te
spreken en leefde zo sober
als het maar kon; hij
schoot zo nu en dan eens wat
wild, kocht voor een paar cen
ten rijst en kon dan weer een
hele tijd vooruit. Alleen z'n eni
ge bagage, een heel klein kof
fertje, liet hij dragen door een
inlandse bediende, die dus ge
doemd was deze enorme wan
deltochten van start tot finish
mee te maken.
Intussen was z'n faam als mara
thonwandelaar al lang in Ne
derland bekend geworden en in
Indië zelf werd de jonge heer
Dudok de Wit als Kees de Tip
pelaar al snel een gevierde fi
guur: terwijl opa in Amsterdam
nog altijd in stilte hoopte, dat
de energieke kleinzoon vroeg of
laat toch nog op een suikerplan
tage zou neerstrijken, liet Kees
zich door de Soesoehoenan of
Keizer van Solo huldigen en
verklaarde hij plechtig z'n hele
verdere leven te zullen wijden
aan de wondermooie wandel
sport.
Geen wonder dan ook, dat hij
meteen besloot om maar van
Batavia naar Breukelen terug te
lopen, voor zover mogelijk dan:
een stoomboot bracht hem van
Java naar Hongkong en afge
wisseld door verdere hoogst
noodzakelijke boottochten tip
pelde Kees daarna door China,
door Japan, door Amerika en
keerde via Londen en Parijs al
wandelend naar het kleine Hol
land terug.
Op de laatste dag van juni 1867
zag Amsterdam hem weer aan
komen: als een geheel nieuw en
beter mens, die zich weer vro
lijk voelde - al die duizenden
afgelegde kilometers hadden hem
de melancholie doen vergeten.
En huize Slangevecht, waar hij
zich thans definitief vestigde,
werd nu een wonderlijk „ver-
maakcentrum", waar Kees de
Tippelaar iedereen gastvrij ont
ving, die maar naar z'n mooie
verhalen wilde luisteren, waar
werd gefuifd en gefeest, waar de
zotste invallen uitmondden in
de prachtigste practical jokes.
Kees tippelde de
Wanneer Kees de Tippelaar, Neerlands beroemdste landloper, geen voetreis maakte naar
Parijs, over Java, of dwars door Amerika, woonde hij op z'n buiten Slangevecht onder de
rook van het Utrechtse Breukelen. Daar is het nu, een halve eeuw na de dood van deze
Kees op zijn geboortedag te zijner ere en nagedachtenis, nóg altijd feest voor de school
kinderen: de kleintjes worden dan op poffertjes getracteerd, de groteren maken een uit
stapje naar Amsterdam om in Artis „de aapjes'' te gaan zien. De kosten van deze heerlijk
heden kunnen worden bestreden met de rente van een bedrag van acht en een half duizend
gulden, dat Kees de Tippelaar by zijn overlijden in 1913 speciaal voor dit doel legateerde
aan de gemeente waar hij woonde, wanneer hy toevallig niet tippelde. Zo wordt de jeugd
van Breukelen tot in lengte van dagen herinnerd aan deze merkwaardige figuur, die mis
schien niet alleen de grootste tippelaar, maar ook de grootste grappenmaker is geweest,
die ons land ooit heeft gehad.
hele wereld door
Leonard Corneille Dudok de
Wit, alias Kees de Tippelaar,
ook wel genoemd de Vechtsala-
mander, de Waterchinees, de
Vechtkikker, de Waterspin, werd
in 1843 op de derde oktober („op
Hutspotdatum", zoals hij zelf
zei) geboren in Amsterdam.
Hij stamde van Hugonoten, die
in het laatst van de zeventiende
eeuw uit Frankrijk emigreerden
naar ons land. De kleine Kees
zou zijn vader niet leren ken
nen - die overleed nog in de
zelfde oktobermaand, zodat hij
en zijn twee jaar oudere broer
tje moesten worden grootge
bracht op Huize Slangevecht in
Breukelen, het landgoed, dat in
het begin van de negentiende
eeuw al in het bezit was van de
familie De Wit en dat nu dien
de als zomerverblijf voor de
grootvader van Kees, een make
laar in suiker, die op de Beurs
in Amsterdam een fortuin had
verdiend.
Het was ook dank zij dit vorste
lijke familiebezit, dat Kees in
zijn latere leven geen slag hoef
de te doen voor de kost - als
oudere man kwam hij er rond
voor uit nooit een cent te heb
ben verdiend
Al heel jong gaf Kees Dudok de
Wit blijk van een stugge koppig
heid - wat hij in z'n hoofd had
ging door. Eens ging hij uit
louter gekheid midden op de
straatweg liggen en toen hij
werd binnengeroepen hield hij
zich doof. Grootvader De Wit,
ontsticht over zoveel brutali
teit, pakte de rijzweep en sloeg
er geducht op los, maar de jon
ge Kees onderging de pijnlijke
bestraffing met de grootste ge
latenheid: hij was er blijven
liggen, ook al zou hij met moord
en doodslag zijn bedreigd
Toen Kees tegen de twintig liep
achtte grootvader de tijd geko
men 0111 hem een stoel te geven
op z'n makelaarskantoor in Am
sterdam, maar de jonge vrijbui
ter zag als tegen de dood tegen
een dergelijke saaie kantoor
baan op en kwam zelf met een
ander plan: hij wilde eerst wel
eens in Indië zien om zich op
de hoogte te stellen van het
werk op de suikercultures - met
de in de tropen opgedane ken
nis zou hij dan later beter van
wanten weten op het kantoor
in Amsterdam.
Opa De Wit ging vlot met dit
voorstel akkoord en in het voor
jaar van 1865 scheepte Kees zich
in op het zeilschip Baltimore.
Zes en negentig dagen latei-
meerde de Baltimore in Soera-
baja af en intussen was Kees
helemaal vergeten, wat hij eigen
lijk in Indië kwam doen. Daar
om huurde hij enkele dagen na
aankomst maar een rijtuig en
een paard en begon aan een
ruim zes maanden durende
tocht door heel Oost en Midden
java.
Deze trip te land werd gevolgd
door een reis van een maand
over zee door de Molukken en
toen besloot Kees zich voortaan
op een nóg sportievere wijze
voort te bewegen: hij wou gaan
wandelen - dwars door de Mina-
hassa, het deed er niet toe hoe
lang
Een dag na z'n ontscheping te
Kema op Celebes trok Kees de
wandelschoenen al aan, of be
ter gezegd, hij trok ze uit, want
Dit is het landgoed Slangevecht bij Breukelen, waarin Kees de Tippelaar na z'n lange voetreizen terug
keerde om er z'n vrienden te ontvangen en er nieuwe grappen uit te broeden.
KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE T