Zomer of winter: Kees zwom altijd 'T KLEINE KRANTSJE 10 KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPE Kees (links) na aankomst van z'n tippeltocht naar Parijs met zijn vriend. P. H. Witkamp - een prachtig duo Kees liep op pantoffels. Witkamp nam notabene een „hoge zijden" mee Slangevecht al omgedoopt in Huize „Vroeg- Loop- en Zwem- lust", maar toen er later een enorme prentbriefkaartencorres pondentie met z'n talloze be wonderaars ontstond, maakte Kees gebruik van nog veel meer mooie betitelingen van z'n huis: Menschenlust, Snelpost, Kortaf, Omgaand Antwoord, Afspraak- lust, Tippellust, Sportlust, Le venslust, Oude Klarelust, Ver gunning, Kop Loopt Om, Inkt- vreugde, Telegraaf lust, Afdoen van Zaken, Zang- en Danslust, Pen-ink-dooplust, Voet Bij Stuk Houden, Programmalust, Ik heb zo'n lol Dagelijks bracht de post een dikke tachtig briefkaarten uit letterlijk alle werelddelen bij Kees en al deze correspondentie placht Kees per ommegaande en kort en krachtig te beantwoor den, waartoe hij bij voorkeur de nachtelijke uren benutte, want Kees sliep niet of nauwelijks: een bed voor zich zelf had hij niet eens; hij rustte slechts en kele uren (gekleed op de sofa in de huiskamer. Volkomen uitgerust en zo fit als een hoentje stond Kees in het holst van de nacht alweer op, ontstak de grote schemer lamp en besteedde de hele ver dere nacht aan het beantwoor den van de prentbriefkaarten, die de dag ervoor tvaren gearri veerd. De meeste kaarten kwa men van mensen, die Kees de Tippelaar alleen kenden van de waarderende verhalen uit de krant, maar wie zelf eenmaal een bezoek aan z'n gastvrije woning had gebracht, bleef stel lig voor Kees een trouwe cor respondentievriend. Twee dames uit Leeuwarden, beiden kortgeleden overleden he laas, hebben indertijd - onafhan kelijk van elkaar - Huize Slange vecht bezocht en verblijdden 't Kleine Krantsje met prentbrief kaarten, die Kees hoogstper soonlijk had verstuurd. De ene kaart was gericht aan „Mijn levenslustige Griet Bakker, Pochstraat 32 (in plaats van Poststraat de andere die wij kregen van mevrouw Hoogslag, was gericht aan „Het gezellige Klaverblad, Snoesjes E. C. en J. A. de Boer Koog aan de Zaan", waarbij Kees achter het woord Klaver een blad had getekend en achter de K van Koog een oog Ook hebben wij kaarten van Kees in ons bezit met originele kwalificaties als „Het Meisje uit één stuk" en „Het aardige Dotje, per adres het Z8zinnige weeuw- tje Iedere morgen maakte Kees een tocht van drie kwartier naar het postkantoor - met vaste tred, een ernstig gezicht en een grote tas met z'n correspondentie onder de arm. De voor hem bestemde ochtendpost nam hij dan weer mee terug en ook overdag maak te Kees dan nog enkele wande lingen naar de post om de in middels gearriveerde poststuk ken op te halen. Vóór het vervullen van deze dagelijkse plicht was Kees even wel het water van de Vecht al ingeploempt, een stunt, die hij nooit oversloeg, want niet alleen in de zomer, maar ook in de wintermaanden nam Kees iedere dag in dit buitenwater z'n bad. Zelfs in de strengste winters bij de bitterste kou spartelde Kees al voor het kraaien van de haan in het water van de Vecht: ge kleed in een bij de ijsschotsen onopvallend camouflagepak - een lange witte onderbroek en een dito hemd Zeven jaar bleef Kees de Tippelaar rusten op de lauweren, die hij met zijn enorme wandeltochten door Indië, China, Japan en Amerika had geoogst. Toen vlogen de muren van Huize Slangevecht de geboren melancholicus weer aan en besloot hij opnieuw te gaan wandelen om de ellende van z'n zwaarmoedigheid te vergeten. En weer werd de zonderlinge Hollander overal geestdriftig begroet en als een grote held gevierd: noch Europa, noch Amerika had eerder een figuur gezien, die de moed kon opbrengen zulke ongehoorde af standen af te leggen met de benenwagen wederom de oceaan over om in Amerika meer van z'n benen dan van de trein gebruik te ma ken en drie jaar later ondernam hij nogmaals en nu voor de laatste maal een kolossale Ame rikaanse tippeltocht. Later volg den nog verscheidene (kleinere] reizen naar Engeland, waarbij Kees zich graag liet vergezellen van goede kennissen als de sla ger of de bakker uit z'n dorp Op al deze tochten kocht Kees de Tippelaar alle mogelijke snuisterijen en rariteiten, waar mee later (in 1891) zijn (hoogst- merkwaardige) „Museum voor Land- en Volkenkunde" werd ingericht: een bonte verzame ling van de meest uiteenlopende souvenirs. Intussen had Kees het Huize Zomer of winter - Kees sprong in de Vecht. Hierboven: „Kees gaande in de bijt". Hieronder: „Kees in de bijt - zaterdag 13- 12-1903". Op de eerste juni 1874 startte Kees met zijn historicus P. H. Witkamp voor een tiendaagse tippeltocht naar Parijs, waarbij de heren gemiddeld daags der tien uren marcheerden. In de maanden november en decem ber van hetzelfde jaar bracht de jonge Dudok de Wit een nieuw bezoek aan Amerika en op de eerste mei van het jaar daarna zette hij opnieuw de sokken er in, nu het oosten in - richting Wenen. Daar kwam hij op de zesentwintigste van deze mei maand aan en zelden had de Oostenrijkse hoofdstad zulk een glorieuze intocht gezien: als de grote held van de dag werd Kees overvallen door een heel leger krantenverslaggevers. In 1876 stak Kees de Tippelaar KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPE

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 10