'T KLEINE KRANTSJE
10
KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR
rMHI'ftr' m&avtB
B: KmMnitMflHHI
Een man, die de hele wereld
had doorlopen, die - weer of
geen weer - iedere dag een duik
nam in de Vecht, die uit alle
hoeken van de aardbol corres
pondentie ontving en zelf de
zotste prentbriefkaarten schreef,
moest wel een bezienswaardig
heid zijn.
Welnu, Kees de Tippelaar, ge
fortuneerd landloper, grappen
maker van formaat, was een
gulle gastheer bovendien - wie
hem maar meedeelde prijs te
Stellen op een bezoek, was har
telijk welkom op Slangevecht;
alleen: visites moesten vroegtij
dig worden aangevraagd, want
er was een „wachtlijst" van
zeker wel een half jaar.
Tot de vaste vrienden van Kees
de Tippelaar hoorden studenten,
journalisten, artisten; zij liepen
binnen en ploften er maar neer.
Huishoudster Antje, wat mis
maakt en volkomen passend in
het milieu van Slangevecht,
kwam al gauw met een borrel
tje, Kees beklom z'n praatstoel
en bracht z'n kostelijke verha
len als een conferencier.
Zo werd ieder bezoek voor elke
bezoeker een evenement, ook
al, omdat Kees z'n conferences
zo nu en dan abrupt afbrak voor
het uithalen van een grap.
Hoorde hij aan een stoot op de
stoomfluit, dat het passagiers
bootje uit Amsterdam in aan
tocht was, dan kon het gebeu
ren, dat Kees ijlings drie, vier
volkomen geklede wassen pop
pen in het water smeet en zelf -
eveneens gekleed - luid om hulp
roepend de Vecht insprong zo
dra die boot de hoek omkwam
en de passagiers de drenkelingen
konden zien..
Terwijl Kees dan naarstig aan
het redden sloeg, ontstond er
niet zelden een hele consterna
tie op de boot - behalve uiter
aard bij de kapitein, want die
zat mee in het complot en was
wel zo vriendelijk om Kees elke
dag even met de stoomfluit te
waarschuwen voor de nadering
van de boot.
Dezelfde poppen, opgesteld in
de grote voortuin, aan keurige
cafétafeltjes en onder kleurige
parasols, brachten in de zomer
maanden dikwijls passanten in
de waan, dat hier een uitspan
ning was. En zo moet het wel
zijn gebeurd, dat er hele gezin
nen neerstreken en kortbeve-
lend de „oberriepen. Dan
kwam Kees eraan, vol binnen
pret, gekleed in een smetteloos
wit kelnersjasje en met een
dienblad in de hand. Prompt
werd de bestelling uitgevoerd en
onvermijdelijk kwam later het
moment van afrekenen.
„Ober Wat krijg je van mij
„Niets meneer.
„Niets Maar man, ben je gek?"
Nee, ik ben Dudok de Wit.
Zonder dit kelnersjasje was Kees
een man, die duidelijk niets
deed aan het verzorgen van z'n
toilet: haast altijd was hij ge
kleed in het smoezelige geruite
buisje, een herinnering aan een
dierbare, overleden vriend, uit
wiens overjas hij dit buis had
laten maken.
Z'n broer Bram - A. C. C. Du-
dok de Wit - de „minister van
sport", die door ons land werd
afgevaardigd naar het Sportcon-
gres tijdens de Parijse wereld
tentoonstelling, was een heel
andere figuur.
Toen Slangevecht het trefpunt
zou zijn voor een aantal Indi
sche vorsten, die de beroemde
tippelaar nog wel eens in z'n
eigen omgeving wilden zien,
kwam Bram dan ook met het
dringende advies om nu eens
„niet gewoon te blijven", zoals
Kees het liefst had willen doen.
„Doe dat niet jong", zei Bram,
„denk er aan: de eerste indruk,
die blijft
Bram heeft gelijk, dacht Kees
en bij wijze van hoge uitzonde
ring stak Kees de Tippelaar zich
in een keurig zwart lakens pak.
De vorsten kwamen met de boot
en toen ze op de Vecht in zicht
kwamen, kwam Kees de hoge
gasten in een roeibootje tege
moet. Tot hun enorme verba
zing zagen die toen, hoe Kees
plotseling een geweer tevoor
schijn bracht en zes saluutscho
ten loste Daarna zorgde Kees
ervoor weer tijdig op eigen
grondgebied terug te zijn en
toen de vorsten aan wal stapten
stonden Bram en Kees met de
hoed in de hand, voor een
plechtige ontvangst gereed. Alles
verliep vervolgens geheel vol
gens het strakke protocol, maar
eenmaal binnen de muren van
Slangevecht viel Bram plotse
ling uit z'n rol, drukte z'n broer
de hoge hoed over de ogen en
zei: „Wel Kees, ouwe jonge, nou
zullen we nog eens even pret
hebben Meteen was het ge
beurd met alle deftigheid, het
ijs brak en het werd weer een
daverend festijn
Kees op een hoge fiets voor z'n Slangevecht
De andere figuren
op de foto hoeft u niet allemaal
serieus te nemen:
zo nu en dan smeet Kees ze
in de Vecht.
Dat zijn wassen beelden namelijk
léf isy!? -
4 V r
KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR KEES DE TIPPELAAR