Nog meer herinneringen
aan Joden van de Put
Q ENAULT
Gonzevqdrt
r
IJ OSIER
HIER LACHTEN
OPA EN OMA OM
'T KLEINE KRANTSJE
4
VOOR
NAAR
"A
-J
Het stukje van de heer J. C. van Dam (Joden gaven aparte sfeer aan buurt van de Put) in
't vorige Kleine Krantsje, is kennelijk dat van een echte Luwadder jonge; groot brocht in
't hartsje van 'e stad. Sien stukje skat ik, laates sien, ik denk su omstreeks 1914—'18. En het
brocht mie terug in ongeveer dieselde tied, toen ik sun opslopen jonkje waar van veertien
vijftien jaar. De redakteur sal der wel een stokje voor steke (wat plaatsruumte betreft)
maar ik loof, dat ik wel een Oud-Testament vol skrieve kan over die bekende Luwadders
en straatfiguren en de vroegere omstandigheden. Ik mut mie dus beperke tot een korte be-
skrieving van enkele toen levende personen uut die ouwe gesellige en drukke jodebuurt.
Daar hadden je dan o.a. „David"
,,Aiie Stoppelman", „Jetje Culp",
de „verloofde" van Flip van
Messel". Veenstia, het bij de
jeugd overbekende „Buffalo
Bill-winkeltsje, de beruchte he
ren De Viies (vader en seun]
uut de Slotmakerstraat; en voor
al niet te vergeten het jodesla-
gerke J. v. d. Hoek met sien
suster A. v. d. Hoek; de over
buren van voornoemde heer de
Vries.
Laat ik beginne bij David. Da
vid was, wat je noemt een „frij-
geselle jodejonge" van middel
bare leef tied, die je overal in 'e
stad teugen komme kon. Wat
voorovergebogen, „een grote
neus" met de altied daaraan
hangende drup, hoorde hij ken
nelijk tuus in de jodehoek.
Wat David dee voor de kost
Hij was geestelik niet helemaal
je dat, en ik docht, dat ie wat
eenvoudige boodskapkes en wat
licht loopwerk dee voor sien
geloofsgenoten. Hij was meer
een stakker en een normaal ge
sprek met David voere, behoor
de feitelik tot de onmogelikhe-
den. Probeerde je het toch, dan
knorde hij wat achter in sien
keel, keek je wat skuw en wan
trouwend an en draaide je knor
rende de rug toe.
Wat moeder Natuur de mens
enerzijds onthoudt geeft se vaak
in andere vorm ruumskoots te
rug. Su oek bij David. Want
„het mannetje" in de man Da
vid was ontwikkeld genoeg. Ver
keerde selfs in blakende wel
stand, was striedvaardig en
striedlustig.
Jonge vrouwen kon hij met ver
tederde blik lange tied nakieke.
Oek probeerde hij geregeld bij
een bepaald soort dames in de
gunst te kommen. Maar intie
mere kennismaking ging niet
deur, wegens ontbrekende con
tanten bij David. Tenslotte „sa-
ken binne saken".
As David dan weer es een
blauwtje liep, dan volgde deur-
lopend 't selde skelwoord; een
woord, ten nauwste samenhan
gende met et beroep van de be
trokken dame. Van David binne
op dat terrein heul wat ver
haal tsj es in omloop, waar an we
kiesheidshalve mar stilzwijgend
voorbij gane.
Arie Stoppelman
Arie had een paraplu-winkeltsje
in 'e Slotmakerstraat. Gesien
sien uterlik en gehoord sien
uutspraak, had het voor hem
hoegenaamd gien sin, te ont
kennen, dat hij hoorde tot „het
oude Volk". Hij reisde oek in
paraplu's en was vaste abonnee
van de Nederlandse Spoorwegen.
Vedder kon Arie sich beroeme
op een goeie eetlust met daar-
neffens een perfekt werkende
„stofwisseling" met ens. ens.
Eenmaal goed en wel in 'e trein
sittende, moest hij sich altied
eerst eventsjes „verabsentere" en
musten de kaartvrienden nog
eventsjes geduld oef ene, tot hij
verlicht en verlucht sien plaats
innam om te klaverjassen.
Nou kanne joden, deur manier
van doen en deur hun typische
uutspraak, vaak ongewild gees
tig of humoristisch weze. Op een
goeie dag, de trein waar krek
't station uut en de kaarten
wudden al skud, sei één van de
collega-reizigers: „Nou Arie,
must nou niet eerst even naar
de doos". „Ik hoef niet", sei
Arie. „Toe, gaan nou mar even
tsjes, anders mutte we asens
weer op dy wachte", sei een
ander. „Ik oef niet", sei Arie
met nadruk. De derde reiziger,
met een knipoogje tot de ande
ren: „Toe ju, skiet nou op, ik
wil kaarte".
„Ik oef niet, seg ik, en as ik
niet hoef, dan oef ik niet", be
sliste Arie. „Nou ja, best, as tou
niet hoefste, houdt alles op en
wille we niet andringe", vonden
de heren. De kaarten wudden
skud, ronddeeld en der wudde
klaverjast. Of het kaartspel na
derhand toch weer onderbroken
is Och, wat geeft ons disse
wetenschap Sou, deur sun tus-
sentiedse eenvoudige routine
handeling van Arie, de wereld
geschiedenis een ander verloop
kregen hewwe Ilc loof het niet.
Leeuwarden Kb.
De Griezelkelder
Hartelijk dank lezers en lezeres
sen voor uw medeleven en re
acties in 't Kleine Krantsje op
het verhaal over het Leeuwar
der Wassenbeeldenkabinet en
de Griezelkelder. Wat een me
deleven en sympathie heb ik
ontvangen van mijn stadgeno
ten en hoe heb ik ondervonden,
dat het Leeuwarder Wassenbeel
denkabinet een grote plaats in
nam bij onze stadgenoten en
trouwens ook buiten de stad
Men zal begrijpen, dat het mij
hindert, dat waar ik zeven jaar
voor geploeterd heb, nu door
elkaar ligt op een vochtige zol
der aan het Heerenwaltje. Mijn
heer G. Bückers uit Amsterdam
die de Griezelkelder bezocht in
de Koningsstraat met Franse
toeristen herinner ik mij nog
en dat bezoek was zeer vermoei
end voor mij, want zij waren
die dag niet de enige bezoekers.
Maar u en die toeristen kunnen
zich niet hebben stukgelachen
(wat griezelig om mijn levens
werk. Ik wilde dit even recht
zetten voor de lezers van 't
Kleine Krantsje.
Zolang er tevredenheid was bij
een bezoek aan de Griezelkel
der bij het publiek, was er ook
tevredenheid bij ondergeteken
de. Hij is dan ook dankbaar, dat
hij ook veel intellectuelen mocht
rondleiden, onder wie vooraan
staande persoonlijkheden als de
burgemeester van Leeuwarden,
de Procureur Generaal der drie
noordelijke provincies, Ingrid
Valerius, Jef van der Heiden,
vele doktoren, predikanten,
priesters en directeuren van ve
le binnen- en buitenlandse mu
sea en zijn grote en trouwe
vriend Havank.
Leeuwarden
W. WIERSTRA Th. zn.
IBACH
FöRSTER
SCHIMMEL
topmerken
Piano's met een eigen ka
rakter, edele toon, lange
levensduur
SPANJAARDSLAAN 162 - LEEUWARDEN-TELEP. 05100-10041
SssSJ"- Nieuwestad 103
Leeuwarden
Tel. 25693, na 7 uur 22882
Kees I
Dat was wel een hele verrassing
in 't Kleine Krantsje te lezen van
Kees de Tippelaar Het zal nu
omstreeks zestig jaar geleden
zijn, dat ik als klein meisje met
mijn ouders tijdens een vakan
tie in 't Gooi verzeild raakte in
Breukelen en ik meen mij te
herinneren, dat wij op een ter
rasje gezeten hebben van een
uitspanning, die Kees de Tippe
laar hier dreef.
Ik weet dit nog, omdat mijn
vader er enkele prentbriefkaar
ten kocht, die tot voor kort in
mijn bezit gebleven zijn. Helaas
zijn ze bij een verhuizing, niet
lang geleden, opgeruimd, anders
had u er misschien nog iets mee
kunnen doen.
Ook weet ik mij de correspon
dentiebezigheden van Kees de
Tippelaar te herinneren en het
is me altijd bijgebleven, dat mijn
ouders met een zekere bewon
dering over deze man praatten,
wanneer het dikke ansichtenal
bum voor de dag werd gehaald.
Ik vond het leuk u dit even te
laten weten, omdat er misschien
niet veel Leeuwarders zijn, die
Kees de Tippelaar zelf hebben
ontmoet, al noemde u in uw
laatste artikeltje over Kees dan
toch enkele namen.
Heerenveen
Mevrouw A. DE BOER
Kees heeft nimmer een uit
spanning gehad in Breukelen;
toch zult u er wel een glaasje
limonade hebben gedronken -
dat nemen we onmiddellijk
aan Hij had namelijk de aar
digheid om het te doen voor
komen, dat z'n buiten een uit
spanning was en met dat
grapje moet hij heel veel
mensen bij de neus hebben
gehad. Enfin, dat zal in de
serie verhalen over Kees nog
wel ter sprake komen.
Red. 't KI. Kr.
BETER EN KORTER
Heer: ,,Ik heb grooten lust om je voor je onbeschaamd
heid een oorvijg te geven
Boer: „Beter van niet, mijnheer, geef mij liever de drie
gulden, die het u zou kosten, dan bent u van alle last af".
BIJ 'T DINER
Parvenu (tot zijn vis-a-vis): Ik moet u eerlijk verklaren.,
ik lach met al dat geklets over beschaving Ik zit nu al
een paar uur tegenover u, nietwaar En zeg nu eens
eerlijk: hebt u aan mij wel iets van beschaving kunnen
merken
UIT DE SCHOOL
Onderwijzer: In welk jaargetijde hebben de vruchten het
meest te lijden
Jongen: In den vakantietijd, meester.
SCHOTSE MEDICIJNEN
Een vreemdeling kwam in een Schotsch provinciestadje
en scheen wat ongesteld. Hij vroeg een der inwoners
waar een apotheek was.
„Wat voor soort winkel is dat
„Wel, de plaats waar men medicijnen kan koopen".
„Neen, mijnheer, wij hebben hier zulk soort winkel niet".
„En wat doe je dan als iemand ziek wordt Neem je dan
geen medicijnen in
„Geen druppel, mijnheer. Wij hebben whisky voor de
menschen en teer voor de schapen en dat is voldoende".
ZIJN DIERBAARSTE BEZITTING
Zij: Je zegt dat je mij liefhebt, maar hoe zul je dat be
wijzen
HijIk zweer het bij
Zij: Zweer bij iets van hoog belang, iets dat je zoo dier
baar is als je leven.
HijAdèle, ik zweer het je bij mijn salaris
GEPAREERD
Zij: „Een wiskunstenaar heeft uitgerekend dat een man
drie jaar van zijn leven gebruikt om zijn jas dicht te
knoopen".
Hij„Is dat zoo Ik ben nieuwsgierig hoeveel jaar van
leven een vrouw noodig heeft om haar hoed op te zetten".
„Om 's hemels wil, suppoost, blijf een beetje in mijn
buurt: ik ben zoo bang, zoo heelemaal alleen