Uut de dagen van Jetje Culp en Flip van Messel Knien an touw BEETHOVEN 'T KLEINE KRANTSJE 4 klein model piano's GflNZEYODRT P. WÏELÏMGA Naauw8 Tel.27984 Leeuwarden Jetje Culp had in de Speulmans- straat een klein winkeltsje in, 't ja, waarin feiteliks. Van alles en nog wat. Een echt jodewin- keltsje; zuurbommen, wat snoep, fleskes bier en limonade, wat dageliks voorkommende krude- nierswaren, verskoten en ver bleekte aansichtkaarten ens. ens. 't Winkeltsje had één smal eta- lageraam, de vorm van een pie- pela, en daar achteran, in ut donkere gangkje moest erges een kamersdeur weze. De klant, die na een herhaald „Vollek"-geroep toch nog al tied eventsjes wachte must, had in middels alle tied op sien gemak het stoffige smoezelige en wei nis tussen Flip en Jet, vertoonde sterke overeenkomst met die aandoenlikke tragedie van die twee befaamde koningskinderen, die elkaar soo lief hadden, die niet van mekaar konden slteiden en die elkaar een brief skreven. Want selfs dat ontbrak hier niet. Doordat ik haar nooit in de re de viel en maar telkens „ja" knikte, kwam zij bliekbaar tot de niet-juuste conclusie dat ik ut zéér met haar te doen had en heul erg metleefde. Niks was minder waar. Maar ik sag gien kans, kortsluting te forceren om met goed fatsoen de plaat te poetsen. Deurbouwende op haar onjuiste kennen. Flip was nl. musicus; een goed musicus zelfs. Hij speulde trombone en o.m. in ut orkest waarvan Naberman diri gent was. Hij kan een boekje over Flip opendoen. De Stafmu- ziek sette hem oek al buten de rijen vanwege sien gekke men- neuvels, grimmassen en gezeg den. Flip van Messel was niet zus, was niet zó, maar in sien benen knikker zat ergens een los kon takje. In later jaren hew ik Flip, zowel as Jetje uut 't oog verlo ren en hew oek nooit hoort of Jetje's „verloving" naderhand is omgeset in een „huufelik". Ik hoop ut. Se wou ut so graag. Kb. WAT EEN LEEUWARDER JONKJE AL NIET METMAKE KON nig appetietelike interieur te be wonderen, alvorens na stoelege- skufel, deurgepiep en gestommel, Jeltje uut ut skemerduuster te voorskien kwam. Ze bracht allerminst helderheid en properheid met sich met. 't Winkeltsje en Jetje was een har monisch geheel. Wat mij besiel- de, su af en toe dit rommelige zaakje te besoeken, weet ik seis niet. Miskien wel, dat ik onbe wust de invloed onderging van de boeken van Justus van Mau- rik, die ut negentiende eeuwse Amsterdam met sien volkstiepen su mooi en treffend weergeve kon. En wat Jetje in mij sag, mag Joost wete, maar de toch ruum 40-jarige vrouw gong as 't ware te biecht bij een jonge van 15, 16 jaar. Ze ratelde teugen mij heule verhalen af over in tieme familiezaken en over Flip van Messel, haar „verloofde" so- as ze sei. Gelaten bleef ik dan maar staan in die stortbui van typische woorddraaiingen en joodse ge zegden. Ze had in haar leven „gien mazzel". Flip was wel een „choeie jonge" maar sien ouwe heer was een „schlemiel en me- sjogge" en dat hij der nou tus sen sit „bechriep ik niet" enz. Achteraf gesien, geloof ik toch dat Flip's „ouwe heer" toch niet soo heul mesjogge was en meer in Jetje sag dan haar lief was. In 't kort, die heule liefdesgeskiede- zou verrukt zijn indien hij de hedendaagse had kunnen bespelen. Zijn composities komen pas tot hun recht indien ze vertolkt worden op één van de onder staande wereldmerken I B A C H SCHIMMEL FöRSTEE een greep uit onze grote col lectie moderne klein model piano's. Wij tonen en demonstreren ze u gaarne. Nieuwestad 103 Leeuwarden Tel. 25693, na 7 uur22882 En wat belangrijk is, de prij zen zijn nog niet verhoogd. veronderstelling, wudde ik dan oek vaak bevorderd tot „postil lon 'd amour". Volgde dan: „As je wilt, dit briefie effentjes af- cheeve an meneer Philip". En overcheefe an hemsels, hooch". Sodoende drentelde ik dan vaak, en in die dingen was ik erg con sciëntieus, wel een kertier of langer, heen en weer op 'e stoep van Van Messel Sr., de anti quair in de St. Jacobsstraat. Tot dat Flip mie in de gaten kreeg en even ontglipte an ut wakend oog van papa. Vlug en geheipi- sinnig gaf ik dan ut krabbeltsje van Jetje deur de kier van de winkeldeur: „tankewei en doe de chroete", fluisterde Flip dan en behoedsaam gong de deur dicht. Jammer dat ik indertied nooit de moeite nomen hew, de krabbeltsjes op het vodsje te ont- sieferen. Deur disse nalatigheid komme de lezers van 't Kleine Krantsje werkelik iets te kort. Mien eksltuses. Trouwens, Flip van Messel was seis oek een aparteling. Ik sprak disse dagen nog met een be jaard en bekend stadgenoot, de heer Marinus Naberman. Disse het Flip van Messel van nabij Bekend cafébedrijf in Leeuwar den, waarvan clientèle voor ne gen en negentig driekwart pro cent uit mannelijke volwassenen bestaat, kreeg zeer onlangs ver zoek van jeugdclub in het eta blissement een feestavondje te mogen organiseren. Sportieve caféhouder dacht niet lang na over verzoek en gooide op be wuste feestelijke avond de deu ren wagenwijd open. Blijmoedig overstroomden de jongelui de zaal en nauwelijks waren allen binnen of het feest barstte los: letterlijk kletterend lieten de dames en heren de glazen klinken en slechts de aanhoudend schallende beatmu- ziek verhinderde de cafébaas dadelijk te beseffen, wat er eigenlijk allemaal gebeuren ging. Enfin, dat laatste bleek wel, toen ruim na het middernachtelijk uur het feestgedruis eindelijk verstomde en de dienstknechten van de kastelein de vloer aan veegden: er kwam een totale hoeveelheid van anderhalve vuilnisemmer glasscherven op een hoop. Hij hèt de bok an touw, hij hèt biet zongen we vroeger, wanneer een van de kameraden in een sloot gezeten had. Deze jonge man. Feenstra van de Poppeweg, is nog kurkdroog en hij heeft dan ook geen bok, maar een knien an touw. Hij placht tot dus ver z'n konijn op straat „uit te laten" maar dat werd wat te gevaarlijk met het verkeer. Daar om construeerde hij een toompje en op de eerste de beste dag, dat hij er z'n konijn in uitliet, werd hij door de fotograaf van 't Kleine Krantsje ver rast. Straatwiedsters en klompenschoonmaaksters waren vroeger bekende figuren in de stad - in ieder geval in de buurt van de veemarkt. Deze vrolijke dienares van de hygiëne wou wel even een dansje maken toen ze op de foto kwam: een typisch beeld van het ge moedelijke Leeuwarden van weleer. Waar bleef die tied Zachtjes meegedeeld De zoon van een Engelschen graaf had een jaar of drie ge reisd en werd bij zijn thuis komst afgehaald door den ouden huisknecht. Hij vroeg hem, of er nieuws was. „Ja mijnheer", antwoordde de oude man, „heel slecht nieuws, de oude ekster is dood". „Dat is niet zoo heel erg, John. Maar waar is hij aan gestorven?" „Hij heeft te veel paardenvleesch gegeten". „Hoe kwam hij daaraan „Van de koetspaarden mijnheer" „Zijn die dan ook dood „Ja, mijnheer, van overspanning door al het water aanslepen in den nacht van den brand". „Welke brand „Uw huis is afgebrand".- „Wanneer is dat dan gebeurd „Den nacht van den begrafenis". „De begrafenis van wie „Van uw goede moeder, mijn heer". „Wat - is moeder dood „Ja, mijnheer. Ze is nooit meer goed geweest na den dood van uw vader". „Groote hemel Vader ook al dood. Waar is hij aan gestor ven „Hij kreeg een telegram, dat hij zijn fortuin verloren had. En die schrik heeft hem gedood". „Dus ben ik geruineerd ook „Ja mijnheer, er is niets overge bleven. En de oude ekster is ook dood". (1906) Afscheid nimme Afscheid nimme in ons leven, Is een dagelijks gebeur. 't Gaat - hoe men 't oek mag bekieke, Eigenlijk heel ut leven deur. Bijkans ieder mens'lijk wezen, Wudt er met geconfronteerd: 't Afscheid van een stukje leven. Dat dan de revue passeert. 't Eerste afscheid nog as kleuter, Min of meer nog onbewust, Is as Moeke bij 't skooltsje, Ons ,met zorg' ten afscheid kust So allengs bij 't ouder wudden, ls 't herhaaldelijk afscheid doen, Van geleefde episoden, Tot de mijlpaalDreespensioen Maar „ut" afscheid, de finale, Blieft voor allen zonder mis: Afscheid nimme van ut leven, Waaraan gien ontkommen is. S. 1. V. 1. «wuwuwwwvwvwwvt SCOTCH WHISKEY CHAPLIN, over three years old 9,95 St. Jacobsstr. 28, Leeuwarden vwvwvwwwwwwv - - I^ÖS-ÜNESi Vijftien jaar en leerling van de Chr. l.t.s. is deze echte dierenvriend; hij heeft ook nog een hond, een kanarie en marmotjes.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 4