Wat was
'T KLEINE KRANTSJE
TOEN HET IN VROEGER JAREN NOG DE GEWOONSTE ZAAK VAN DE
WERELD WAS, DAT BEKENDE FIGUREN VAN DE STRAAT DOOR DE
LIEVE JEUGD WERDEN NAGEJAUWD, WAS HET NIET MOEILIJK EEN
PLAATS TE VEROVEREN IN DE BIJZONDER LANGE RIJ VAN MERK
WAARDIGE LEEUWARDER STADSTYPEN, EEN BESCHEIDEN INTELLI
GENTIEQUOTIËNT WAS VAAK AL VOLDOENDE VOOR HET VERWER
VEN VAN HET EENS ZO VEEL GEHOORDE PREDICAAT „GEK" (GEKKE
PIET EN GEKKE JAN EN GEKKE KLAAS), MAAR OOK EEN OVERVLOE
DIG DRANKGEBRUIK DEED IN HET VERLEDEN GEMAKKELIJK MEN
SEN IN DE CATEGORIE VAN BEKENDE STADSTYPEN TERECHTKOMEN.
ZAT ER AAN DE ALGEMENE ERKENNING ALS TYPE VAN DE STRAAT
DUS VAAK EEN WAT PIJNLIJKE KANT, ER ZIJN OOK UITGESPROKEN
STADSTYPEN GEWEEST, DIE MEN NIET GRAAG ALS GEK BETITELDE
EN DIE ZICH OOK NIMMER AAN DRANKMISBRUIK TE BUITEN GIN
GEN. HET WAREN MENSEN, DIE ZICH VAAK VAN ANDEREN ONDER
SCHEIDDEN DOOR EEN SIMPELE EIGENAARDIGHEID, DOOR EEN BE
PAALDE, WAT AFWIJKENDE MANIER VAN DOEN, DOOR EEN BIJZON
DERE HOUDING OF DOOR EEN WIJZE VAN LOPEN, DIE DUIDELIJK
AFWEEK VAN DIE VAN DE GEWONE MAN. VERUIT HET BEKENDSTE
STADSTYPE, DAT ZEKER THUISHOORDE IN DEZE LAATSTE GROEP
WAS DE KEURIG NETTE VROUW, VAN WIE WEINIGEN DE JUISTE
NAAM WISTEN, MAAR DIE IEDEREEN ONDER HAAR BIJNAAM KENDE.
HET WAS DE VROUW, VAN WIE WE ONS NU, NA EEN INTERESSANT
ONDERZOEK VAN HAAR ANTECEDENTEN, MOETEN AFVRAGEN:
Snorrewietske, of korter nog:
Snorrewiets ja, zo heeft
heel Leeuwarden haar ge
kend en zo zal ze ook in on
ze herinnering blijven voortle
ven, deze gemoedelijke, vrien
delijke straatwiedster, die
onder andere een voort
durende strijd tegen het on
kruid voerde en daarbij al
Snorrewiets in jonge jaren. De foto is gemaakt voor
het bekende logement van Aaltje van der Brug in het
Sint Jobsleen.
naar het uitkwam werkte in
gemeentedienst of „particu
lier".
Snorrewiets maar was het
nou eigenlijk wel Snorrewiets,
of was het Snorresiets? Want
Snorrewiets, van wie we voor
honderd procent zeker meen
den te weten, dat ze Wietske
heette, blijkt nu Sietske te
hebben geheten officieel
Sijtske Sijtske Dijkstra en
anders niet!
Maar en dat is nu het leu
ke van de zaak Sijtske's
moeder heette wel Wietske
Wijtske Dijkstra en die, zo
hebben we nu ontdekt, werd
in het vroegere Leeuwarden
eveneens betiteld als Snorre
wiets!
De naam Snorrewiets moet
dus van moeder op dochter
zijn overgegaan en dat is niet
een verschijnsel, waarvan we
vreemd moeten opkijken
want het is bekend, dat veel
vaker bij- en scheldnamen
van ouder op kind overgaan.
Nog zeer onlangs schreven
we in't Kleine Krantsje over
een hele familie „Duumen"
in het Bildt vader Jan
Duum, dochter Minke Duum
en zoon Anne Duum, in de
Friese wouden wonen „de
hondsjes", die heetten een
halve eeuw geleden officieel
Van der Wal, maar de Van
der Wallen van nu worden nog
altijd de hondsjes genoemd en
de Dokkumers kenden vroe
ger een vader en zoon Knuust
de zoon Tjisse Knuust is
tussen twee haakjes in het be
vrijdingsjaar '45 in een woon-
scheepje bij Snakkerburen
In het oorlogsjaar '40 stapte Snorrewiets voor de twa
Ruitersteeg Jacob Mink de man van haar keus. Het
door tot dusver onbekend ge
bleven daders wreed ver
moord.
Wietske Rienks Dijkstra, de
moeder van Snorrewiets,
kwam ook uit Dokkum, waar
ze in 1852 het levenslicht zag.
Als jonge vrouw van zevenen
twintig kwam ze in de decem
bermaand van 1879 naar Leeu
warden en wie een beetje op
de data let, kan haast wel ver
moeden waarom: twee maan
den later schonk de vrouw het
leven aan een zoon.
Wietske Dijkstra is niet met
haar kindje naar Dokkum te
ruggegaan ze bleef in Leeu
warden wonen, waar haar on
gehuwde staat voor een uit
breiding van haar gezin geen
beletsel bleek te zijn: twee
jaar later werd er weer een
zoontje geboren en zeven jaar
na haar komst naar Leeuwar
den schonk de vrouw het le
ven aan een dochtertje, dat
Sijtske kwam te heten.
Lang heeft Wietske Dijks
dit meisje niet mogen houd'
al in de herfst van het ji
daarna overleed het kind.
SNORREWIETS
Op de derde juli 1890 we
er weer een meisje geboi
het kwam weer Sijtske
heter en dat werd later oi
Snorrewiets. De kleine Sijts
zag het levenslicht in
Gloppe bij de Boterhoek
wel in het huisje van de tii
merman Jurjen Reinbergi
bij wie moeder Dijkstra
haar kinderen kennelijk
woonde. Jurjen Reinbergi
dertien jaar ouder dan Wii
ske, was weduwnaar; hij ve
huisde voortdurend, ma
bleef altijd in de schad»
van de Oldehove: in
Korstbijtersteeg, in het Bran
jeklooster, in de Boterhoe
in het Sint Jobsleen.
In 1897, toen Wietske Dij)
stra als koopvrouw in de boi