OPULAIR TYPE UIT OUD LEEUWARDEN nou eigenlijk: 'T KLEINE KRANTSJE TSKE? het huwelijksbootje: nu was haar buurman in de 'et fc/i bij een Leeuwarder fotograaf vereeuwigen verloor zij haar zeventien jaar oud oudste zoon een ziekte sleepte de jon- het graf. andere zoontje Sietske bleef Dijkstra in de omge- het Oldehoofster- wonen eerst in de later in de Rui- een nu niet meer rijtje huizen achter srg® a IGELDERLAND t i I 2rg< H voor haar zeventien- Wif paardag vertrok Sietske vé fa uit Leeuwarden en ma paar het Gelderse Val- adutaar het duurde maar ze keerde weer naar Ljouwert terug: in juli 1907 dook ze stellig als dienst meisje bij de weduwe Bloe- mendaal in de Willem Loré- straat op. Later hebben ook de families J. A. Vredenburg aan de Emmakade en J. Bey- ma aan het Oldehoofsterkerk- hof van haar diensten gepro fiteerd en in de Ipe Brou- wersteeg kwam Sietske bij Trien Kramer, die later loge menthoudster werd in De Gouden Leeuw in de Boter hoek. De elfde oktober 1916 werd een van de mooiste dagen van haar leven: ze trouwde toen met de loopknecht van banketbakker Wiegersma in't Naauw, Petrus Wilhelmus Bos, met wie ze nogal wat in leeftijd verschilde, want Piet was vijfenvijftig en Wietske amper zes en twintig jaar. Het paar kreeg een dak bo ven het hoofd in de Ipe Brouwersteeg, verhuisde la ter naar een ander pand in deze straat en woonde ook in de Poststraat en in de Boter hoek. OVERBEKENDE FIGUUR In deze tijd was Sietske als Snorrewiets al een overbe kende figuur in de stad: er kon geen openbare verma kelijkheid zijn of ze was er bij en stond mee vooraan en trok er een optocht of een muziekcorps door de stad, dan kon het niet missen of Snorrewiets marcheerde mee met grote, stevige passen, een ernstig gezicht en heel dikwijls met de sleutel van haar woninkje zichtbaar in de hand. Met haar oude moeder wiedde ze de straten, soms in op dracht van de gemeente, soms op particulier verzoek de vrouwen lagen dan op de knieën op de straat en wip ten met een mesje en een verbluffende vaardigheid het onkruid tussen de stenen van daan. Veel stadgenoten zullen zich dit beeld van de wiedende vrouwen nog voor ogen kun nen halen, want op verschil lende plaatsen in de stad de den ze dit werk, waarin wel eens de oorsprong van de overigens moeilijk verklaar bare bijnaam Snorrewiets is gezocht: Snorrewiets met een t zou Snorrewieds met een d moeten zijn en door de zegswijze: „Ze is op snor om wat te wieden" zijn ontstaan. BIJNA TACHTIG Toen Snorrewiets nog geen vijftig was, was echtgenoot Piet al een grijsaard van bij na tachtig jaar een leef tijd, die hij overigens net niet zou bereiken', want hij overleed in de januarimaand van het oorlogsjaar '40. Na dit verlies wachtte Snor rewiets niet lang met haar keuze van een nieuwe man vier dagen na de wettelijk voorgeschreven „wachttijd" van tien maanden stapte ze andermaal in het huwelijks bootje, nu samen met de fa brieksarbeider Jacobus Mink, die maar een half jaar ouder was dan Snorrewiets zelf. Jaaob Mink was niet eerder getrouwd geweest hij woon de met z'n hoogbejaarde moe der in de Ruitersteeg naast het woninkje van Snorrewiets, die daar vaak de helpende hand bood, wanneer er echt huishoudelijke dingen moes ten worden gedaan. Jarenlang, tot 1953, heeft Snorrewiets nog in de Rui- De laatste foto, die van Snorrewietske is gemaakt: een tevreden oude vrouw in het tehuis in Soest. tersteeg gewoond en er was geen mens in deze omgeving, die haar niet goed heeft ge kend voor veel bewoners uit de buurt verrichtte ze vaak kleine karweitjes, schil de ze de aardappelen, haalde ze boodschappen. NAAR EEKHOFFSTRAAT In november 1953 verhuisde Snorrewiets met haar man naar een piepklein huisje in de Eekhoffstraat en daar ble ven ze samen nog bijna drie jaar. Precies zeventig jaar oud kwam Jacob Mink daar in mei 1956 te overlijden en toen stortte er een wereld voor Snorrewiets ineen. Moeder en schoonmoeder waren al veel eerder overleden, kinderen had ze niet, waar moest ze heen? Nog geen drie weken na de dood van haar man kwam er een oplossing: Sietske ging naar een tehuis in Amers foort en verhuisde later met dit tehuis naar Soest. Daar heeft ze het in de laat ste jaren van haar leven nog heel goed gehad en het was een zeer tevreden Snorre wiets, die elk jaar tijdens de Leeuwarder kermis nog een maal naar haar geboorte stad kwam verscheidene stadgenoten hebben haar daar in 1963 nog gezien. OVERLEDEN Het vorige jaar werd Snorre wiets in de kermisdagen weer in de stad verwacht, maar al wie nu kwam, Snor rewiets kwam niet het bleek, dat men de oude vrouw plotseling in een zie kenhuis in Utrecht had moe ten opnemen en heel snel kwam daar het einde. Nóg wisten duizenden Leeu warders wie Snorrewiets was geweest, maar heel weinig stadgenoten konden haar de laatste eer bewijzen, toen haar stoffelijk overschot op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden aan de schoot der aarde werd toever trouwd: wel had de adverten tie in de krant het overlijden van Sijtske Dijkstra gemeld, maar helaas: er zijn maar heel, heel weinigen geweest, die wisten, dat met deze Sijt ske de eens zo populaire Snorrewiets werd bedoeld

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 15