Signaal weer op rood
Plein voor Oldehove dreigt
straks te worden vernield
'T KLEINE KRANTSJE
10
Goedkope
verhuizing
Voor de Leeuwarder gemeenteraad moet het signaal weer op rood worden gezet: na het
ongelukkige en later terecht teruggenomen voorstel de Zuidergracht langs de Willemskade
te dempen komt het college van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden nu bij de
raad met een voorstel het noodzakelijke nieuwe gebouw van de Openbare Bibliotheek te
doen bouwen op het plein voor de Oldehove en wel op de plaats, waar vroeger de gemeen
telijke bewaarschool heeft gestaan. Gaat de raad in zijn vergadering van vanavond met dit
voorstel akkoord, dan zal het beeld van dit in wezen prachtige open plein naar onze me
ning gruwelijk worden aangetast. Het lijkt dan ook van het grootste belang, dat de raad
zich wel tweemaal bezint voor hij besluit.
Het feit, dat het voorstel van b.
en w. niet met algemene stem
men wordt gedaan, wijst er al
op, dat niet het gehele college
met deze oplossing van het
vraagstuk van een nieuw biblio
theekgebouw gelukkig is.
De meerderheid van het college
is van mening, „dat het te stich
ten gebouw voor de openbare
bibliotheek in de zuidoosthoek
van het plein een welkom te
genwicht vormt tegenover het
robuuste (nu nog in aanbouw
zijnde) gebouw van de Provinci
ale Bibliotheek aan de noord
zijde van het plein, „hetgeen de
verhoudingen in de bebouwing
ten goede zal komen".
Een minderheid van het college,
in casu één lid, is van mening
„in hoofdzaak in overeenstem
ming", aldus de aanbiedings
brief bij dit voorstel van b. en
w. „met de mening van de in
dertijd gevormde jury voor de
beoordeling van het ontwerp
voor de Provinciale Bibliotheek
en met die van de adviseur
voor het binnenstadsplan en de
directie van Openbare Werken,
dat het èn uit architectonische
èn uit stedebouwkundige over
wegingen onjuist is, dat de op
het Oldehoofsterkerkhof aanwe
zige ruimte voor een belangrijk
deel wordt prijsgegeven door het
plaatsen van een vrij groot ge
bouw".
Bij deze laatste stelling sluiten
wij ons van ganser harte aan.
Een reeks van toevallige om
standigheden - het inellcaar zak
ken in het laatst van de zestien
de eeuw van de Sint Vituskerk
achter de Oldehove, het ontoe
gankelijk worden en de daaraan
volgende afbraak van de be
waarschool een jaar of dertig
terug en de noodzakelijke sane
ring van Boterhoek en Heer
Ivostraatje hebben er toe geleid,
dat er bij het monument de
Oldehove een fantastische ruim
te ontstond, waarin een buiten
gewoon mooi plein zou kunnen
worden gecreëerd - sinds we
voor de eerste maal het woord
stadssanering hoorden vallen,
hebben we ook niet anders ge
meend, dan dat het gemeente
bestuur een dergelijke voor de
hand liggende oplossing voor
dit deel van de stad zou na
streven.
Nu blijkt het college bereid te
zijn het beeld van dit grootse
open plein te willen opofferen
voor een nieuw bibliotheekge
bouw, waarvan wij de nood
zaak uiteraard niet willen be
twisten, maar waarvoor een an
dere minder storende plaats zal
moeten worden gevonden.
Voor de haastige lezers (en die
zijn er, ook onder de dames en
heren raadsleden, dat is dikwijls
gebleken) lijkt ons de aanbie
dingsbrief van b. en w. overi
gens een beetje bedriegelijk:
wanneer het college spreekt over
de Provinciale Bibliotheek „aan
de noordzijde van het Oldehoof
sterkerkhof", dan beschouwt zij
de vroegere straat de Boterhoek
kennelijk als behorend tot het
(huidige) Oldehoofsterkerkhof
(beter zou het zijn langzamer
hand te gaan spreken van Olde-
hoveplein), maar dan zullen ook
het Heer Ivostraatje en de straat
tussen Grote Kerkstraat en To
renstraat moeten worden be
schouwd als een deel van het
Oldehoofsterkerkhof. Het nieu
we bibliotheekgebouw komt
dan niet te staan in „de zuid
oostelijke hoek van het Ol
dehoofsterkerkhof", zoals in de
aanbiedingsbrief wordt gesteld,
maar bijna midden op het plein
en daar gaat het juist om: een
fors gebouw van plm. 32, bij
plm. 22 meter op deze plaats
geprojecteerd met een zuidelijke
gevelwand, die (ongeveer) cor
respondeert met de noordelijke
gevelwand van de Grote Kerk
straat komt vrijwel tegenover
de Oldehove te staan en tast
het beeld van het plein ver
schrikkelijk aan.
Dames en heren raadsleden,
let op uw zaak en neem
geen ondoordachte beslui
ten: er is - we hebben het
hier al eerder gezegd - in de
loop der jaren al te veel in
Leeuwarden vernield
Het was de dag, waarop de fa
milie Krosten zou overgaan in
het nieuwe huis; maar de ver
huiswagen kwam niet.
„Mannie", zei mevrouw, waar
woont de verhuizer, dien je
hebt aangenomen, dan zal ik er
de meid even heensturen".
„Lieve hemeltje, ik heb heele-
maal vergeten een wagen te be
stellen", was het antwoord.
„Maar wacht maar. Ik weet er
wel iets op, laat 't maar aan mij
over".
Hij greep zijn hoed en liep naar
een bekend geldschieter.
„Ik heb twee duizend gulden
noodig", zei Krosten.
„Ik geef nooit geld zonder vol
doenden waarborg".
„U kunt mijn geheelen inboe
del krijgen en ik wil ook vijftig
procent per jaar interest van het
geld betalen".
De geldschieter ging accoord
met het voorstel.
„Maar", zei Krosten, „u moet
den inboedel direct laten halen,
want er bestaat kans, dat er
beslag op gelegd wordt door een
deurwaarder".
„Ik begrijp er alles van", grin
nikte de geldschieter. „Ik zal er
dadelijk voor zorgen". Hij gaf
het geld en liet de meubels ha
len.
Den volgende dag kwam de
heer Krosten weer, betaalde de
twee duizend gulden terug plus
de verschuldigde rente, ongeveer
acht-en-twintig cent bedragend,
en beval dat de inboedel aan
zijn nieuw adres zou worden
terug bezorgd. De geldschieter
kon niets anders doen dan het
geld accepteren en de meubels
transporteren en de heer Kros
ten had nog nooit zoo'n goed
kope verhuizing gehad.
(1910)
Deze KLM foto van het Oldehoofsterkerkhof van tien iaar terug geeft een prachtig beeld van de royale ruimte achter de Oldehove. Die ruimte is intussen nog groter ge
worden door het slopen van alle huizen aan de westkant van het Heer Ivostraatje. Het nieuwe bibliotheekgebouw is gedacht op de plaats, waai op deze foto de vracht
auto's staan: ten westen van het Heer Ivostraatje en links van de hoge lantaarnpaal, die we op de achtergrond zien.