MET GEZIN TE VOET DOOR
HEEL WERELDDEEL
STADGENOOT JAN DE LEEUW
'T KLEINE KRANTSJE
10
bij is hij altijd zo dun mogelijk
gekleed en staat hij het liefst
met blote voeten in z'n open
sandalen.
Van een afstand van een kilo
meter is al te zien, dat fan de
Leeuw geen rasechte Leeuwar
der is: hij werd een en zeventig
jaar geleden (maar dat is hem
bepaald niet aan te zien in
Noord Holland geboren en hij
was nog maar dertien, toen hij
voor de eerste maal een kwast
in de verfpot mocht dopen -
jong geleerd is oud gedaan: nog
dagelijks profiteert deze zeer ar-
beidszame heer van de lessen,
die hem in zijn prille jeugd zijn
bijgebracht.
Maar de jonge Jan was geen fi
guur om jaar in jaar uit dezelf
de huisjes in het kleine Wognum
van een vers verf laagje te voor
zien - er zat avontuur in z'n
bloed, hij wou wel eens wat
van de wereld zien. In 1925, hij
was al getrouwd, had een zoon
en de tweede was op komst,
trok hij voor de eerste maal de
wijde wereld in: door België,
door Frankrijk, over de Apenij-
nen naar Italië, door heel Joe
goslavië, door Griekenland,
weer door Italië, door Noord
Afrika, door Spanje, door Frank
rijk en toen weer via België te
rug naar het kleine Nederland.
De hele reis werd te voet ge
maakt, maar het sportieve gezin
nam er de tijd voor; het uit
stapje van welgeteld achttien
duizend kilometer duurde vijf
jaar. In deze tijd werd de twee
de zoon (in de tent) geboren,
het dagelijks brood werd ver
diend met de verkoop van prent
briefkaarten enmet het ma
ken van muziek, want Jan de
Leeuw was een virtuoze saxofo
nist en nóg kan hij tweestem
mig op een fluitje spelen - met
de mond en met de neus
Na een paar maanden Neder
land maakte het jonge gezin zich
alweer op voor een nieuwe we
reldreis, nu met een auto, waar
op Jan de Leeuw zelf een huisje
had gebouwd. Weer brachten de
prentbriefkaarten en de melodi
euze saxofoonklanken de boter
op het brood - het Volendams
costuum van het kleine gezel
schap bleek daarbij een prettige
trekpleister te zijn.
Bij deze twee enorme en jaren
lang durende trektochten door
grote delen van Europa is het
niet gebleven; Jan de Leeuw
heeft alles keurig in een lange
reeks van trouw bijgehouden
dagboeken genotuleerd, maar
wie hem nu naar zijn schat van
ervaringen vraagt krijgt van al
le belevenissen slechts wat flar
den te horen: er is zoveel ge
zien, er is zoveel gebeurd, dat
Jan het uit z'n blote hoofd niet
allemaal meer correct in de
juiste volgorde kan plaatsen.
Al voor de oorlog deed het lot
hem een woonplaats kiezen ach
ter Berlijn, waar hij zelf een
prachtig huisje bouwde: toen de
Russische vloedgolf kwam, werd
het als kinderspeelgoed wegge
vaagd, maar de bewoners zelf
kregen geen schram. Na de oor
log vestigde een van de intus
sen groot geworden zoons een
schilderszaak in het Franse
Cannes, maar vader Jan kwam
weer in Holland terecht en ging
wonen in Amersfoort.
Toen hij daar vier jaar geleden
hoorde, dat de huizen in Leeu
warden wat goedkoper waren,
kwam hij hier en sinds die tijd
werkt hij als (klad) schilder bij
Wits. Maar kunstschilder is hij
ook: er hangt in zijn huis aan
Achter de Hoven een fijn ge
schilderd echt Hollands land
schap met woeste wolken en
een machtige windmolen in vol
bedrijf.
Van het meubelmakersvak weet
de heer De Leeuw trouwens ook
wel het een en ander - hij
maakt z'n eigen stoelen en ta
fels, wanneer daar behoefte aan
is - en wat het schoenlappen be
treft: ook die sandalen maakt:
hij zelf.
Jan de Leeuw, de man met de
baard, één uit velen, een op
vallende stadgenoot, een boeien
de persoonlijkheid, een sportie
ve figuur: het is een belevenis
een avond met hem te praten
Onlangs hebben we in 't Kleine Krantsje een reeks verhalen gehad over Kees de Tippelaar,
de merkwaardige Dudok de Wit, die negentig jaar geleden de hele wereld versteld deed
staan door z'n enorme tippeltochten dwars door Europa, door Amerika, door Azië. Al lan
ger dan een halve eeuw rust deze Kees in het familiegraf van de Dudoks op de kleine be
graafplaats in Breukelen, maar de herinnering aan z'n roemruchte wandeltochten leeft nog
altijd voort. Er zijn meer respectabele wandelaars geweest, die niet zo'n algemene bekend
heid verwierven als deze Kees, maar die evenzeer aanzienlijke delen van onze aardbol be
wandelden. Een zo'n marathonwandelaar, die duizenden en nog eens duizenden kilometers
te voet heeft afgelegd, kunnen we nu zelfs tot onze stadgenoten rekenen en tot de meest
in het oog lopende stadgenoten bovendien: het is de baardige schilder Jan de Leeuw, die
aan de Achter de Hoven woont en werkt bij het schildersbedrijf Wits.
De heer De Leeuw is stellig niet
zo'n aparte figuur als de eerder
genoemde Kees, wiens lust en
leven het was om anderen bij
de neus te nemen, maar een uit
gesproken boeiende persoonlijk
heid is hij wel: zijn bijzondere
leefwijze, geheel op zijn ge
zondheid gericht, wijkt zover
van die van de meeste mensen
af, dat hij niet alleen naar zijn
uiterlijk opvallend mag worden
genoemd.
sluitend rauwkost en toch is hij
geen dooie sul: hij lacht veel en
hij lacht graag, maar altijd met
de ramen open - niet alleen in
de slaapkamer, maar ook in de
huiskamer kan de frisse lucht
te allen tijde door de geopende
ramen naar binnenkomen. Daar-
Jan de Leeuw rookt niet, hij
drinkt niet, hij eet bijna uit-