ff 'T KLEINE KRANTSJE gevaar mi der voor iedereen onbekend, 'errassing was nog mogelijk in tschot al wie de favorieten zijn alsof er helemaal geen pers be stond en al was ook dat de wa re situatie niet, de macht, die de publiciteit zich nu verwerft, lijkt ons voor de oude Elfsteden- traditie een nog veel groter ge vaar. Hele bataljons Bij de eerstvolgende Elfsteden tocht zullen het hele bataljons puhliciteitsmensen zich gereed maken om het evenement te verslaan - de aantallen schrij vende verslaggevers zullen gro ter zijn dan ooit tevoren de radio is van plan de tour met behulp van zes vaste posten van a tot z te volgen, het oog van de t.v. zal constant op bepaalde rijders blijven gericht en op de rijders niet alleen: alles wat maar even met de Elfstedentocht te maken heeft komt secuur op het bin nen- en buitenlandse scherm. Kortom: we zullen niet meer onder elkaar kunnen zijn, mil joenen ogen zullen ons zien, miljoenen oren zullen ons ho ren, het intieme Elfstedenfeest wordt een feest voor iedereen en het zal daarmee veel van z'n oude luister moeten prijsgeven. Weemoed Daarbij kunnen we slechts met weemoed denken aan de beko ring van vroegere tochten, toen de heren persverslaggevers het bijvoorbeeld nog bestonden hun verslagen bij de kachel in Hotel Amicitia te schrijven op grond van de voortdurend binnenko mende telegrammen, die de po sitie van de koplopers vertel den. Het was in diezelfde tijd dat een deelnemer aan de wedstrijd (geen tochtrijder dus tijdens de hele race zijn pijpje bran dend hield - winnaar werd hij weliswaar niet, maar best mee komen met de concurrentie kon hij toch wel Gidsen Het aantrekken van gidsen, die de wedstrijdrijders over de grote meren in het zuiden moesten leiden, was in die goeie ouwe tijd een volkomen normale zaak en dat een man als Karst Leem burg zich van de Dille tot het eindpunt op de Willemskade door een langebaancrack als Arie Bouma kon laten zuigen vond men anno 1929 nog hele maal niet vreemd. Ook is het niet zo verschrikke lijk lang geleden, dat de favo rieten voor de eindoverwinning zich nog de tijd gaven om hier en daar hun schaatsen af te binden om een hapje te eten in een herberg aan de waterkant en Karst Leemburg heeft er zich later nog dikwijls over kunnen verbazen, dat hij winnaar werd na in Harlingen uitgebreid te hebben zitten koffiedrinken bij familie in de binnenstad. Eenmaal bestond het hele in specteren van de Elfstedenroute uit een ritje van het bestuurs lid J. M. Kingma van Leeuwar den over de Dokkumer Ee naar Snakkerburen: na drie kilome ter rijden wist hij het wel; daarom stapte hij van het ijs af, zocht in een winkeltje naar een telefoon en belde de redac tie van Mr. Hepkema's krant: de Elfstedentocht is voor dan en dan vastgesteld Toen kon het ook nog gebeuren dat een Leeuwarder verslaggever van het A.N.P. van de secreta ris van de Elfstedenvereniging - gevraagd naar de kans op het doorgaan van de tocht - te ho ren kreeg: „Maar man, nou ben jij een Fries en nou weet je toch net zo goed als ik dat het nog volslagen onmogelijk is" om, thuisgekomen, door de radio te horen, dat de tocht toch wél was vastgesteld. In een kast De schroom van het Elfsteden- bestuur verslaggevers in te lich ten over de plannen voor een tocht leidde na de laatste oor log tot het serieuze voornemen van een Friese krant om een lid van de redactie te verbergen in een kast in de vergaderzaal van het bestuur; op het laatste moment werd van het plan af gezien - gelukkig maar, want een Amsterdamse verslaggever van diezelfde krant, als de mees te van z'n niet-Friese collega's niet zo best op de hoogte van de situatie en verhoudingen, werd korte tijd later na het vrij postig bij het bestuur binnen dringen door de toenmalige po tige voorzitter van het Elfste- denbestuur eigenhandig in een hoek van diezelfde vergaderzaal gedrukt: „Jij bent misschien een beste kerel, maar je krant deugt niet. Opmerkelijk Dat is, gezien in het licht van de huidige situatie, een hoogst opmerkelijke handeling van die toenmalige voorzitter geweest - voelde het Elfstedenbestuur toen al iets van het gevaar van een te grote bemoeienis met de gang van zaken door de pers Hoe het ook zijde verslagge vers kwamen toch; steeds meer en meer en hun invloed steeg en stijgt nog steeds, al zal ieder dat wellicht nog niet willen er kennen. De ontwikkeling bleek onvermijdelijk: de Friese Elf stedentocht is een zaak gewor den voor iedereen, het is een gebeurtenis geworden van een ongehoord grote betekenis. Goed: het is tot op zekere hoog te wel leuk, dat steeds meer mensen 's winters gegrepen wor den door die veelbezongen Elf- stedenkoorts, maar van ons mag de aandacht van de publiciteits media voor dit gebeuren best wel wat afzwakken: van een circus, zoals dat ook bij een evenement als een Tour de France ontstaat zijn de meeste Friezen waarlijk niet gediend. FENNO L. SCHOUSTRA De Elfstedenkoning, die tot dusver nog onovertroffen bleef: Coen de Koning. Tweemaal won hij de Elfstedentocht, in 1912 en in 1911. Hij was een klasse apart en behalve Elfstedenkoning ook wereld kampioen De meest dramatische figuur van de Elfstedentocht van 19a was de Hindelooper Ybe Smid - heel lang lag hij glorieus op z'n eentie op kop, tot hij zijn prachtige positie moest prijsgeven. De sterke Abe de Vries uit Dronrijp en Sipke Castelein uit Wartena wonnen deze Elfstedentocht-bij-mooi-lenteweer.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 7