•T KLEINE KRANTSJE HINKE KAART, D HET KAARTSPEL IS LANGE TIJD VOOR VELEN EEN SPEL VAN DE DUIVEL GEWEEST. DUIVELSKUNSTEN EN ANDERS NIET: IEDEREEN DIE ZICH ER MEE BEZIG HIELD LIEP KANS BE TICHT TE WORDEN IN DIENST TE STAAN VAN DE DUIVEL. NOG IN HET BEGIN VAN DEZE EEUW KENDE FRIESLAND EEN VERMAARD KAARTLEGSTER. HINKE KAART, EEN MYSTERI EUZE VROUW, GEBOREN MET DE HELM, WAS EEN MANNE TJESPUTTER IN 'T LEZEN VAN DE KAART. TALLOOS WAREN DE VERHALEN OVER DEZE VROUW, DIE IN HAAR KLEINE, MAAR PROPERE HUISJE NAAST DE HELLING IN NIEUWE- BRUG BIJ HEERENVEEN VELE MENSEN DE TOEKOMST VOOR SPELDE. ZIJ WAS EEN WARGASTER VAN GEBOORTE. HAAR OUDERS WAREN PIETER SPOELSTRA EN RUTJE RINZES BOERSMA. HAAR VADER WAS MILITAIR BIJ DE INFANTERIE. VAN HEM IS EEN PERSOONSBESCHRIJVING BEWAARD GEBLEVEN, DIE ER NIET OM LIEGT EN HEM TEKENT ALS 'N ORDINAIR TYPE. VAN HAAR MOEDER IS WEINIG MEER BEKEND, DAN DAT ZIJ KATHOLIEK WAS EN DAT ZE OOK HAAR KINDEREN EEN KA THOLIEKE OPVOEDING GAF. HET HUWELIJK TUSSEN DEZE TWEE WERD BESPOEDIGD, OMDAT RUTJE IN VERWACHTING WAS. OP DONDERDAG 16 APRIL 1835 SLOOT HET JONGE STEL EEN BURGERLIJK HUWELIJK IN GROUW EN LUTTELE MAAN DEN LATER WERD RUTJE MOEDER VAN 'N WELGESCHAPEN DOCHTER, DIE DE NAAM HINKE KREEG. TOEN AL WISTEN HAAR OUDERS, DAT HUN KIND EEN BIJZONDER KIND ZOU WORDEN, OMDAT ZE GEBOREN WERD MET DE HELM Over de jeugd van Hinke is niet veel bekend. Ze was een gezon de meid, die haar plicht als dienstertje steeds goed is nage komen. Ze was echter ook van vlees en bloed en het duurde niet lang, voor ze op het vrij- erspad raakte. Ze werd verliefd op Jelke Jonker, een arbeider in Wartena. Op 8 mei 1861 trouw den ze en al spoedig meldde de eerste jonggeborene zich aan. Het werd een stevige zoon, die met de naam Sytse de wereld werd ingestuurd. Kort hierna vestigde het jonge gezin zich in Nieuwebrug. Zes jaar later in 1870, stierf Hinke's man, zijn vrouw achterlatend met twee kleine kinderen. Verandering Het weduwschap heeft een vol komen verandering gebracht in het leven van deze vrouw. Het zal voor haar beslist een moei lijke tijd geweest zijn. Twee kleine kinderen en geen bron van inkomsten. Dit zal dan ook de tijd geweest zijn, dat Hinke begon met het ontvangen van bezoek. Tegen betaling voor spelde zij de mensen de toe komst door het lezen van de kaart. In „Uit Frieslands Volks leven" van Waling Dijkstra is een beschrijving opgenomen over het bezoek, dat twee meis jes aan de vrouw brachten. Twee meisjes Het is nog tussen licht en don ker. Over de grote weg kan men twee meisjes zien lopen, die met de voorschoot voor ogen schielijk het kleine huisje nade ren. Het heet, dat ze zich ge kleed hebben met de voorschoot voor de koude avondlucht, maar in werkelijkheid, omdat zij zich schamen. Ze sluipen stiekum de deur binnen. Hinke, een molli ge vrouw van normale lengte, gekleed met witte floddermuts, zwart vest, zwarte lange rok met een grote grijze schort, vraagt op vriendelijke toon, wat de meisjes komen doen. Het antwoord komt er schuchter uit. Of ze de toekomst voor hen wil lezen. Het licht komt op en de vrouw gaat de meisjes, die elkaar eens met benauwde ogen aankijken, voor naar de kamer. De kamer ziet er keurig uit. Al les is even netjes. Kortom, een nette arbeiderswoning. Zij biedt de meisjes een stoel aan en gaat zelf tegenover hen zitten. De tafellade komt open en Hinke haalt er een spel kaarten uit. Met een zekere bespraaktheid vertelt ze de meisjes dan, hoe de gang van zaken is. Ze moe ten naar waarheid op vragen antwoord geven. Verklaring nodig Van de kant van de meisjes is echter ook een verklaring nodig. Slechts een van de dames is ge komen om de toekomst te ho ren, de ander ging mee om haar gezelschap te houden. Sytske, om wie alles blijkt te draaien, is amper dertig jaar. In een na burig dorp is zij huishoudster bij een winkelier. Ze woont er lang, als klein meisje, toen „mevrouw" nog leefde, was ze er ook al. In die tijd had ze echter ook een vriend. Ze mocht deze jon gen bijzonder graag, vooral om dat hij een stukje land had. Dat de jongen minder vlot was, wil de ze op de koop toenemen. De vrouw van de winkelier stierf en Sytske nam haar taak over in winkel en huis. Het loon ging omhoog en alles leek er op, dat ook de winkelier wel een oogje op Sytske had laten val len. Zij voelde daar wel iets voor en meende een en ander te kunnen bespoedigen door de omgang met de jongeman te staken.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 6