üamspek of spekham wa! ^gevelstenenspreken(t?) was 't nou eigenlijk? Gratis abonnement onbekende HUTT1NÖ 5 'T KLEINE KRANTSJE ,/t Was in de lentetijd, 't was in de Mei", zo zongen wij in de eerste Wereldoorlog (i9i4-'i8| een toen heel bekende „schla ger". En 't was oek in de lente- tied in mei (1916) dat ik van skool afgong. 'k Was een paar weken tevoren juust 13 jaar wudden en ik had nou de lage re skool, met inbegrip van het zevende leerjaar (let wel) „met vrucht doorlopen", zoals de term luidde. Dat „met inbegrip", mut je niet wegpoetse, groene,- niet te licht achtte. Dit was in die dagen hast een anbeveling, 'n soort „cum-laude". En krek as een hoop andere jonges die van herkennen. Voor een meiske op die leeftied en dan nog sonder verkering, beslist een minne gooi. Is 't waar of niet. Geen wonder, dat as zij het eventsjes lappe kon, de bril op non-actief stelde; vaak met alle nare gevolgen van dien. Nou mut je wete, de familie B. at 's avonds warm en 's middags boterhammen. En nou moest ik altied, zo tegen twaalf uur, even naar het comestibles-winkeltsje van de heer N. oppe „Kaai" aan de overkant, wat oppe boter ham hale. Mevrouw zei dan teugen mij: „Och Kees, ga jij even naar N. aan de overkant en haal even- WAT BEN LUW ADDER JONKJE AL NIET METMAKE KON skool afgongen, wudden wij met disse ontwikkeling op de maat schappij loslaten. Een baas zoe- ke en mèt verdiene, luudde het parool. Ik kwam bij toeval terecht bij een kradenier en ston dus, am per dertien, van 's morgens acht tot 's avonds acht, met een uur skaft, groene zeep, halfpondsjes suker en stroop te wegen. Die kradenier hiette B. en woonde op de hoek van een heel be kend grachtje, hier in de stad. Mevrouw B. hield er een dienst bode op na; niet zo héél jong meer, achter in de twintig. Late we maar zegge dat ze Lutske hiette. Lutske was leuk, lief, lollig, al les wat je maar wille en daarbij beslist niet onknap. Maar, ze had één handicap. As zij de bril met die dikke glazen niet op had, kon ze je op een paar me ter voorbij lope, zonder je te tjes een ons hamspek of spek ham". Wat nou precies het on- derskeid was tussen hamspek en spekham, bin ik nooit te we ten kommen. Ik hew trouwens oek nooit bij een deskundige of bij bevoegde instanties infor- meerd, of der nou een essen- sjeel of een gradueel veskil tus sen was. Maar goed, dat daargelaten, op een goeie middag werd ik, om wie weet welke duustere reden, gepasseerd en moest Lutske die boodskap doen. Het was ruum twaalf uur, een dus spitsuur. Brug omhoog Bovendien was de Boomsbrag over 't Vliet omhoog, want er moest een zwaar geladen skip deur naar Koopman's Meelfa briek op 't Noordvliet. Een en ander met gevolg, dat er een vrij grote menigte meensen voor de brug stond, mitsgaders, fietsers, handkarren, een paar kiender- wagens enz. Oek nog zo'n zwa re meelwagen van Koopmans', met twee grote zware knollen der voor. En nou wou het toeval, dat disse peeden vlak voor onze winkeldeur stonnen, op nog gien drie meter afstand. Zo on geveer was de situatie, toen Lutske met haastige stappen zich deur de winkel spoedde. Om in te bieten Met haar opgekapt haar, haar gezonde frisse kleur en met haar kraakheldere witte skort, zag ze der uut as een vers ka detje; om zo in te bieten. Ping, zei de winkeldeur. Stilte in de winkel. Ping.zei de deur nog gien drie tellen later en. daar stormde Lutske weer de winkel in, luud slcreiende, beide hannen voor 't gezicht, linia- recta deur naar de keuken en alle deuren achter zich openla tende. En voor de wiedopen- staande winkeldeur op straat, een groot spektakel. Gehinnik en gesteiger van de twee peer den, een uutmekaarstuwende menigte, gegil, geskreeuw en daar boven uut het razen en tieren van de voerman, die ter nauwernood de peeden in be dwang houwe kon: „Ho H00....M verdomme Ho.... Hoseg ikwat bliksem, Ho. Het was plotseling een lawaai en verwarring, 't Leek wel of was der een revolutie uutbroken. Mevrouw en meneer kwamen met veskrikte gezichten de huuskamer uut. „Wat is dit hier voor consternatie.wat ge beurt hier toch....!" „Ja, ik weet niet",zei ik, „maar Lutske Toen de ergste drukte wat voorbij was, kwam er wat klaarheid in 't geval. Lutske Enkele jaren geleden is de laatste houtzaagmolen in Leeu warden, die aan het Oldegalileën, bij een mysterieuze brand in het holst van de nacht geheel verwoest. Welk een fraai monument deze - gerestaureerde - molen aan de nieuwe rondweg had kunnen zijn, toont ons deze tekening van een houtzaagmolen in volle glorie. Het is de afbeelding van een zandstenen gevelsteen, die nu in de Pijlsteeg zit. De steen is afkomstig van een blekerij aan de Hoekstersingel; ze werd omstreeks 1909 door de directeur van Gemeentewerken geschonken aan het Fries Museum en ze werd in 1929 inge metseld in de muur van het St. Anthony Gasthuis in de Pijlsteeg. was, zonder bril, in volle ren pardoes bij de peerden opvlo gen. Kop teugen kop. En de beesten vanzelf lillijk skrokken van die plotseling opdoemende witte gedaante en de onmiddel lijk hierop volgende kopstoot. Intussen bleef de voerman nog een tiedsje teugen de meensen om hem heen, deurrazen: „Waarom ziet dat meens oek niet beter uut haar doppen. binne die beesten dan nog niet groot genoeg.wie loopt nou su met sien hassus bij de peer den op, vraag ik je...." enz. enz. Tjonge, jonge, wat spuide die man raar guud. Nee, hij had het niet over een damprobleem of over postzegels. Beslist niet. Ondertussen was mevrouw naar de keuken gaan, waar Lutske an tafel zat te snotteren en te hoofdwrieven. Hiermet de theo rie bevestigend, dat, wanneer je met je hoofd teugen een peerde- kop, of met je kop teugen een peerdehoofd optorne, dit tóch een min of meer pienlijke aan gelegenheid is. Nadat mevrouw en denkelijk ten overvloede, Lutske verzekerd had, dat zij toch een veul joliger leven hew- we zou as ze mar deurlopend die bril droeg, kwam ze terug in de winkel, gaf mij het kwat- sje in de hand en zei: „Och Kees, ga jij even naar N. aan de overkant en haal eventjes een ons hamspek of spekham". K. Een nieuwe toepassing van den radiophoon Iedereen weet, dat pianovirtuo zen de gewoonte hebben veel op een soort van stomme piano's te spelen, welke eigenlijk uit niet veel meer dan uit een soort van klavier bestaan en die gemak kelijk verplaatst, ja zelfs op reis mede genomen kunnen worden. Deze piano's hebben echter een groot nadeel, namelijk dat de speler het niet kan hooren wan neer hij verkeerde noten aan slaat of in het algemeen ver keerd speelt. Een combinatie nu van den radiophoon en van een derge lijke piano is door den natuur kundige Mercadier uitgedacht en nu zal men voortaan kunnen spelen, dag en nacht, en het hooren ook, zonder dat iemand er last van heeft. Waarlijk, wanneer men er goed over nadenkt, zal men moeten erkennen, dat de heer Mercadier wegens zijne menschlievende uitvinding den dank verdient van al wat geplaagd wordt door jeugdige huisgenootjes of buur tjes, die dag in dag uit, met horten en stooten, vingeroefe ningen of gemakkelijke stukjes „pour les petites mains" zitten te spelen. Théophile Gautier was van mee ning, dat muziek het meest on aangename van alle geluiden was. Wat zal die man veel heb ben hooren studeeren Een ge- heele lijdensgeschiedenis ligt in die paar woorden opgesloten. Wie is in dit vrolijke groepje spelende kinderen het meisje midden op de plaat 1 Dat zouden we bijzonder graag willen weten, want deze dame krijgt gratis een abonnement voor een half jaar op 't Kleine Krantsje. Voorwaarde is alleen, dat ze ons de naam van minstens een van haar speelmakker tjes kan opgeven. Was ze op of voor 1 mei van ait jaar al abonnee op 't Kleine Krantsje, dan ligt er op onze redactie een bedrag van vijf gulden voor haar klaar. De foto is in de zomer van 1934 bij het lacobijnerkerkhof in Leeuwarden gemaakt. GRAFMONUMENTEN SCHOORSTEENMANTELS (X FUUCW U«*«»OVW»M SINDS 1930 TELEFOON 30180 - 29278 - 27866 - 28286

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 5