«WANTOESTANDEN» IN LEEUWARDEN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMH Een uitgave van Fenno Schoustra's Fubliciteitskantoox Vredeman de Vriesstraat 1 Redactie, administratie en advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 a.d. Emmakade Telefoon 20302 Postgiro 98 10 62 Bankrelatie: Haiffeisenbank 'TKLEIHE KEAHTSJE Abonnementsprijs: f 2,90 per half jaar f 5,80 per jaar ^*KRANT~7\ v- h- buitenland -TV I f 7,50 per jaar OSSE NUMMERS CENT TWEEDE JAARGANG I - NUMMER 45 Verschijnt eenmaal in de veertien dagen 15 JUNI 1966 PROVO ARJEN MIEDEMA (21) STELT ZE ONVERBIDDELIJK AAN DE KAAK Anderhalf jaar geleden kon het rustige en gemoedelijke Leeuwarden via de Vara TV vernemen, dat de stad op gezette tijden door met fietskettingen gewapende jeugdbenden onveilig werd gemaakt. De onverhoeds op het scherm verschijnende Dingly Boys zouden onder aanvoering van Provo Arjen Miedema zo nu en dan ver woede veldslagen leveren met de Tigers, een soortgelijke, eveneens met vervaar lijke slingerwapens uitgeruste groep. Later kwamen de Dingly Boys opnieuw op een frappante wijze in het televisie-nieuws: nu niet als knokkers van de straat, maar als artisten, die zich zouden gaan uitleven in de literatuur en de schilderkunst. En nu hebben ze opnieuw een bommetje laten barsten door in het eerste nummer van hun nieuwe blad „Dingetje" het 'brave Leeuwarder politiecorps als „een ge welddadige terreurgroep" zo onbeheerst aan de paal te nagelen, dat de stad er wer kelijk wat van geschrokken is. Arjen Miedema: geroepen om wantoestanden aan de kaak te stellen Met de belofte verschillende geruchten in de stad (oud SSers bij het politiecorps, wantoestanden bij de Leeu warder politie) terdege te zul. len uitzoeken, heeft de 're dactie velen voor het tweede nummer van Dingetje al bij zonder nieuwsgierig gemaakt, maar zo zal men zich ook afvragen wie is de voor de inhoud van dit blad verant woordelijke hoofdredacteur A. Miedema eigenlijk, wat willen hij en z'n kornuiten Dingly- Boys, in hoever zullen we een dergelijke gortige en sinds de illegale pers niet meer voor gekomen perscritiek serieus moeten nemen? Dwangarbeiders Arjen Miedema is op 30 janu ari 1945 geboren in het Duitse Lubeck; z'n ouders waren dwangarbeiders, vader kwam uit Friesland, moeder uit Po len. Direct na de bevrijding trok het gezin naar Eingelum, later woonde het in Beetgu mermolen tot z'n zeven tiende jaar heeft Arjen Mie dema op het platteland ge woond. Op de Mulo aan de Wisses- dwinger in Leeuwarden bleef hij in de vierde klasse steken („Daar ging het niet zo best meer met de samenwerking met de leraren; 't zal ook wel aan mezelf gelegen hebben") een boekhoud- en enkele cor respondentiecursussen deden hem later toch weer tijdelijk over de boeken buigen. Een kantoorbaan bij de Condens- fabriek duurde niet lang er volgde een periode van zwer ven, o.a. naar Amsterdam met contacten met Simon Vinken oog en andere Leidsepleinfi- guren. Knokken Een relatie met een televisie man leidde tot het in Leeu warden opgenomen filmpje over die knokkerij („AUemaa! geënsceneerd nee, we heb ben er geen centen voor ge had"); daarna snelde de uit geverij van de Arbeiderspers op Miedema af met de vraag of hij zijn ervaringen op schrift wilde stellen („Dat wordt een autobiografie in de ik-vorm, mijn eigen beleve nissen centraal temidden van onze groep, onze belevenissen, feestjes, critieken op de sa menleving, mijn omzwervin gen en alles wat daar aan vast zit. Ja, ik hoop dat het boek dit jaar zal verschijnen ik heb er al een flink voorschot voor gehad"). Een zwerftocht van 3 maan den door Duitsland („Eërst zonder een pfenning op zak") werd gevolgd door een nieuw verblijf in Leeuwarden, waar Arjen Miedema aan de kost kwam als ijscoman, als lijn trekker („Nee, da's geen niks doen, maar draden trekken voor het PEB tussen Rauwerd en weet ik veel") en als klus jesman bij de ijsrevue. Meer in mars Om het bewijs te leveren meer te kunnen dan alleen vechten met fietskettingen besloten de Dingly's Boys een artistieke richting in te slaan: hun van buiten dof-zwart ge schilderd hoofdkwartier aan de Nieuweburen (tussen Breedeplaats en Poptasteeg) werd behangen met forse doe ken vol woeste kleurpartijen de groep van vijftig, zestig man was toen al zo gedeci meerd, („Sommigen trouw den, anderen kwamen in de kast"), dat alleen de drie op richters overbleven en dat drietal (Arjen Miedema, Wat- ze van d.er Wal en Dick Hiemstra) vormt nu ook de redactie van dat Dingetje, „een uiterst progressief blad (Vervolg op pagina 4) „Waren wij sukke lieverds vroeger?" stelde een dezer dagen een uiterst gezette heer op leeftijd in een gesprek in een kruidenierswinkel in Leeuwarden-oost. „Deurke- belle, appeltsjes jatte, plies- jes peste „Ach man" repliceerde even eens voor de toonbank aan wezig vinnig vrouwtje bits: „waar praat je over, wat ze nou uuthale liekt ommes naar niks, ze musten al die jonge kerels met hun lange haren kaalskere, dat musten ze „Kaalskere antwoordde de man duidelijk gepikeerd, maar ook bijzonder verrast. „Kaalskere Bin jou dan seis vegeten, hoe leuk dat is? Meens, ik sien jou nóg in april 1945 inne stad lopen met een grote theedoek omme kop, wat salie jou prate over kaalske De rest van z'n betoog kon hij wel inslikken, want het vrouwtje was de winkel al uit.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 1