T I WIE HET WEET MAG HET ZEGGEN Lezers klommen in de pen ENAULT OSIER 'T KLEINE KRANTSJE 4 VOOR NAAR CU Umnet vny[ jftaqz.... Wantoestanden signaleren De heer B. Westra viel vroeger wel op in de stad: hij droeg fraaie gekleurde klompen en een veelkleurige jas MOOIE KLEUREN Wanneer de lezers van het Kleine Krantsje in uw nieuwe rubriek „Wie het weet mag het zeggen" over verdwenen straattypen gaan praten zijn we voorlopig nog niet uitge praat. Die professor Nyessen, waar over meneer K. de Haan het had, heb ik helemaal niet ge kend en ik mag mij toch wel Liwadder van het bovenste bordje noemen (volgende maand tachtig jaar, altijd in Leeuwarden gewoond) Dan weet ik nog wel een andere meneer, die ik nooit meer zie, maar die was ook zo jong niet meer en zal ook wel niet leven. Ik weet zijn naam niet, maar bedoel die meneer met die gekleurde klompen en allemaal kleurversiersels op de jas. Ik zag hem vaak op of bij de Noordersingel staan, in de buurt van het Diakones- senhuis. Als er abonnee's zijn, die mij daar wat van kunnen vertellen, dan moeten ze maar eens naar de redactie schrij ven. Leeuw. J. de Vries Professor Dr. Nyessen, naar wie een vorige maal in 't Krantsje door een abonnee werd geinformeerd, zouden we niet graag een straattype willen noemen; hij was alleen een opvallende figuur op straat, alzo een bekende stadgenoot. Dat U hem niet gekend heeft is zo heel ver wonderlijk niet: hij heeft al leen in de laatste jaren van z'n lange leven in Leeuwar den gewoond. De heer met de gekleurde klompen is nog springlevend, alleen hij draagt z'n klompen (en kleurjas) niet meer: de heer B. Westra, die vroeger in de Houtdwars- „Victoria kraait al lang geen victorie meer" schreef u in de rubriek „Hier verkoopt men namen voor dagelijksch ge bruik" over het vroegere café met die naam in de Ooster straat. Maar ik meen toch be slist dat er nog ergens in de stad een café Victoria moet zijn. Leeuwarden N.N Dat is ook zo: in de Grote Hoogstraat tussen Kelders en Poststraat is nu nog een café, dat Victoria heet. Hebt U vragen over Leeuwar den of Leeuwarders schrijf ons een briefkaartje en vraag het ons; wij zullen ze graag beantwoorden en kunnen we dat niet, dan zijn er wel le zers, die het juiste antwoord weten. Want dit staat boven deze rubriek: Wie het weet mag het zeggen! SPANJAARDSLAAN lil - LEEUWARDEN -TELIF. 05100-20041 Geen sikkepit In het overigens interessante verslag over de Leeuwarders en de Leeuwarder gemeente raad in het Kleine Kransje van 1 juni werd een foutieve opsomming gegeven van de raadsleden en hun partijen De vier raadsleden van de WD vermeldde u namelijk niet, evenmin als de vier raadsleden van de KVP. Hebt u dde vergeten? Of wist 't Kleine Kransje er óók geen sikkepit van? Leeuwarden A. Meyer Nergens in het artikel Onze goeie gemeenteraad de Li- wadders weten er geen sikke pit van las ik een vermelding van de raadsleden van de VVD, de KVP en de CPN, terwijl de andere partijen wel werden genoemd, Tellen de VVD, de KVP en de CPN niet meer mee in de gemeente raad van Leeuwarden? Leeuwarden Mevr. J. de V. De CPN niet gneer nee, die KVP en de VVD wel degelijk. Die hebben we domweg ver gieten; niet bij he!t schrijven van dat verhaal, maar wel bij de correctie van de drukproe ven. Onze verontschuldiging en! Red. 't KI. Kr. Straattypen Ook wij krijgen altijd het Kleine Krantsje en lezen het ook met heel veel plezier. En dan gaat het nadien naar on ze dochter in Australië, en dat is wel zo'n feest. Ik zelf heb heel wat mooie herinneringen aan mijn jeugdjaren, we woonden op de Oldegalileën en in de Steenhouwerij, zo heette het daar, woond,e de Hoempa, z'n eigen naam was (Merode) maar hij was een echt straattype, met z'n grote trom en hoorn en hoed met belletjes. Maar hij was ge moedelijk en sloeg er lustig op los op de trom. Ook was er nog op de „Droge Haven" een vrouw, te vies om met 'n tang aan te pakken, die noem- (vervolg van pag. 1) met een ietwat satirische in slag, dus bedoeld voor lezers, die nje(t ©1 te lange tenen hebben"). Eigen advertentie in het eers- ste nummer: „Wilt u op de hoogte blijven van plaatse lijke en (inter-) nationale (wan-) toestanden? Lees dan Dingetje! Het enige blad, dat het durft te zeggen!" Visie van hoofdredacteur Mie- dema op Leeuwarden: „Een groot dorp met de mentaliteit van een dorp sukkelachtig heeft niet dat bruisende en woelige van een hoofdstad wat het aan de jeugd te bie den heeft is te weinig". den we Nunneke pis, maar ze had altijd lekkere peren, die we met smaak opaten (on danks haar bijnaam). En dan Lollige Johannes, noga blokke voor vijf cente. Als wij als kinderen niets kochten, (waar moesten wij een stuiver van daan halen?) werd ie kwaad en gooide met z'n pruim ta bak, die hij in de mond had. Zo ook Johannes (Sijbrandy) met de poppenkast. Och, och wat had die man een fanta sie en wij maar schreeuwen; Jan Klaasen! Er was dan tus sen de voorstelling door een pauze, 't gordijntje kwam dicht. En dan moest moeke Sijbrandy even naar Pranger in de Peperstraat met een flesje in de zoom van haar rok om wat spraakwater op te halen, 't Mensje had soms maar één glas in haar bril. Ze heette Frouk, zo noemde hij haar dan altijd. En 't sloofje maar met 'n schutteltje bij de mensen langs, vragen asje blieft een kleinigheid? En Wiebe in de broodfabriek, voor kwatsje ouds, een sloop vol, lekkere krentestuten en broodsjes en dan nog een groot stuk kuste koek op de koop toe. Soms aten we wel eens stiekum een broods je op onderweg want we moesten lopen, fietsen hadden we toen nog niet en och, moeke wist toch niet wat er allemaal in zat Ik zou misschien nog meer kunnen vertellen, maar dan wordt het wellicht wat lang. Leeuwarden Ken lezeres Dr. Nyessen In nummer 44 van uw blad zien wij een foto van Dr. Nyessen. Met zorg vragen wij ons af hoe d,eze geleerde man zo gevaarlijk kan oversteken bij de Prins Hendrikbrug. Hij loopt finaal naast de zebra; misschien was de professor verstrooid. Leeuw. J. M. Doodkorte -JC Het Gouden wagentje Naar aanleiding van uw inte ressant artikel over de Gou den wagen bij de Lange Pijp kunnen wij u mededelen dat op een oude foto in ons bezit duidelijk te lezen staat Anno 1750. Het bouwjaar is dus 1750 Ons is niet bekend wie de bouwer was van dit sierlijk huis. Leeuw. J. M. Doodkorte Bent u een provo, meneer Miedema? „Ja, ik durf mij wel een provo te noemen. Ik sta trouwens ook in contact met figuren als Roel v. Duyn en Bernard de Vries" Hoe komt u nu eigenlijk aan de kost? „Op alle mogelijke manieren: met losse baantjes, ik heb dat voorschot gehad, we hebben wat schilderijen verkocht, ik handel wat in dit en dat, we scharrelen zomaar wat en zitten niet zo gauw aan de grond, ik red me wel". Bent u getrouwd? „Nee, maar dat zal niet lang meer duren. Ik ga binnenkort wel trouwen nee niet verloven, dat heeft geen enkele zin". En wat kunnen we nog meer van u en uw krant verwach ten? „Heel wat. We hebben heel wat op ons programma staan: we zien allemaal wan toestanden, dat is de zaak". BOLLE VAN BEARDA Mag ik een vraag stellen naar aanleiding van het kos telijke opstel over de bolle in het land van boer Bearda? Waarom werd die boer Bear da genoemd, terwijl hij geen Bearda heette? Leeuw. H. van der Zee Tja, waarom noemen ze een kelner Piet als hij Jan heet? Er zal dachten wij vroe ger wél een Bearda op die boerderij hebben gewoond, maar misschien kan de schrij ver van dat artikel, de heer G. G. in Voorburg, ons daar nog eens iets van vertellen? RO U GEM AIS ON De heer J. C. van Dam schreef in het laatste Krantsje over grappen in het Oranje Bier huis en over de stamgast Ro denhuis, die er altijd op een verschrikkelijke manier tus- sengenomen werd. Nu heb ik altijd, gemeend, dat die man Rougemaison werd genoemd (rood huis) en dat er ook een boekje over hem geschreven is. Kan het Kleine Krantsje mij daar meer van vertellen? Amsterd. A. S. Hurgronje Ja zeker, de gemakkelijk beet te nemen heer Lodewijk Ro denhuis heette voor z'n vrien den van de stamtafel Rouge maison en ook wel Ludwig Rothenhaus. „De geschiedenis van Rougemaison in 't Oran je Bierhuis" is indertijd be schreven in de Friesche Cou rant en later inderdaad in boekvorm uitgegeven. Het boekje is natuurlijk al lang uitverkocht. straat woonde, verblijft sinds enkele jaren in het Gemeen telijk Tehuis voor bejaarden in de Haniasteeg. Hij is dus inderdaad zo jong niet meer en komt ook de deur niet meer uit. VICTORIA

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 4