CITAX Weet de jeugd van nu nog Sa is it en net oars VROEGER: BOKJESPRINGE, LANDSJEKAPPE 8 9 'T KLEINE KRANTSJE 't Kleine Krantsje wil graag weten hoe ze vroeger speelden DE VISSERS SITTE WEER ANNE WATERKANT „Hoe zalig als de jongenskiel" „Nog over de schouderen glijdt" „Dan is het hemel in de ziel" „En alles even blijd". „Niets, niets ter wereld doet hem aan" „Of baart hem ongemak" „Dan stuiters die te water gaan" „Of ballen over het dak'. Dit is maar een deel van een lief versje van de Duitse dichter Hortley, die midden achttiende eeuw leefde. En we zien hier: er is niets nieuws onder de zon. Ook hij reeds, dacht met een zekere weemoed aan de vervlogen tijd; aan de dagen van onbe zorgde jeugd, aan prille kin derjaren. En ik neem aan, talloze lezers van ,,'t Kleine Krantsje" zullen nu, in de twintigste eeuw, evenals Hor- thy, vaak dezelfde gedacnten koesteren, dezelfde gevoelens zijn toegedaan en eveneens met een zekere weemoed te rugdenken aan hun vlegelja ren in „hun ouwe Luwadden van toen"; denken aan hun vrienden en vriendinnetjes van weleer. Eh waarschijnlijk gelijktijdig denken aan de spelen en spelletjes, die we eertijds speelden en waarmee we ons zo intens konden ver maken. Want welke echte gezonde jongen deed niet aan „bokje- springen", „spoorzoeken" of „bakkertskieten". En welk meiske niet aan „bikkelen", hinken" of „hoedsje-bal- len"? En hoeveel spelletjes speelden we niet met knik kers, hazelneuten, kersepit- ten, speld.en of knopen? En vreemd toch, op bepaalde tijden van het jaar (of be paalde maanden) zag je plot seling en gelijktijdig overal in de stad, de kinderen „toppen". Even later, gelijktijdig hin ken, knikkeren, hoepelen of draak jevliegen of spelen met kersepitten. Wij vroegen' ons wel eens af, welke geheim zinnige macht of drang zat hier achter? Wie gaf het sein? Waar hadden de kinderen zo vlug hun hinkeblok, hun top of knikkers vandaan? En nu weten we niet of het U wel eens is opgevallen, maar heel veel van die leuke spel letjes worden d.oor de heden daagse jeugd, of sporadisch, of zelfs in 't geheel niet meer beoefend. Het gevaar is zelfs niet denkbeeldig dat veel van deze spelletjes in onbruik, ja zelfs in vergetelheid dreigen te raken. Dit moet toch niet. Het ligt nu in de bedoeling van de Redactie, zoveel mo gelijk deze spelletjes „vast te leggen" opdat zo weinig mo gelijk hiervan verloren zal gaan. Een beroep En aangezien het nog altijd zo is dat „twee meer weten dan één" zonden wij graag een beroep willen doen op het geheugen van de ouderen en de zéér ouden uit onze le zerskring. Wat we dus graag willen we ten is dit: le welke spelletjes werden vroeger gespeeld. 2e hoe wa ren de spelregels of hoe werd het gespeeld. 3e welke wijs jes of versjes waren er aan verbonden? Ben voorbeeld? Een spelletje dat vroeger door meisjes veel werd gespeeld. Een kring van ongeveer acht meisjes; hun gezichten naar binnen gekeerd. Eén meisje loopt buitenom d,e kring heen, dus achter de ruggen, en zingt: „Zakdoekje legge, zal iemand zegge, zie voor je, zie achter je, zie aan je beide zijden, 't doekje zal mij ontglijden, wie omziet, die krijgt het niet". Tijdens het zingen laat ze haar zakdoekje vallen achter een bepaald meisje, deze moet vlug dit doekje oppakken en de vluchtende zangeres „tik ken"; die dan af is. Zo zijn er natuurlijk tiental len spelletjes, al of niet met versjes. Hoeveel zullen we alsnog kunnen achterhalen? Dus graag de medewerking gevraagd van onze lezers en lezeressen. Neem eens een diepe duik in Uw herinnering, die we wel een beetje willen opfrissen door het uitschrij ven van een kleine prijsvraag. Onze tekenaar heeft twintig kinderspelen (of goede ge woonten) op d,e hierbij afge drukte tekening vastgelegd. Welke zijn die spelen? Voor wie ons het juiste antwoord geeft stellen wij een boeken- bon van tien gulden beschik baar. Voorts stellen wij het zeer op prijs bij de oplossingen een kleine toelichting of aar diger nog een persoonlijke herinnering aan deze spel letjes te ontvangen: Redactie 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 1, Leeuwarden. DRANKZUCHT DOOR PORTWIJN GENEZEN De autoriteiten in Noorwegen hebben een nieuw middel ont dekt om drankzucht te genezen. De patiënt wordt achter slot en grendel gezet en zijn voedsel bestaat voornamelijk uit brood, geweekt in portwijn. Op den eersten dag nuttigt de dronkaard zijn maal met smaak en zelfs op den tweede dag vindt hij er nog behagen in. Den derden dag echter wordt het wel een weinig eentonig voor hem, op den vierden dag begint hij te mopperen en na acht dagen kan hij zelfs den reuk van den wijn niet meer verdragen. Het staat echter nog te bezien, of de resultaten duur zaam zullen blijken. (1907) Nou binne ze weer in 't bezit Van 't so begeerde brevetsje. 't Ministrjiele „swart op wit" Voor 't jaarlijks hengelpretsje Nou trekt vissend. Nederland, Voorsien van 't hengelstokje Naar 't „plakje" anne walle- kant, Voor 't plegen van een gokje. Voor hun is 't ieder jaar steeds weer Un wonderlyk beleven: As 't dobberke de eerste keer, Een teken geeft van leven. Dra is 't met „soete rust" gedaan, Van witvis, beers en snoekje. En sij die straks ter siele gaan, Gaan anne haak „om 't hoekje". Nou hoort men oek weer in 't „Latien' - Eén van hun skoonste talen - Vandie kanjer die se geregeld sien! Maar net niet op konnen halen S.I.V.I. Hy is Bauke (of Bauke binnen. Hij is Bauke (of) Bauke is bin nen (Hij is dood (of) hij heeft de buit binnen. Lyk siket lyk, mar üngelikense fine elkoar. Gelijk zoekt gelijk, maar niet- gelijken krijgen elkaar. Dy't in oar kjimme wol, moat seis gjin lus ha. Wie een ander wil kammen, moet zelf geen luis hebben. It folk komt by de lju. Het volk komt bij de lieden Soort zoekt soort). As de ellinde oer 'e diompel komt, giet 'e leafde op 'e rin. Wanneer de ellende over de vloer komt, gaat de liefde op de loop. Dy't folie het, sil folie litte, dy't langst libbet sil it allegearre bi- sitte. Wie veel heeft, zal veel achter laten, wie het langst leeft, zal het allemaal bezitten. Alle ding stiet to learen, behal- ven büksprekken. Alles is te leren, behalve buik spreken. ie MAKELAARSKANTOOR JANSSEN VERHUISD Het makelaarskantoor D. F. Janssen is verplaatst naar Grote Kerkstraat naar Span- j aarslaan tegenover het Ren- gerspark. De heer Janssen, die zich vijf en dertig jaar geleden in Leeuwarden ves tigde, had vroeger een kan toor aan de Eewal. TELEFOON 2 3 4 3 4 STANDPLAATS STATION Ook telefonisch te ontbieden ▼oor stads- en buitenritten

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 9