Hier lachten opa en oma om 'T KLEINE KRANTSJE 10 Een historische foto van het oude Sint Jobsleen: we zien het vermaarde logement van Aaltsje van der Brug met de logementhoudster zelf in het groepte voor hel pand. Later werd op deze plaats het tehuis De Terp gebouwd. I VERSTROOID Rechter (tot getuige): „Hoelang hebt u nog geleefd, nadat u den messteek in den rug gekregen had ROMANFRASE „De kleine Ernst verheugde zich over de vele geschenken die hij op zijn derden verjaardag gekregen had, als een kind". BEDENKELIJKE BEWERING Verdediger: „Edelachtbaren, één ding moet u in aanmer king nemen: mijn cliënt heeft meer dan de helft van zijn leven in gevangenissen doorgebracht. Wat kon hij in zulk een omgeving anders worden dan een misdadiger DE VERSTROOIDE Professor: „O, wat een aardige kindertjes.... vermoede lijk tweelingen Moeder (trotsch): „Ja, twee jongens". Professor: „Hoe aardig. Zijn ze allebei van u GROENE OUDERDOM „Gargon". „Wat blief u „Cha eau Margaux 1895, Grand Cru". De wijn wordt ge bracht. De oude heer proeft, zet een zuur gezicht en in formeert of het wel de goede is: „1895, Grand Cru „Inderdaad", bevestigt de kelner. „Benijdenswaardige wijn, die al zoo oud is en daarvan toch zoo weinig laat merken BIJ DE BAKKER Een cliënt komt binnen bij zijn advocaat waar het gloei end warm is. „Man, je zit hier in een oven". „Natuurlijk, ik maak hier mijn dagelij ksch brood". STIJLBLOEMEN In een landelijke vergadering spreekt de redenaar over de voortreffelijkheid van de koemest en besluit met de woor den: „Ik wilde wel, vergadering, dat de koemest u even warm aan het hart, lag aan 't mijne". En toen vond hij het nog oneerbiedig, dat er geglimlacht werd. LACONIEK Rechter (tot getuige): „Wat ter wereld heeft u als echt genoot er toe gebracht, een tweede vrouw te nemen Getuige: „De eerste". DE DAG NA HET HUWELIJK Zij„Vandaag, mannetje, heb ik nog geen tijd gehad, om te koken: ik heb eerst mijn twaalf kookboeken moeten opensnijden". VAN TWEE KWADEN HET MINSTE A.: „Zeg vriend, je hoed ziet er schunnig uit. In jou plaats zou ik allang een nieuwen gekocht hebben". B.: „Ja, zie je, dat zou ik wel graag doen, maar onlangs heeft mijn vrouw me gezegd, dat zij niet eer weer met me zou uitgaan, voor ik een nieuwen hoed had". TE BANG A. (bij een tochtje in een roeiboot)„Ik kan doen wat ik wil, ik word voortdurend dikker". B.: „Om 's hemelswil, houd er tenminste mee op, zoo lang we in de boot zitten, anders slaat ze nog om". IN HET RESTAURANT Kelner (bij het afruimen van de tafels tot een in slaap gevallen, beschonken gast): „Hé, wordt eens wakker....!, hoort u bij dezen biefstuk HET OLIEHUISJE ft Oaliehuuske) stond vroeger op de plaats van de nu ook al weer verdwenen gasfabriek. Hier werd de olie opgeslagen, die voor de (nog primitieve) straat verlichting werd gebruikt. DE GOUDEN BAL heette in het verre verleden een leerlooierij achter de Noorder singel bij de huidige Singel straat. Later werd het bedrijfje veranderd in een herberg met uitspanning, die bij de Liwad- ders van vroeger een geweldige vermaardheid kreeg. Precies ne gentig jaar geleden is de Gouden Bal afgebroken, maar de naam is nog steeds niet vergeten. De Nieuwe Leeuwarder IJsclub, die alleen in zeer strenge winters rijderijen kan organiseren op de gracht achter de Prinsentuin, aan de vroegere glorie van de heeft als een soort eerbetoon Gouden Bal een gouden bal in gesteld als prijs voor kortebaan- rijderijen voor vrouwen. De Noordersingel ten oosten van de Singelstraat werd vroeger door de volksmond wel Achter de Gouden Bal genoemd. DE FONTEINSLOOT waaraan de Fonteinstraat z'n naam te danken heeft, is vroeger van veel belang ge weest voor de bierbrouwers in de stad, die hier vers wa ter kwamen halen: daarom stond er eertijds ook 'n pomp en later een putstoel bij deze sloot. Waarschijnlijk kreeg de sloot z'n water van een of meer wellen, de naam fontein wijst daar wel op. HET PAARD was driehonderd jaar geleden een bierbrouwerij in Leeuwar den, waar onze verre voorouders het volgende konden lezen: Soekt gij goet bier Men vint het hier Soet van geur Fraij van kleur Lieflijk van smaak Dat tot ydereen sin geraak HET SINT JOBSLEEN is de naam van de reeks huizen tussen Boterhoek en Doelestraat. Het Sint Jacobs- of Sint Jobs- leen tot Oldehove was vroeger de eigenaar van de grond, waar op deze huizen werden ge bouwd; vandaar dus de naam. DE KAATSBAAN was tot voor een jaar of dertig een steeg in de Bagijnestraat met enkele bewoonde wonink jes. In veel vroeger tijden zal hier een kaatsbaan zijn geweest,- niet te verwarren met de kaats- velden, zoals wij die nu kennen. Op de plaats van deze vroegere Kaatsbaan is nu de achteruit gang van het politiebureau. ONS HUIS was in de jaren rond de eeuw- was in de jaren rond dee-,rake wisseling een prettig toevluchts oord voor „vrouwelijke dienst boden, die de zondagavond ge zellig en genoegelijlc wenschten door te brengen". Het stond op de hoek van de Grote Kerkstraat en de Doelestraat. De Dit is een foto van de vroegere het poortje links prijkte de naam DE KLANDERIJ was in vroeger jaren een lin nenweverij bij de Wirdumer- poortsbrug, waar de stof met ebhulp van een kalander (een soort mangel) werd geglansd. De Nieuwe Stadsherberg, die er later werd gebouwd, kreeg ook de naam Klanderij en deze naam bleef behouden, toen deze oude herberg ver vangen werd, door het hotel, dat er nu nog staat. Op het bordje boven M ATSMASTEEG is een andere naam voor Ipe Brouwersteeg; ze komt voor op een kaart van Leeuwarden in de Tegenwoordige Staat van Fries land van 1664. De steeg zal ge noemd zijn naar de Schepen Atsma, bij wie men, omstreeks 1680, dit glasschrift vond: Leert spreeken daer het past Leert swijgen om uw tijt De tonge maekt u vast Eer gy gevangen zij t.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 10