TOERISTISCHE ATT
'T KLEINE KRANTSJE
RIJTOER!
Het is nu, vijf en tachtig jaar
later, wel bijzonder interessant
om dit boekje eens door te bla
deren en om te zien welke voor
onze voorouders de beziens
waardigheden waren en hoe het
toen was gesteld met de moge
lijkheden zich te ontspannen
binnen en buiten de stad. In
onze ogen buitengewoon attrac
tief zijn ook de advertenties in
dit boekje, waarmee de Leeu
warder zakenlieden van toen
zich aanbevalen in de gunst van
de blijvende en de komende en
gaande man.
Wanneer u er even gemakkelijk
bij gaat zitten, slaan we het
boekje graag voor u open om u
te laten delen in het plezier,
dat wij er in hebben gehad.
De gids geeft in de eerste plaats
een korte beschrijving van de
stad, waarin de Sint Jacobsstraat
'met Voorstreek en Nieuwestad)
wordt genoemd als een van „de
schoonste gedeelten" van de
stad. „De inwoners, omstreeks
30.000 in getal", aldus de Gids,
„vinden vooral hun bestaan in
een levendigen binnenlandschen
handel, in talrijke goud- en zil
versmederijen, alsmede in on
derscheidene fabrieken.
De drukbezochte weekmarkt is
er het middelpunt van een le
vendigen omzet in graan, vee,
boter, kaas, chichorei, vlas enz."
Op de vrijdagen wordt door de
Gids „wegens de eigenaardige
drukte en den belangrijken han
del" een bezoek aanbevolen aan
de Nieuwe Veemarkt (let u op
dat Nieuwe - er verandert niet
zo veel.het Nieuwe Beurs
en Waaggebouw, de Lange Pijp,
het Schavernek, de Nieuwestad,
Wirdumerdijk, Voorstreek en
Tuinen.
Als voornaamste sociëteiten
noemt het boekje de Groote So
ciëteit aan de Lange Pijp (nu
Morrema's Sportpalace), Amici-
tia en de Harmonie - „op het
plein voor eerstgenoemde socië
teit hebben, bij gunstig weder,
des zaterdagsavonds van 7-9 uur
muziekuitvoeringen plaats door
het Stedelijk Muziekcorps of het
Stafmuziekcorps der Infanterie".
Grappig is het te zien hoe de
Gids het hoofdstuk van de voor
naamste gebouwen, gestichten,
inrichtingen enzovoort begint
met een beschrijving van de
Harmonie („dit nieuwe, ruime
en fraaie gebouw, waarvan de
societeitszalen den 7en Mei j.l.
werden geopend, is bestemd tot
het geven van toneelvoorstellin
gen, muziekuitvoeringen, ten
toonstellingen en ter bevorde
ring van het gezellig verkeer der
tot lid toegetreden ingezetenen")
terwijl de oude Waag als een
van de laatste bezienswaardig
heden wordt genoemd. („De
stevige constructie, de zware
balken en de reusachtige balan
sen verdienen vermelding" - het
is een der schilderachtigste ge
bouwen der stad, met schone
architectonische lijnen, die,
vooral bij eene illuminatie,
fraai uitkomen".
Schoon gebouw
Van het Paleis van Justitie
(„een schoon gebouw") wordt
gezegd, dat het op meer dan
duizend palen rust, dat de Pro
vinciale Staten er in vergaderen
en dat de Provinciale Biblio
theek er in gevestigd is: „de
catalogus dier bibliotheek is in
den handel verkrijgbaar".
Dat de Oldehove speciaal als
bezienswaardigheid in Leeuwar
den wordt genoemd zal niemand
verbazen. („Om den toren te
beklimmen vervoege men zich
bij S. van Dam, wonende op
een 50-tal schreden van den in
gang, Boterhoek 53"), maar aan
het idee, dat ook het Tuchthuis
als toeristische trekpleister in de
aandacht werd aanbevolen moe
ten we wel even wennen: „Het
Tuchthuis of Huis van Opslui
ting en Tuchtiging, werd eerst
sedert eenige jaren grotendeels
vernieuwd en bestaat hoofdza
kelijk uit steen en ijzer. Het
dient tot gevangenis voor cri
mineel veroordeelden en kan
eene bevolking van 800 gevan
genen bevatten. Bezienswaardig
zijn de voorgevel, keuken
met machinale kokerij, weverij
en en andere werkzalen. Op het
ogenblik worden er ongeveer 430
gevangenen gehuisvest, waaron
der tien voor levenslang veroor
deelden. Toegang tot de gevan
genis wordt moeilijk verkregen
en alleen door een lid van de
Commissie van Administratie,
den maandcommissaris, ver
leend".
Aantrekkelijk
Ook het IJkkantoor en Kanton
gerecht aan de Oosterkade acht
ten onze voorouders aantrekke
lijk genoeg om opgenomen te
worden in de reeks van be
zienswaardigheden, evenals
trouwens het Diaconiehuis van
de Hervormde Gemeente en het
Sint Anthony Gasthuis, waar
van o.a. werd gezegd, dat de
voogden tal van hulpbehoeven
de instellingen steunden „als
van minvermogende ooglijders,
idioten, doofstommen, krankzin
nigen" en zich ook bezig hiel
den met het uitdelen van soep
in de winter.
Nieuwe toren
Bij de andere aan de toeristen
aanbevolen gebouwen en monu
menten hoorde vanzelfsprekend
ook de Nieuwe of Sint Jacobs-
toren, die wij helaas niet meer
als toeristische trekpleister kun
nen noemen, want niet lang na
het verschijnen van die Gids van
Eekhof moest deze Nieuwe To
ren in de Grote Hoogstraat we
gens bouwvalligheid worden ge
sloopt.
„Deze 43 meter hooge, vierkan
te steenen toren trekt onmiddel
lijk de aandacht door zijnen
schuinen stand" zegt de Gids.
Hij werd gebouwd nevens de ka
pel van het vervallen St. Jacobs
Gasthuis, tegen het midden der
16e eeuw, vermoedelijk in 1540.
De omgang boven het gemetsel
de gedeelte is 23 meter (100 tre
den) hoog. Hierboven verheft
zich in loodrechte stand de
spits, gedeeltelijk met leien,
deels met lood bedekt. De groo
te thans niet meer gebruikt
wordende en met beeldwerk rijk
versierde klok, „de Leeuw" ge
noemd, telde volgens het rand
schrift vroeger brullende over
de Leeuwarder daken de uren
af en roept door haren klank de
burgers tot de vlammen en de
wapenen".
Rijtoeren
Auto's kende men ten tijde van
het verschijnen van de Gids nog
niet; wie eens een tochtje wou
maken deed dat met een rijtuig,
al naar gelang van de dikte van
z'n beurs met een of twee paar
den ervoor. Stalhouder O. Lub-
berts van het Schoenmakers-
MET KLEURIGE EN FLEURIGE FOLDERS PLEGEN WE TEGENWOOR
DIG DE AANDACHT VAN DE TOERISTEN TE VRAGEN VOOR DE GOEDE
STAD LEEUWARDEN EN SINDS KORT GAAT ER GEEN WEEK MEER
VOORBIJ OF DE DILIGENTE DIRECTIE VAN DE VERENIGING VOOR
VREEMDELINGENVERKEER ZIET WEL KANS MET EEN AARDIG STUNT-
JE VIA DE KRANTEN IN HET NIEUWS TE KOMEN: NET ZIJN WE WAT
BEKOMEN VAN DE SCHRIK, TEWEEGGEBRACHT DOOR HET VOORNE
MEN RONDVAARTBOTEN DOOR ONZE GEURIGE STADSGRACHTEN TE
LATEN TOEREN, OF WE LEZEN VAN SPECIALE VITAMINEPILLEN,
DOOR DE V.V.V. TE VERSTREKKENAAN BLEKE TOERISTEN DIE IN ONS
KLIMATOLOGISCH ZO HEERLIJKE GEWEST TEVERGEEFS WACHTEN
OP EEN STRAALTJE ZON. MAAR HET STREVEN OM HET DE VREEMDE
LINGEN HIER NAAR DE ZIN TE MAKEN IS BEPAALD NIET VAN DEZE
TIJD. HOEWEL DE VERENIGINGEN VOOR VREEMDELINGENVERKEER
TOEN NOG NIET BESTONDEN, WERD IN DE VORIGE EEUW AL DE BE
HOEFTE GEVOELD DE TOERISTEN HIER DE WEG TE WIJZEN. DE BE
FAAMDE BOEKHANDEL W. EEKHOF EN ZOON GAF BIJVOORBEELD IN
1881 AL EEN „GIDS IN LEEUWARDEN EN OMSTREKEN" UIT MET EEN
KORTE BESCHRIJVING VAN DE BEZIENSWAARDIGHEDEN IN DE STAD
PLUS EEN LIJST VAN RIJTOEREN DOOR DE WONDERMOOIE OMGE
VING VAN LEEUWARDEN.
De Nieime- of Sint ]acobstoren, die we op deze oeroude foto nog net kunnen zien, was in over
grootvaders tijd voor stadgenoot en vreemdeling een bijzondere bezienswaardigheid.