IE IN VORIGE EEUW:
r
Hele dag
tussen
de wielen
'T KLEINE KRANTSJE
VANUIT LEEUWARDEN
De gids geeft ook een opsom
ming van de hotels, logemen
ten, herbergen, bier- en koffie
huizen en restaurants in de
stad: sommige namen klinken
ons nog heel bekend in de oren,
(De Nieuwe Doelen), de Klande-
rij van C. van Wely, de Hol-
landia aan de Langemarktstraat,
de Groene Weide en de Neder
landen), andere echter worden
al lang niet meer genoemd, zo
als Het Wapen van Friesland
van F. Weidema aan het Groot
Schavemek, de Phoenix in de
Sint Jacobsstraat, 't Gouden
Wagentje en het Klein Wagen
tje, beide aan de Nieuwestad,
het Friesch Koffijhuis aan de
Wirdumerdijk, die Port von
Cleve in de Grote Hoogstraat,
het Nederlandsch Koffijhuis aan
de Korenmarkt, het Hof van
Holland in de Sint Jacobsstraat,
café Neuf op de hoek van de
Voorstreek en de Koningsstraat,
het Zuid-hollandsch Koffijhuis
aan het Zaailand en de Os (van
Looienga) op de hoek van de
Nieuwestad en de Wirdumer
dijk.
Moeite waard
Zeer de moeite waard tenslotte
is ook het nalezen van de ad
vertenties in deze lezenswaardi
ge Gids in Leeuwarden van
1881: van de een en twintig
adverterende zaken blijkt er nu
nog maar een te bestaan en dat
is het Sigaren Magazijn De
Planteur van H. Stoffels, dat in
die dagen nog gevestigd was op
de hoek van de Kelders, naast
het hotel de Nieuwe Doelen.
Alle andere zijn opgeheven of
althans verdwenen uit de stad,
maar oudere Leeuwarders zul
len zich stellig nog verschillen
de zaken herinneren, wanneer
we de namen noemen: K. Klei-
terp, horlogemaker aan de
Vleeschmarkt, N. Dijkstra, co
mestibles aan de breedzijde van
de Nieuwestad, H. F. Hoose
mans, specialiteit in mantels en
costumes, de Gebr. Suren, ma
gazijn van modeartikelen aan
de Kelders, de Bildtsche Kleer-
winkel aan de Nieuwestad, de
bazar van Titus Postma aan de
Voorstreek, de overhemdenzaak
van C. M. H. Pull over het
Waagplein, de steendrukkerij
van J. K. Zeehuisen in de Grote
Hoogstraat, de meubelzaak van
de Weduwe Z. C. Beekhuis, de
touwzaak van A. Alberts (Fa.
Zwolsman), de stalhouder H.
Schaap en last not least de
Nieuwe Zwem- en Badinrichting
aan de Noordersingel (de be
ruchte Inktpot), die in haar ad
vertentie in deze gids o.a. wees
op de „volkomen gescheiden
Dames Afdeeling met afzonder
lijke wachtkamer en vrouwe
lijke bediening" en die verder
attendeerde op haar Leestafel en
Bibliotheek „van allerlei wer
ken over de doelmatigste wijze
van zwemmen en baden". O,
goeie ouwe tijd, wat is dat alle
maal al weer lang geleden
Op deze sfeervolle tekening zien we Leeuwarden-in-de-goeie-ouwe-tijd: de Oldehove werd vijf en tachtig jaar geleden in de toeris
tische gids van toen natuurlijk al met ere genoemd.
perk, die rijtoeren organiseerde
naar tal van plaatsen in de pro
vincie, hield ook stadsritten
„Naar het spoor, den schouw
burg als anderszins" - voor drie
kwartjes werd men door één
paard te bestemder plaatse ge
bracht, maar wie per se twee
paarden voor z'n rijtuig wenste,
betaalde twee kwartjes méér.
„Toeren of visites" zonder be
paald doel moesten worden ge
honoreerd met een bedrag van
f 1,50 per uur voor één paard
en met een rijksdaalder per uur
voor een span van twee paar
den.
Voor een machtige rijtoer naar
Marssum, Weidum en Wijt-
gaard („24 kilometer, vijf uren
gaans en 2V2 uur rijden") vroeg
Lubberts respectievelijk vijf en
acht gulden; een rit naar Wijt-
gaard, Roordahuizum, Rauwerd,
Deersum, Schamegoutum, Bo-
zum, Oosterwierum en Weidum
terug („50 kilometer, 10 uren
gaans en 6 uren rijden") kostte
respectievelijk acht en veertien
gulden.
Bij tochten boven de zestig ki
lometer kwamen er altijd twee
paarden voor het rijtuig: een
trip naar Heerenveen „met toe
ren in het Oranjewoud" kwam
de reislustige op achttien gul
den te staan, waarvoor hij wel
geteld acht en een half uur in
het koetsje zat en een enorme
toer van 88 kilometer van Leeu
warden over Bergum en Drach
ten naar Beetsterzwaag vergde
een uitgaaf van twintig gulden,
waarvoor men dan ook bijna
elf uren tegen het achterste van
de paarden mocht aankijken....
Sneller
Sneller en goedkoper was het
reizen per spoor (retour Frane-
ker vijf en zestig cent, retour
Sneek vijf en veertig cent en re
tour Oudeschoot een gulden en
dertig cent), terwijl ook het ma
ken van een tocht per spoor en
per stoomboot als een speciale
attractie onder de aandacht van
het publiek werd gebracht. Zo
kon men voor een trip naar
Sneek en Bolsward om acht mi
nuten over zeven 's morgens op
de trein stappen naar Akkrum,
vandaar vertrok om negentien
over acht een stoomboot naar
Sneek en Bolsward; ook de te
rugreis van Bolsward naar Leeu
warden werd met de stoomboot
gemaakt: de passagiers waren
dan langer dan twaalf uren on
derweg, totale reiskosten twee
gulden en zestig cent.