HUTTIN6
Onder de scheve toren
rBokma
er jvtE N
'T KLEINE KRANTSJE
10
GRAFMONUMENTEN
SCHOORSTEENMANTELS
opto W A M <Vc
Of FltUCMi SMfNMOUWCIM
SINDS 1930
TELEFOON 30180 - 29278 27866 - 28286
De Zon
hiette Fé en Dee froeger, maga-
sijn de Son. „Jim mutte even
naar de Son". We hewwe us un
korsetfeter foor mien moeke uut
de Son hale mutten. Wat hew
we toen un gein had Later het
de Son un noodwinkel had over
de Nijstad. Wij maar mette
klompen over de battings klosse.
Verder was er nog de Rooie
Winkel oppe Wirdumerdiek.
Kleine Wiepie was ur detektief.
Gien mens kon um sien vanwe
ge sien grootte. As der jat wud-
de dan waarskouwde hij „peed-
sje" de sjef. Peedsje was un be
faamd, populair wielrenner. Te-
geliek was ie masseur. De wie
lerbaan was een N.V. fan un
stuk of wat fooraanstaande Lu-
wadders. De siel fan ut alles
was de heer Andriessen, die Rot-
derdams-Luwadders praatte. Een
knap tegniekus en psiegoloog,
plus organisator. As ur wat op
pe fiets te doen was must ie dur
bij weze. So gesegd was Peedsje
de grote ster. Feul bekers en
priezen plus rekords fielen in
sien hannen. Feslceidene annec-
dotus doene de rondte. Eén fer-
haal is echt gebeurd. Ik sal jim
dat inne gauwigheid even fe-
telle:
Peedsje komt met sien broers in
Rome. Daar wud op een plein
iemand op un stoel ronddragen.
Stopt die stoel en seit de per
soon oppe stoel: „Hé Peedsje,
bist dou hier oek Wat hew ik
dei in un tied niet sien ju Kom
naast mie sitten dan kanne we
even prate
So wudde Peedsje oek met rond
dragen. De meensen seiden teu-
en mekaar: „Must kieke, wie su
die man mettie steek weze die
naast ut Peedsje sit
De wielerbaan is op ut laast fal-
liet gaan foor afbraak ferkocht
en oppe Ouweglijen terecht ko
men.
Variété
Je konnen de lui vaak rot skrik-
ke late as je inne Hoogstraat bij
Bakker deur de deur loerde. He
le grauwe grote feestkoppen
loerden je an. Musten je foor )e
moeke kustekoek bij Tinga oppe
Tweebaksmarlct hale, dan keek
Men zal pen hen
OAJ U PERSOONLIJKE
RELATIES. ONDERHOUDT
NIET DE BESJE
BUIJENLANDSE
HUILEN..!
f
Van ouds Wigersma
sinds /B55
DAMES- EN HERENMODE
Naauw8 Tel.27984 Leeuwarden
je naar de foto's bij Duo Carels.
Sorgvuldig waren de gedienen
altied dicht. „Cabaret" had un
freemde klank. De eerste dag
fanne kermis gingen we altied
naar Fafeur, inne Harmonie. De
mensen met geld zaten inne lo
ge. Ut mooist fon ik altied as
Bamberg er bij was. Dat was un
Sjinees. Un soetwatersjinees. Hij
had ut woord Tokio omdraaid
en hiette daarom Okito.
Op un keer bin ik op ut toneel
wipt. Seit Meyer teugen mij:
„Kast tou niet leze In vier
talen ston er un bodsje dat gien
mens oppe bune mocht as Okito
bezig was. Juust skoten er vijf
eenden uut un grote tijl die
eerst leeg was. Ut was allemaal
water. „Kiek", sei Meyer, „Dat
binne gien eenden, maar ganzen
se lope allemaal agter mekaar".
Okito maar skelle, want Meyer
deed ut gedien niet dicht, fan-
wege de verbluffing. Meyer hing
inne touwen terug te skellen.
„Hoort ut toch niet", sei die,
want hij is hardstikke doof".
Inne Friso bioskoop was de re
vue van Louis Davids. Die was
op laatst al erg min en zong de
olieman, terwijl hij oppe stoel
zat. In un houten tent naast de
Harmonie speulde Gerlach, de
begaafde toneelspeler en regis
seur. Bij Sip Castelein vierden
de Kilima Hawains hun eerste
triomfen. Kara el Hammed hyp
notiseerde kiepen op het toneel
fanne Groene Weide, een onna
volgbaar artist.
Ieder jaar kwam Hagenbeek met
sien cirkus. Wij stonnen te kie
ken naar ut opbouwen. Un ne
ger fan ut cirkus froeg: „Go you
also in the cirkus Mien maat
feston ut beter en sei: „Jes seur,
wie kreeps under ut seil deur".
Kenau
Né, een sterk wief bedoel ik
niet, maar de boot die so popu
lair was om met uut faren te
gaan. Besturen en niet te grote
verenigingen, borgen hun bok-
madrankjes onder in. Ut gaat
mie niet om ferslag fanne reizen
te doen. Jim mutte hierover
maar jim licht bij ouwe Luwad-
ders opsteke.
HENK RIMA
De OUDE GRACHT,
ook wel Oude Heerengracht ge
noemd, liep tussen Ruiterskwar-
tier en Zaailand over wat we
nu kennen als het Wilhelmina-
plein. De Oude Gracht was de
eerste verdedigingsgracht van
Leeuwarden. In 1845 is dit deel
van de vestinggracht gedempt
toen het Paleis van Justitie
moest worden gebouwd.
B De PEPERNEUTEKERK
was de schertsende naam voor
een vergaderlokaal van een klei
ne (afgescheiden) Hervormde
Gemeente in Leeuwarden. Het
vergaderlokaal was naast de
Nieuwe Toren in de Grote
Hoogstraat. Slechts twee jaar
heeft deze Hervormde Gemeen
te bestaan; ze werd op last van
het Departementaal bestuur op
geheven. Haar aanhang bleef -
vooral in sommige dorpen nog
lang bestaan.
B DE DOKKUMER STAL
stond in 1892, in welk jaar ze
werd afgebroken, aan de Ee-
buurt. Daar stalden de jagers de
paarden van hun veerschepen.
IDe gevelsteen, die de gevel van
deze stal heeft gesierd, zit nu in
de muur van het Sint Anthony
Gasthuis aan de Pijlsteeg.
B SMALLENBORCH
heette een huis aan de Sint
Jacobsstraat. Op de luifel van
het pand kwam het volgende
opschrift voor: „Dit huys is
goet en bequaam - Smallenborch
is syn naem".
B DE KAPELSTEEG
in de Weerklank heette zo naar
het eerste lokaal, de Kapel van
de Vrije Evangelische Gemeen
te.
DE
B SLOTMAKERSTRAAT
in het hartje van de oude bin
nenstad, tussen Put en Eewal,
was de plaats waar eens de
smeden en slotemakers woon
den.
B DE HOOP
heette de broodfabriek aan de
Westersingel, die daar in 1865,
honderd jaar geleden dus, werd
gebouwd. Voor een dubbeltsje
haalden de jongeren er vroeger
een hele zak vol „kustekoek"
of andere bakkerslekkemijen.
Slopersactiviteiten in de Door-
gaandesteeg tussen de Nieuwe-
buren en Bij de Put. Maar
de steeg is er nog, al wonen er
dan geen mensen meer in.
DE
E DOORGAANDESTEEG
was een doorlopende, nauwe
steeg tussen Bij de Put en de
Nieuweburen. Evenwijdig aan
de Doorgaandesteeg liep (en
loopt nog) de Bargejagerssteeg,
die evenwel niet doorliep, maar
halverwege eindigde. De ingang
van de Bargejagersteeg is aan
de kant van de Nieuweburen.
DE
B BERLIKUMERMARKT
werd vroeger ook wel Belkumer-
markt genoemd, naar de Belku-
mer- of Berlikumer schippers,
die hier met hun schepen aan
de kade lagen om er hun heer
lijke waren aan de man te bren
gen.
B BELLEVUE
is nu de naam van een restau
rant op de Nieuwestad, het was
honderd jaar geleden de naam
van een herberg aan de voorma
lige Stadsbuitensingel. Bellevue
stond even ten zuiden van de
tegenwoordige Prins Hendriks-
brug. In 1873 is de herberg Bel
levue afgebroken toen de stads
uitbreiding in de richting van
het station zich verder voltrok.
B DE MOLENSLOOT
liep tot 1884 langs de noordzij
de van het Molenpad en mond
de onder het Meekmabruggetje
door uit in de stadsgracht bij
de Vlietsterbruggen. In dat jaar
is de toen al erg verwaarloosde
sloot door de gemeente ge
dempt, waardoor het Molenpad
belangrijk kon worden verbreed.
Wat wij nu nog altijd Molen
pad noemen was een eeuw ge
leden inderdaad nog een pad en
niets meer.
B HET OSSEHUIS
was een herberg aan de zuid
kant van de Ossekop, dat z'n
naam dankte aan de houten
kop van een os, die daar tot
omstreeks 1828 heeft uitgehan
gen. De herberg stond aan het
Ossehiem en gaf aanleiding tot
de benamingen In-, Bij en Ach
ter de Ossekop, waaronder de
volksmond de verschillende de
len van de Uniabuurt onder
scheidde. Drie eeuwen geleden
was er aan het gevel bij de Os
sekop het volgende opschrift te
zien: Al mocht de mensche/Na
sijn wensche lange leven Als
komt de doot Hem uit de we-
relt stoot Wat heeft hij dan
bedreven Niet.
B HET KALVERDIJKJE
is lang een modderige landweg
geweest, waarlangs het melkvee
en de kalveren naar de boerde
rijen gedreven werden. Van het
vroegere Kalverdijkje is nu niet
veel meer over: de stadsuitbrei
ding heeft het dijkje voor het
grootste deel opgeslokt.
Zo zag het Kalverdijkje er veertig jaar geleden nog uit: de boerderij achter het geboomte is die van
Tijsma, welke ook al lang geleden afgebroken werd. Aan z'n linkerhand had de fotograaf de huizen
van de Schapestraat.