'T KLEINE KRANTSJE Het echtpaar Wolles met een vun de zes kinderen, die de vrouw onverzorgd achterliet, toen ze besloot bij Eije Wijkstra te gaan inwonen. de hele omgeving zwart van de mensen, die zelfs de daken van de huizen beklommen om iets van de plechtigheid te kunnen zien. Zo groot was de stoet ach ter de lijkwagen, dat ze een grote omweg moest maken om tot ontwikkeling te komen en reeds viel de schemering in, toen eindelijk de dodenakker werd bereikt. Wat er ook gebeurt - het leven gaat door. Spoedig keerde de rust weer in Grootegast, al ble ven sommigen roepen om een bloedige wraak. Maar voor een wraakneming was geen plaats, slechts het recht zou zijn loop moeten hebben en dat kreeg het: op de 22e april 1929, drie maanden na de tragedie, ver scheen Eije Wijkstra voor de rechtbank in Groningen. Enorm was de publieke belang stelling voor deze terechtzitting en al om twee uur in de nacht ervoor stonden belangstellenden voor het Gerechtsgebouw in de rij. Alleen de gelukkigen met een toegangskaart evenwel wer den, kort voor de zitting begon, tot de publieke tribune in de rechtzaal toegelaten. Zucht van verbazing Toen de verdachte tussen twee veldwachters de rechtzaal werd binnengeleid, ging er even een zucht van verbazing door het publiek: gekleed in een man chester pak, met een doek om de hals geknoopt kon de kleine, slanke en donkere man zeker geen slechte indruk maken. Maar op de tafel voor de rech ters moest deze Eije Wijkstra de moordwapens als zijn eigen dom herkennen, een pistool en een gedeeltelijk verbrand ge weer. Nadat de rechtbank was binnen gekomen - president Mr. F. J. Lisman, rechters Mr. B. P. En kelaar en Mr. f. G. A. Katten- busch en Griffier Mr. W. G. Wieman - kon de Officier van Justitie, Mr. J. N. Meindersma de tenlastelegging voorlezen: Eije Wijkstra, geboren op 4 juli 1895 in de gemeente Grootegast, staat terecht: I. terzake, dat hij op of om streeks 18 januari 1929 in de gemeente Grootegast ter uitvoe ring van zijn tevoren genomen besluit en beraamd plan om Mient van der Molen, van het leven te beroven, na kalm be raad en rustig overleg opzettelijk genoemden van der Molen met kogels heeft getroffen en sneden met een mes heeft toegebracht, waarop deze door verbloeding is overleden, althans dat hij de ze handelingen opzettelijk heeft verricht; II. terzake dat hij ter uitvoering van zijn tevoren genomen be sluit en beraamd plan om Her- mannus Henderikus Hoving van het leven te beroven, na kalm beraad en rustig overleg opzet telijk op genoemde Hoving een schot uit een met een scherpe patroon geladen vuurwapen heeft gelost, tengevolge waarvan deze kort daarna aan verbloe ding is overleden; III. terzake dat hij ter uitvoering van zijn tevoren genomen be sluit en beraamd plan om Jan Werkman van het leven te be roven, na kalm beraad en rustig overleg opzettelijk genoemden Werkman met een kogel heeft getroffen en opzettelijk aan Werkman een snede met een mes of ander scherp voorwerp heeft toegebracht, tengevolge van welk schot en welke sne de Werkman aan verbloeding is overleden,- IV. terzake dat hij ter uitvoering van zijn tevoren genomen be sluit en beraamd plan om Al- dert Meijer van het leven te beroven, na kalm beraad en rustig overleg opzettelijk ge noemden Meijer met één of meer kogels heeft getroffen, ten gevolge waarvan genoemden Meijer schotverwondingen heeft bekomen, waarvan één heeft gevormd een wondkanaal, lo pende van de linkerschouder door borst- en buikholte naar de rechterhelft van de buik, in het verloop van welk schotka naal de linker sleutelbeenslag ader, de linkerlong, het hart en de lever werden getroffen, zo dat verbloeding daarvan het ge volg was, waardoor Meijer kort daarop is overleden. Hoe de terechtzitting daarna verliep zullen we zien in het volgende nummer van 't Kleine Krantsje, dat op woensdag 5 oktober ver schijnt. Eije Wijkstra's moord op ^4 politiemannen slachtoffers met een vrachtauto naar het gemeentehuis in Groo tegast gebracht en in de rouw zaal opgebaard - de door de burgemeester persoonlijk met het gebeurde in kennis gestelde familieleden kwamen daar later bijeen. Zeer geschokt Bijzonder groot was de deelne ming van de bevolking met de nabestaanden. Vooral de dood van de chef-gemeenteveldwach ter Mient van der Molen schok te de mensen in Grootegast en omgeving zeer. Van der Molen, die drie en zestig was en kórt voor zijn pensioen stond, was buitengewoon bemind in zijn doip ;hij was een achtenswaar dig man, die de mensen bij ge schillen bij elkaar bracht en al tijd alles deed om uitbarstingen bij twisten te voorkomen. Hij liet een vrouw en twee (volwas sen) kinderen achter. De rijksveldwachter Hendrik Herman Hoving te Opeinde was negen en dertig jaar en vader van twee kinderen, de rijksveld wachter Jan Werkman te Sebal- deburen was vijf en veertig jaar en had drie kinderen en de ge meenteveldwachter Aldert Meijer te Opende was vier en dertig jaar en vader van vier kinderen. Op treffende wijze uitte het me deleven zich bij de begrafenis van de slachtoffers. Hoving en Werkman werden beiden op dinsdag 22 januari begraven op het Esserveld buiten Groningen, de begrafenissen van Van der Molen en Meijer vonden de volgende dag plaats, respectieve lijk in Grootegast en Opende. De begrafenis in Groningen werd een indrukwekkende ma nifestatie, door duizenden en duizenden bijgewoond. Achter het muziekkorps van de Vereni ging „Hermandad" uit Rotter dam schreden deputaties van de Rijksveldwacht uit negen dis tricten in volle uitrusting; alle districtsmajoors vooraan, dan de brigadiers en daarna de veld wachters. Ook verscheidene bri gadiers van de Koninklijke Ma rechaussee waren vertegenwoor digd; daarop volgden afgevaar digden van verscheidene politie corpsen in ons land, ook van het corps uit Leeuwarden. De beide lijkwagens werden geës corteerd door rijksveldwachters en gevolgd door een landauer, die bijna geheel schuil ging on der bloemen en kransen. Indrukwekkend Bijna nog indrukwekkender wa ren de plechtigheden van de teraardebestelling van Meijer en Van der Molen, zo dicht bij de plaats waar het drama zich had afgespeeld. In Opeinde werd het publiek niet op de dodenakker toegelaten; de hele begraafplaats was door zeer zwaar bewapende marechaussees afgezet. Duizen den sloegen de plechtigheid ga de, staande achter de afsluitin gen bij het kerkhof. Te Grootegast, bij de begrafenis van de geliefde Van der Molen, moest politie te paard een enor me mensenmassa op een eerbie dige afstand houden - hier zag Onvoorstelbaar groot was de belangstelling voor de teraardebestelling van de slachtoffers van het drama van Grootegast. Dit is een foto van de begrafenis van Hoving en Werkman op het Esserveld bij Groningen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 7