in de pen 't Was de Ylampiep! CITAX Lezers klommen Itetwitx uw vbetth,Geef ze $c(n,Q.e*te>n vcu* Ste&ncu* Schoenen Tuinen 35 Vergissingen Over vaders 'T KLEINE KRANTSJE 4 ABONNEMENTSGELDEN Verscheidene abonnee's beginnen reeds hun abon nementsgeld voor 't Kleine Krantsje over 1967 aan ons over te maken. Daar zijn wij natuurlijk bijzon der erkentelijk voor: wij zouden heel wat minder grijze haren krijgen, wanneer alle abonnee's zo vlot en spontaan aan hun geldelijke verplichtingen vol deden Wel hebben wij een dringend verzoek: be taalt u in alle gevallen óf tot 1 juli 1967 óf tot 1 januari 1968, maar niet tot - bijvoorbeeld - 15 april 1967, november 1967, 3 augustus 1967. Wie, om nog een voorbeeld te noemen, in oktober 1966 abonnee werd kan tot 1 juli 1967 betalen (f 2,90 plus 7 x 25 ct. f 4,65 totaal) of tot 1 januari 1968 (f 5,80 plus 7 x 25 ct. f 7,55 totaal). Nou., dat weten we nu dan wel: de telefoonbel op onze redactie heeft de laatste weken nauwe lijks gezwegen, de post wierp een stroom van schriftelijke re acties in de bus. De meneer achter de kar bleek niemand minder dan „De Vlampiep" te zijn, een overbekende stadgenoot uit vroeger jaren, die o.a. een grote bekendheid kreeg als kof fersjouwer bij het station. „De man achter de kar met knienevellen" schreef ons de heer K., „mut hast wel De Vlam piep weze. 't Model, die snor en dat horisontale petsje. 't Kan hast niet misse. Maar toch.... de Vlampiep achter een zwaar beladen lcarre'k weet het niet. As je snappe wat ik be doel". Wel, de heer K. mag het nu dan wel weten, want in vele tien tallen reacties werd niet anders dan de naam van De Vlampiep genoemd. Slechts twee abon nee's noemden ons een andere naam en het is wel merkwaar dig, dat beiden in deze besnorde heer een zekere Meindert Rau- werda meenden te herkennen. „Rauwerda van de Nieuwebu- ren". Hij was toen werkzaam bij de leerhandel van Fahner op de Tuinen, zo voegde abonnee H. Keeskamp van de Voorstreek hieraan toe. Wij hebben de originele, zeer duidelijke, foto daarna aan de heer Fahner (nu Kelders) ge toond, maar met grote beslist heid ontkende deze, dat de ge fotografeerde de heer Rauweida kon zijn. „Bovendien" zei de heer Fahner, „was Rauwerda schoenmaker - die zal nooit ach ter zo'n kar hebben gelopen. Maar afgezien daarvan: hij is het niet, daar kunt u zeker van zijn". Rode snor. Blijft dus over dat de man ach ter de kar De Vlampiep is, een figuur, van wie een van de le zers van ons Krantsje veronder stelde, dat hij zijn bijnaam dankte aan z'n rode snor en rode haar - „krek een vlampiep mut je mar denke. De heer J. L. Schoffelmeer uit Wesel in Duitsland schreef ons, dat de foto van de knienevellen geen dertig jaar oud kon zijn, omdat de Tweebaksmarkt toen (plm. 1936 dus) in het midden voorzien was van een perkje met struiken en wat boompjes. In zoverre vergist deze abonnee zich, dat er in het midden van deze Tweebaksmarkt geen door lopend perk met struiken is ge weest. Er lag een ovaalvormig perk voor het Telefoondistrikt en er was een perk tussen de panden van de Arbeiderspers en de Openbare Bibliotheek. De Vlampiep zal met z'n kar tussen deze twee perken hebben gestaan en wel voor de Friesche Glashandel van Habekothe, waarvan we op de foto boven de deur nog juist het woord „Kan toor" kunnen zien staan. Overi gens komen we op het punt „Vergissingen", geachte heer Schoffelmeer elders in dit Klei ne Krantsje nog even terug. Trouwe kameraad De Vlampiep had een trouwe kameraad van veel kleiner pos tuur, met wie hij veel in de stad werd gezien. Toen een stadgenoot eens opmerkte, dat hij de kleine kameraad nooit meer zag, antwoordde De Vlam piep: „Ik loop met hem oppe Nieuwstad en pssss - hij valt voorover en is dood. Ja, ja, zo bin je gezond en zo bin je ver trokken Slechts enkele we ken na dit gesprekje - nog maar een paar jaar geleden - stond het overlijdensbericht van De Vlampiep zelf in de krant. TELEFOON 2 3 4 3 4 STANDPLAATS STATION Ook telefonisch te ontbieden voor stads- en buitenritten Soms worden wij op de redactie van 't Kleine Krantsje opgebeld door abonnee's, die ons atten deren op een gemaakte fout in de krant en zich dan hoogstver- wonderd afvragen hoe wij zo onvoorstelbaar stom konden zijn, want „dat Schele Tinus niet Dijkstra heette maar De Vries wist toch iedereen"; „en de winkel van Jansen is nooit hier geweest, maar wel daar" en dat hadden wij toch ook wel moeten weten. Ja, er worden wel eens vergis singen gemaakt, maar dank je de koekoek: wij schrijven hoofd zakelijk over wat er vroeger is geweest en gebeurd en waar is het wereldwonder, dat zich nog precies alle omstandigheden, al le namen, alle details feilloos voor de geest kan halen Als er iets is, waarmee mensen zich gemakkelijk vergissen dan is het met dat wat achter ons ligt: vraag tien mensen, wan neer dat KLM vliegtuig tegen de Bonifatiustoren vloog en zeker zeven of acht geven een ant woord, dat er in de verste verte niet op lijkt; herhaaldelijk - en daar zijn wij ook erg op gesteld - komen lezers van 't Kleine Krantsje ons verhalen van vroe ger vertellen, maar trekken we dan de gegevens na, de genoem de namen, de genoemde data, de genoemde plaatsen, dan blijkt het. in de negentig van de hon derd gevallen nooit helemaal te kloppen, nooit helemaal juist te zijn. Daarom: voor verbeteringen en aanvullingen houden wij ons altijd warm aanbevolen, want bedenkt u wel, dat het maken van fouten nooit uitgesloten is. (Vervolg van pag. 5) we langs de Stationsweg, Sophia- laan, bom-bomover de tramrails naar de Langemarkt- straat (de vroegere vee-merk). En midden op de straat, vlak voor 't hotel „De Duutsche Adelaar", daar had je de bonje. De bok had klaarbliekelijk die dag de bokkepruulc op en wuu nou, in kort geding, der een end an make. Plotseling gong hij op sien achterpoten staan, krek as peerden in een cirkus, met gevolg, dat het voorste deel van de bokkewagen steil omhoog gong, het achterste deel naar beneden. In disse stand kon ik mie maar een paar tellen handhave. toen gehoorzaam de ik onder luud geskreeuw aan de Wet van Newtonik rol- de-bolderde achterover op straat. In een fractie van een seconde vloog ik overeind en rende ver buuten de gevaarlijke zone. „Nou", riep mien vader, „kom der in ju Maar ik bedankte feestelijk voor de eer. Mij niet gezien. Er binne tenslotte gren zen nietwaar We hewwe bok en bokkewagen niet lang hou den. Nou weet ik het niet zeker, maar ik geef jim op een briefke, dat er enkele dagen later, een advertentie in 't v. d. Velde krantsje ston: „Te koop, zo goed als nieuwe bokkewagen met bok en toebehoren. Voor spotprijs. Te bevragen enz.". Plm. 1907 K. S Homme Hobbe Obbe In 't vorige Krantsje schrijft u over Homme 't Oliekontsje, maar dat is niet goed. Het was Hobbe 't Oliekontsje. Dat kan ik weten, want 't Oliekontsje was familie van mij. Leeuwarden VAN DIJK U hebt gelijk en niet gelijk, 't Oliekontsje heette niet Homme. maai ook niet Hob be. Bij de burgerlijke stand stond hij ingeschreven als: Obbe: geboren op 20 januari 1885 en overleden op 9 juli 1953- Red. 't KI. Kr. SI Appelskipper Ik ben al goed zeventig jaar in Leeuwarden en ik heb menig maal appels gekocht bij het scheepje, dat is afgebeeld op de foto in 't Kleine Krantsje (Li- wadders, waar is dit Als ik me niet vergis lag het toen te gen de pijp bij het Dokkumer end; het was schipper Bouma. Wij kochten, op weg naar school voor drie of vijf centen appels. Verderop, tegen de pijp voor de Nieuweburen lag ook nog een pottenschipper. Die ging ook sutelen, maar z'n naam weet ik niet. Leeuwarden D. SPIJKERMAN U zult al gelezen hebben, dat de foto niet bij het Dok kumerend, maar bij de Oos- tergrachtswal is gemaakt. Overigens: appelschipper Bouma was een vermaarde figuur - veel Leeuwarders zullen er nog herinneringen aan hebben. Red. 't KI. Kr. SI Veel plezier Wij lezen uw Krantsje altijd met veel plezier en geven het dan door aan mijn vader, 87 jaar en geboren en getogen Leeuwarder, doch de laatste zes jaar wonend in rusthuis Thabor te Sneek. Hij geniet er uiteraard nog meer van dan wij. Wij krijgen het dan ook meestal terug, voorzien van diverse aantekeningen. Noordbergum Mevr. A. TILSTRA-KAASSTRA SI Ouwe Faber Wat betreft Ouwe Faber sluit ik mij gaarne aan bij het ingezon- dene van de heer Mollema. Dit komt volgens mij geheel met de waarheid overeen. Leeuwarden F. VAN DER VEEN Sl Oud Panwerk U hebt onlangs een oproep in 't Kleine Krantsje gehad voor foto's van het Oud Panwerk en naar ik meen hebt u die ook gekregen, maar ik heb er nog niets van in 't Krantsje kunnen vinden. Komt dat nog Leeuwarden L. DE JONG Onze oproep heeft inderdaad succes gehad: wij hebben verscheidene foto's van het Oud Panwerk in bruikleen gekregen. Wij moeten de be langhebbenden en belang stellenden evenwel om ge duld verzoeken - er komt zó veel „oud nieuws" op ons af, dat we het niet allemaal snel kunnen verwerken. Dit geldt voor verscheidene onderwer pen, die lezers ons als ge schikt voor 't Kleine Krant sje doorgaven. Red. 't KI. Kj. SI Hulde Een woord van hulde voor de reeks artikelen over Eije Wijk- stra. Trouwens, het hele Krant sje is altijd even mooi. Ga zo door Leeuwarden J. VAN DER LEIJ Dank u. Wij doen ons best Red. 't KI. Kr. Toen wij twee weken geleden in 't Kleine Krantsje de foto afdrukten van een „kar vol knienevellen" hadden we er geen flauwe notie van, wie de man achter de kar wel kon zijn. De foto lag zonder enige toelichting al jaren in ons archief en met het oog op de komende feestdagen met de gebruikelijke knieneslachterij drukten we het plaatje nu maar eens in 't Krantsje af. Daarbij stelden we de lezers de vraag: wie is die meneer achter de kar En heel argeloos voegden we er aan toe: „Een bekende stadgenoot DE VLAMPIEP

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 4