Kwesties zijn er altijd geweest en zullen er altijd blijven CITAX 5 •T KLEINE KRANTSJE 1909 De eerste Elfstedentocht: het dooit, de deelnemers mogen zelf beslissen of er al of niet gere den wordt. Voor het startschot klinkt worden de rijders toege sproken: „Zie dit evenement niet als een wedstrijd, het is een historische tocht, die later niet weer wordt georganiseerd". Toch zijn er prijzen uitgeloofd en ontbrandt er een felle strijd. Een van de deelnemers aan de wedstrijd evenwel rijdt de hele tocht met een pijp in de mond. Favoriet Minne Hoekstra stelt z'n mededingers voor over een niet te grote afstand tegen el kaar te rijden om door de uit slag van deze race de volgorde van binnenkomst in Leeuwar den te bepalen. De concurren tie gaat er niet mee akkoord, Hoekstra zet de spurt er in en wint. Boze geruchten beweren, dat de winnaar als een doodziek man van het ijs is gestapt. 1912 Sjoerd Swierstra, Jan Ferwerda, Jetze Keizer en Coen de Koning spreken bij Workum af voorlo pig bij elkaar te blijven. Een kwartier later wordt de afspraak al vergeten, wanneer Swierstra pech met zijn schaatsen krijgt en z'n makkers hem in de steek laten. Coen de Koning krijgt daarna de vermaarde schipper Klinkhamer als gids en spurt tr op het Slotermeer tussenuit. Ferwerda en Keizer voelen zich bedrogen, maar komen in hun achtervolging krachten te kort om De Koning te belagen. De geduchte aspirant wereldkampi oen wordt eerste met een voor sprong op de Leeuwarder Jan Ferwerda van precies een kwar tier. 1917 „Nou kan er vandaag maar één ding gebeuren: óf De Koning wint deze Elfstedentocht, of jij kunt voor De Koning een dood kist bestellen Dat zijn de woorden, waarmee Coen de Ko ning bij het begin van deze tocht z'n grote concurrent van 1912, Jan Ferwerda, begroet. Coen de Koning houdt woord, toont z'n superieure klasse en komt 28 minuten eerder in Leeuwarden aan dan Sjoerd Swierstra, die tweede wordt. Jan Ferwerda (zevende ditmaal) beschuldigt De Koning van oneerlijk rijden, maar trekt deze beschuldiging na jaren weer in. Tientallen jaren later vertelt Swierstra, dat De Koning op de grote meren in het zuiden van de provincie voor de neus van zijn concur renten zand op het ijs heeft ge strooid. 1929 In Harlingen liggen „de Hollan ders" Jongert en Pronk twintig minuten op de Leeuwarder Karst Leemburg voor. Negen en dertig kilometer verder, bij Hin- deloopen, blijkt Leemburg van die twintig minuten achterstand een voorsprong van achttien minuten te hebben gemaakt. Er is (op dat moment) niemand, die begrijpt hoe dat nou kan. Later wordt de nog steeds lei dende Leemburg bij de Dille, halfweg Sneek, door de lange- baanrijder Arie Bouma opge wacht en naar de finish ge bracht - achter hun brede rug gen voert de eenzame Jongert Vijf koplopers willen als één man over de eindstreep gaan maar honderd meter voor de finish vergeet Auke Adema de afspraak en maakt zich van de anderen los. Piet Kei zer springt dan ook naar vo ren, passeert Adema en komt als eerste over de streep. Piet Keizer winnaar van de ze Elfstedentocht Nee, zegt het Elfstedenbestuur, af spraak is afspraak, alle vijf krijgen de grote gouden me daille van de eerste prijs, dus Dirk van der Duim, Sjoerd Westra en Cor Jon gert ook. Bovendien wordt er nog een zesde (zelfde) grote gouden medaille uit gereikt. Aan Prins Bernhard, De hele kopgroep met alle fa voriete cracks slaat nog voor zonsopgang bij Ijlst een ver keerde richting in en ontdekt pas na vele kilometers de fatale fout. Minder bekenden komen daardoor aan de kop en kunnen verder de dienst uitmaken. De Weidumer slager Sietze de Groot kan zich op de stadsgracht ach ter de Prinsentuin als eerste la ten huldigen, Durk de Jong uit Huizum komt negen seconden later als tweede binnen. Maar wat allemaal veel erger was: drie van de bijna vijfduizend deelnemers aan deze tocht over leden aan een tetanusinfectie van bevriezingswonden aan hun tenen. (Vervolg op pag. 8) Onverwachte gebeurtenissen, pijnlijke kwesties, boze geruchten - ze horen bij de Friese Elfstedentocht, zoals ook een redelijk berijdbaar traject er bij hoort. Van de twaalf tochten, die er tot dusver zijn geweest, is er eigenlijk niet een volkomen regelmatig verlopen, zonder incidenten, zonder brandende kwesties, zonder misverstanden. Daarbij heeft de vereniging de Friese Elf steden zelden een zelfde koers gevaren: de stelregel, die gold voor de ene tocht, bleek uit de boze bij een volgende tocht, de gewoonlijk onder barre om standigheden gemaakte afspraak van een aantal rijders, door de organisato ren gerespecteerd bij de ene elfstedentocht, werd resoluut verworpen bij een andere Elfstedentocht. Zo hebben alle tochten een eigen, bijzondere kleur ge kregen en in het hiervolgende overzicht zullen we zien met welke merkwaar dige kwesties al die tochten de geschiedenis zijn ingegaan. een hopeloze strijd om die twee nog in te halen; wanneer Karst Leemburg finsht ligt hij nog acht minuten voor. 1933 De koplopers Abe de Vries en Sipke Castelein willen in deze mooiweertocht tegelijk door de finish gaan. Maar de voortdu rend voorrijdende Abe de Vries ziet de eindstreep niet en glijdt er een halve seconde eerder dan Castelein overheen. Abe de Vries wordt als eerste en Sipke Castelein als tweede geklas seerd. De Elfstedenvereniging geeft echter niet alleen aan De Vries, maar ook aan Castelein een grote gouden medaille, „om dat het verschil tussen beiden zo uiterst gering is geweest". 1940 TELEFOON 2 3 4 3 4 STANDPLAATS STATION Ook telefonisch te ontbieden voor stads- en buitenritten die weliswaar niet bij de winnaars was, maar wel van de verwarrende finish op de stadsgracht getuige is ge weest. 1941 „Ik win deze Elfstedentocht en ik win nu alleen pocht Auke Adema, wanneer hij zich aan meldt voor deze eerste Elfste dentocht in oorlogstijd. Er zijn méér sportmensen met zo nu en dan gewaagde voorspellingen, maar Auke Adema maakt z'n stoute woorden waar. Hij leidt aanvankelijk samen met Joop Bosman uit Breukelen, maar wanneer dit tweetal besluit in Workum wat te gaan eten (zo als Karst Leemburg, die in 1929 onderweg bij familie ging thee drinken), ligt er plotseling een heel andere kopgroep voor. Toch komen de sterke Adema en Bos man er weer bij en dan valt de beslissing op de onafzienbare vlakte van het Slotermeer - Auke Adema komt alleen op kop en blijft drie minuten op Bosman en vijf minuten op de Leeuwarder Lo Geveke voor. 1942 Een storm van reacties kwam er los na deze Elfstedenfinish in 1956. vijf man gelijk over de streep Van links naar rechts: leen Nauta, Maus Wijnhout, Aad de Koning. Anton Verhoeven en Jan J. van der Hoorn.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 5