Pionier van 1909
komt bij onthulling
HUTTIN6
Kwesties zullen er blijven
NA 57 JAAR TERUG
'T KLEINE KRANTSJE
8
OP FRIESE
SCHAATSEN
(Vervolg van pagina 5) 7IZI
JLt7UU
1947
De tocht van de fraudes, van de
overtredingen, van de boze en
barre weersomstandigheden.
Joop Bosman uit Breukelen gaat
als eerste over de streep met
Klaas Schipper uit Steenwijker-
wold vlak achter zich, maar
beiden worden met verscheide
ne anderen gediskwalificeerd -
het blijkt dat tal van wedstrijd
rijders hebben „opgelegd" of
zich hebben laten zuigen; ver
scheidene tochtrijders hebben
hele stukken van het traject in
auto's afgelegd. Jan van der
Hoorn uit Ter Aar, die als vijf
de was\ binnengekomen, wordt
als winnaar uitgeroepen en
krijgt de grote gouden medaille
van de eerste prijs.
1954
De kopgroep van vijf man -
Jeen van den Berg, Jan Charisi-
us, Aad de Koning, Jeen Nauta,
Anton Verhoeven - komt op een
kilometer voor de eindstreep on
verwacht voor een „overloop"
te staan: het ijs onder de Noor-
derbrug is niet berijdbaar, de
rijders moeten een vijftig meter
lopen over een stropad op de
wal. Jeen van den Berg komt op
kop, maar Anton Verhoeven
grijpt hem bij z'n trui - even la
ter denken Van den Berg en
Verhoeven bij de finish te zijn:
er staat een groot bord met
koeien van letters: „EIND
STREEP" en met kleine letter
tjes: „Nog 500 meter". Jeen van
den Berg reageert wéér het snelst
en wint, Aad de Koning is
tweede, Charisius wordt drie.
Vijf koplopers (Jeen Nauta,
Jan van der Hoorn, Aad de
Koning, Maus Wijnhout en
Anton Verhoeven) besluiten
als één man over de eind
streep te gaan: met de ar
men over eikaars schouders
glijden ze over de finishlijn.
Krijgen ze - zoals in 1940 -
allemaal een gouden medail
le van de eerste prijs Nee,
zegt het Elfstedenbestuur.
Afspraken dulden we niet,
een wedstrijd is een wed
strijd, er kan maar één win
naar zijn. De vijf worden wel
geklasseerd, maar niet ge
diskwalificeerd; de organi
satoren houden de medailles
in. Geen goud dus voor die
vijf, ook geen goud of zilver
voor Jeen van den Berg, die
na dit vijftal als eerste de
finish passeert.
1963
Finish op de Groote Wielen met
belangstelling van de koningin.
Duizenden toeschouwers drei
gen door het ijs te zakken. En
kele seconden na het finishen
van een glorieuze Reinier Paping
klinkt er een harde stem door
de microfoon: „De zojuist als
eerste binnengekomen Paping
kan nog niet als winnaar wor
den erkend - er is een protest
tegen hem ingediend Het pro
test wordt „ruimschoots over
dacht en grondig onderzocht" -
er blijft te weinig van over om
Reinier Paping de eer te ont
houden van een welverdiende
triomf. Tweede wordt de vete
raan Jan Uitham uit Groningen,
derde, met 24 minuten achter
de winnaar, Jeen van den Berg.
GRAFMONUMENTEN
SCHOORSTEENMANTELS
TELEFOON 30180 - 29278 - 27866 - 28286
We schrijven 1942: weer is er een Elfstedentocht geweest, weer kan Elfstedenvoorzitter Mr.
M. E. Hepkema een gelukkige winnaar huldigen. Nu is het Sietze de Groot, die in een felle
eindspurt z'n rivalen Durk de Jong (rechts) Jan van der Bij (links) duidelijk versloeg.
DC StiKMMOUWCKtt
SINDS 1930
Als het een beetje wil zal het feest rond de onthulling van
het monument De Elfstedenrijder worden meegevierd door
een van de pioniers, die zeven en vijftig jaar geleden ook
van de partij was bij de allereerste georganiseerde Friese
Elfstedentocht. De heer Jacob Haayes Kaastra uit Andijk,
toen een junior van pas achttien, nu een veteraan van zes
en zeventig, komt bij leven en welzijn persé naar Leeuwar
den om deel te nemen aan deze zeldzame reünie van gelau
werde Elfstedencracks. En wanneer hij dan als oudste, als
primus inter pares, tussen alle jongere groten zal staan, gaan
zijn gedachten stellig terug naar dat wonderlijke experiment
van 1909, naar wat een „historische", een eenmalige tocht
zou zijn, maar die desondanks door een stralende serie van
elf andere Elfstedentochten is gevolgd.
„Dit is machtig man", zei hij
ons door de telefoon, „hier wil
ik bij zijn, wat dacht je dan
De heer Kaastra, de enige nog
levende deelnemer van 1909,
die de onthulling van het mo
nument zal bijwonen, is niet
zomaar een van de drie en twin
tig wedstrijdrijders (ja, 23 die
de geschiedenis schreven van die
eerste tocht. Hij hoorde tot de
sterksten van die groep en hij
honderd kilometer lange route
af te leggen en tekenend voor
hun haast was wel het fantas
tische feit, dat Sjerp bijna de
hele tocht een pijpje heeft ge
rookt.
Op de dag af acht jaar na die
eerste Elfstedentocht kwam Ja
cob Kaastra in het Westfriese
Andijk terecht en hij is er blij
ven hangen tot de dag van van-
WEDSTRIJDRIJDER ROOKTE PIJPJE
heeft toen kans gezien zich te
klasseren bij de eerste zeven: in
gezelschap van zijn tweeling
broer Sjerp kwam hij er met de
Rotterdammer Jan Boon en met
de vermaarde Jan Ferwerda één
uur en zestig minuten na de
winnaar, Minne Hoekstra uit
Warga bij het eindpunt in Leeu
warden aan.
Niet om er direct te gaan dan
sen, zoals de kranten van die
dagen schreven, maar toch be
hoorlijk fit, zoals hij ons nu nog
nadrukkelijk verzekerde. Maar
de heren zullen zich ook niet
hebben afgebeuld om maar zo
snel mogelijk in Leeuwarden te
rug te zijn: ze namen er welge
teld vijftien uren en zes minu
ten voor (recordtijd Jeen van
den Berg: 7 uur en 35 minuten,
precies de helft om de twee
daag. Aan latere Elfstedentoch
ten heeft hij niet meegedaan,
maar meebelééfd heeft hij ze
wel, al was het dan alleen maar
met behulp van radio en krant.
Men kan ook te veel willen na
tuurlijk, maar wat zou het mooi
zijn, wanneer we die pioniers
van 1909 nu nog eens op de
filmband in actie konden zien -
de winnaar Minne Hoekstra,
Gerlof van der Ley, die toen
tweede was, de Amsterdammer
Rooseboom, de Liwadder Jan
Ferwerda, allen al niet meer in
het land der levenden en dan
die Kaastra's natuurlijk, deze
Jacob en niet te vergeten zijn
tweelingbroer Sjerp - met vast
beraden, maar o zo rustige slag
op weg naar de verre finishlijn -
en altied dat piepke mar inne
mon.
Bij het zilveren jubileum van de Vereniging De Friese Elf Steden werd deze foto gemaakt
van de winnaars van de eerste vier tochten, die deze Elfstedenvereniging had georgani
seerd, of beter gezegd, van de vier cracks, die de organisatoren van de Elfstedentocht tot
dat moment met een grote gouden medaille hadden beloond. Van links naar rechts: Coen
de Koning, de legendarische winnaar van de tochten van 1912 en 1917, Sipke Castelein,
tweede aankomende in 1933, Abe de Vries, de winnaar van 1933 en Karst Leemburg, de
triomfator van de barre tocht van 1929. De grootste medaille die De Koning draagt is die
van het door hem behaalde wereldkampioenschap op de lange baan in 1907.
De Elfstedenrijder van het
nieuwe monument in Leeu
warden staat op Friese
schaatsen, de namen van de
elf steden zijn in het Fries
op de sokkel aangebracht -
is het een Fries, die de beeld
houwer op het voetstuk
heeft gezet
De Friese Elfstedentocht is
een nationaal evenement
door Friezen in Friesland
georganiseerd voor iedereen,
die er aan zal willen deel
nemen, Friezen of niet Frie
zen, het doet er niet toe.
De Elfstedenrijder had ook
op Noorse schaatsen kunnen
staan; technisch is dat even
wel onmogelijk gebleken -
de 850 kilo zware reus stond
steviger op de lage Friese
schaats. Vandaar.