'T KLEINE KRANTSJE
laat alles
liegen
Auke, maar werd altijd Auke
genoemd) op een goede dag in
augustus 1919 van de Voorstreek
af met de Harlingertrekweg bel
de en de oudste knecht Bouke
Laskewitz aan de telefoon kreeg
werd het gesprek plotseling af
gebroken en hoorde de heer
Schuurmans nog slechts een on
heilspellend geknetter.
Hij wist toen wel weer hoe laat
het was, sprong op z'n fiets en
zag op de Willemskade al, dat
z'n bedrijf opnieuw in lichter
laaie stond. Geen persoonlijke
ongelukken ditmaal, maar wel
een flinke schadepost van een
mille of tien.
Weer sloot de familiekring zich
hecht aaneen om de heer
Schuurmans de zaak nu einde
lijk maar eens aan de kant te
laten doen, maar Auke blééf
alle gevaren trotseren, zette de
kop er weer voor en liet z'n be
drijf opnieuw uit de as herrij
zen.
Waardering
Nog een plaatje van de uitgebrande werkplaatsen aan de Harlingar-
trekvaart. Na deze brand is het bedrijf verplaatst naar een plek
achter de spoorlijn van Leeuwarden naar Stiens.
vader en grootvaders te volgen;
hij werd tekenleraar en is nu
free lance ontwerper en illustra
tor.
In 1937 kwam die opvolger op
dagen; het was de heer P. A. de
Bruin, wiens confrontatie met
het vuurwerkbedrijf moeilijk
dramatischer had kunnen zijn.
Want even voordat hij (op de
eerste oktober 1937) het bedrijf
officieel van de heer Schuur
mans zou overnemen, vloog de
hele vuurwerkfabriek aan de
Harlingertrekvaart nogmaals de
lucht in en er waren nu zelfs
twee doden te betreuren.
knecht Bouke Laskewitz bezig
geweest met het maken van
roodlichten. Die stonden buiten
de deur in de zon te drogen en
tegen twaalf uur vroeg de heer
De Bruin aan Laskewitz om het
kistje met roodlichten tijdens de
schafttijd in de werkplaats te
zetten. Dit is ook gebeurd, maar
vrijwel zeker is het, dat Laske
witz daarbij over de drempel
struikelde, waardoor de roodlich
ten alle kanten uitvlogen en
door wrijving tot ontbranding
kwamen. In de tijd van een
ogenblik kwam de hele zaak in
vuur en vlam te staan - voor
Nieuwe fabriek
De heer De Bruin liet enkele
tientallen meters verder, maar
achter de spoorlijn, een nieuwe,
moderne fabriek bouwen, die
bestond en nog bestaat uit ver
scheidene kleinere en grotere
gebouwen, die alle op een flinke
afstand van elkaar zijn ge
plaatst. De kans van het over
slaan van een brand van het ene
op het andere gebouw is door
deze bouwwijze zeer geredu
ceerd.
De laatste slag, die het riskante
bedrijf zou treffen was de
Tweede Wereldoorlog, toen de
productie opnieuw vrijwel
kwam stil te staan. Maar bij de
Bevrijding van ons land was de
behoefte aan vuurwerk groter
dan ooit en sindsdien heeft het
bedrijf een grote vlucht geno
men. Zo heeft de Eerste Neder-
landsche Kunstvuurwerkfabriek
Fa. J. N. Schuurmans te Leeu
warden zich tot de dag van van
daag kunnen handhaven als een
merkwaardig bedrijf, dat geheel
op de feestvreugde is ingesteld.
En waar de mooiste diamant
vuurregens ook uit de lucht val
len, waar de kleurigste signaal-
bommen ook huilend uiteen
barsten, de kans is groot, dat ze
hier in Leeuwarden zijn ge
maakt - op die stille plek achter
de spoorlijn bij de Harlingertrek
vaart, waar maar weinig mensen
komen en waar in de grootste
stilte de later zo luidruchtige
waar wordt geproduceerd.
Intussen had de waardering voor
de producten van de Firma
Schuurmans al gestalte gekregen
door tal van onderscheidingen
en het bedrijf mocht zich meer
voudig Hofleverancier noemen.
In 1896 kreeg de Firma al het
recht om het Wapen als Hofle
verancier van Koningin Emma
te mogen voeren,- later kreeg de
Firma Schuurmans ook het pre-
dicaat Hofleverancier na het af
steken van vuurwerken voor
Koningin Wilhelmina en voor
Prins Hendrik.
De heer Anne Auke Schuurmans was een zeer markante Liwadder.
Met hart en ziel heeft hij zich gegeven aan het opbouwen van zijn
Vuurwerkfabriek.
Gestadig breidde het bedrijf zich
uit en toen de heer Schuurmans
een zeer markante Liwadder, die
velen zich nog goed zullen her
inneren, tegen de zestig liep,
werd het tijd uit te zien naar
een opvolger, die te zijner tijd
zijn taak zou kunnen overne
men. De zoon van de heer
Schuurmans, Bach Schuurmans,
bleek er absoluut niets voor te
voelen de voetsporen van zijn
De heer Schuurmans was die
dag (25 mei) op reis geweest
naar de Veenkoloniën; met de
trein terugkerend naar huis
werd hij op het perron in Gro
ningen door een van zijn mede
werkers opgewacht, die speciaal
met de auto naar Groningen was
gegaan om de oude heer voor te
bereiden op deze nieuwe slag.
Aan de fabriek was meester-
Bouke Laskewitz was er geen
redding meer mogelijk, maar
ook een andere werknemer, een
jongeman De Vries, die in de
zelfde werkplaats bezig was lont
in bosjes te maken, kwam jam
merlijk in de laaiende vuurzee
om.
Voor de heer Schuurmans, die
de zaak enkele maanden later
aan de heer De Bruin overdeed,
betekende deze ramp een tra
gisch afscheid van een levens
werk, waaraan hij zich met alle
liefde had gegeven,- vooral ge
voelig trof hem de slag van het
overlijden van Bouke Laskewitz,
met wie hij een veertig jaar bij
zonder prettig had samenge
werkt.
gasten neergelegd te worden; zo
dra de zaak exploideerde kregen
de dames dan de schrik van
hun leven.
Aan de Voorstreek
Dit kleine vuurwerk maakte
Schuurmans in een pand op de
hoek van de Voorstreek en de
Wijdesteeg, het grote vuurwerk
werd eerst gemaakt in een ge
bouwtje op het land van de
gardenier Wiemers aan de Pot-
marge bij de Achter de Hoven
en later, sinds 1884, in enkele
gebouwtjes aan de Harlinger
Trekvaart, vlak voor de spoor
brug over de Harlingervaart.
Het voortbestaan van de Firma
J. N. Schuurmans werd verze
kerd door de zoons van Jacobus
Nicolaas, Martinus Jacobus (ge
boren 15-1-1873) en Anne Auke
(geboren 31-7-1874), die beiden
in het bedrijf kwamen en er met
hart en ziel voor werkten. Meer
en meer kreeg het bedrijf nu
een landelijke bekendheid en bij
welk feest de Schuurmansen ook
betrokken werden, overal kre
gen ze eer van hun werk.
De toekomst van de firma leek
dan ook alleszins zonnig, tot
het bedrijf plotseling in korte
tijd door twee rampen getroffen
werd. In het voorjaar van 1913,
het jaar waarin overal luisterrijk
het eeuwfeest van Neerlands on
afhankelijkheid zou worden ge
vierd en alle bedrijfsruimten van
de firma Schuurmans stampvol
vuurwerk zaten, vloog op een
zaterdagmiddag het pand op de
hoek van de Voorstreek en de
Wijdesteeg de lucht in.
Gelukkig kon het personeel tij
dig de straat opvluchten, maar
een man - Pier Nicolai - raakte
tussen de brandende balken be
kneld en het mocht een wonder
heten, dat hij nog kon worden
gered; over deze ontploffing en
miraculeuze redding heeft 't
Kleine Krantsje al eens uitvoerig
geschreven.
Brand
Ruim een jaar later brak er
brand uit in een van de bedrijfs
ruimten aan de Harlingertrek
vaart en ditmaal waren de ge
volgen nog veel ernstiger, want
een van de firmanten, Martinus
Schuurmans, werd er dodelijk
bij gewond. Op zijn broer, Anne
Auke Schuurmans, werd nu
door familie en vrienden een
sterke drang uitgeoefend om het
gevaarlijke beroep er maar aan
te geven, maar hoe zij ook pleit
ten voor een rustige en minder
gevaarvol bestaan, de heer
Schuurmans kon er niet toe be
sluiten de met veel zorgen en
moeiten opgebouwde firma aan
derden over te doen.
Hij zette dus door en zag toen,
hoe zijn bedrijf door de eerste
wereldoorlog gedurende vrijwel
vier jaar werd lamgelegd: fees
telijke vuurwerken werden er
nu niet meer afgestoken; alleen
werd nu het Rijk een beschei
den klant.
Weer brand
Maar de oorlog was nog niet af
gelopen of Schuurmans liet het
vuurwerk opnieuw de lucht in
gaan en - helaas - het vuurwerk
niet alleen: toen de heer Auke
Schuurmans (hij heette Anne
stellingen werd er in die tijd
veel vuurwerk van Schuurmans
afgestoken, ook bij bruiloften
moest er altijd heel wat de lucht
ingaan. In veel dorpen in het
Bildt en in de dorpen ten zui
den van de stad hadden de win
keliers in de maand mei altijd
vuurwerk voorradig en er waren
wel bruiloften waar voor rijke
boerenzoons wel bedragen van
negentig of honderd gulden
overhadden voor voetzoekers,
zevenklappers, Romeinse kaar
sen en Bengaals vuur. De zeven
klappers waren speciaal bedoeld
om achter vrouwelijke bruilofts-