PLOTSELINGE DOOD VAN „OUWE HART"
HEEFT HEEL VEEL INDRUK GEMAAKT
Prachtige prestatie van Leeuwarden
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEiL
f^WNr
Een uitgave van
Fenno Schoustra's Publiciteitskantooz
Vredeman
de Vriesstraat 1
P, 1 lyur 1968
Redactie,
administratie en
advertentieafdeling:
Vredeman de
Vriesstraat 1
a.d. Emmakade
Telefoon 20302
Postgiro 98 10 62
Bankrelatie:
Raiffeisenbank
'T KLEINE KRANTSJE
O
Abonnements
prijs:
f 3,75 per half
jaar
f 7,50 per jaar
v.h. buitenland
f 10,- per jaar
OSSE NUMMERS
40 CENT
SRDE JAARGANG
NUMMER 83
Verschillende malen hebben
wij de laatste jaren in 't
Kleine Krantsje al melding
maken van het over
lijden van een zeer bekende
stadgenoot, maar nooit eer
der hoorden wij zoveel uitin
gen van een pijnlijke verras
sing als na ons bericht in de
laatstverschenen krant over
het plotselinge overlijden
van „Ouwe Hart". De onver
wachte dood van dit overbe
kende stadstype, van deze
laatste der mohikanen"
heeft heel veel Leeuwarders
geschokt. „Och heden", hoor
den wij van vele kanten, „is
Ouwe Hatte dood
Wat kan er de oorzaak van zijn
geweest, dat zoveel stadgenoten
meer dan normaal getroffen
werden door dit overlijdensbe
richt Is Ouwe Hart zó popu-
I lair geweest, was hij - meer dan
andere typen van de straat - een
uitgesproken beminde figuur
Ach, zou het niet zo zijn ge-
weest, dat velen het afscheid
van Ouwe Hart hebben gevoeld
I als een afscheid-voorgoed van
een treffend stuk verleden tijd
i Met Ouwe Hart is de laatste der
laatsten van ons heengegaan,
I met hem is voor altijd een
schilderachtige figuur uit het
stadsbeeld verdwenen, de laatste
van de velen, die er vroeger zijn
geweest en die onmiskenbaar
1 een charmant stempel drukten
I op het leven in deze stad.
1 Aan de ene kant mogen we er
niet om treuren, dat het ver-
I schijnsel van het straattype vol-
komen tot het verleden behoort
en dat de sociale en economi-
sche omstandigheden zich zó
verbeterden, dat er eenvoudig
geen straattypen meer behoeven
te zijn, aan de andere kant hoe-
I ven we er niet omheen te draai
en, dat de typen van de straat
in veler ogen de stad eenmaal
op een bijzondere wijze stof
feerden.
Wanneer we nu nog verhalen
over mensen als Ouwe Tietsje
en Jentsje Tit, over Jan Duum
en Snorrewiets, over Brande-
wientsje en Zwatte Pang, dan
denken we niet in de eerste
plaats aan het verdriet, dat deze
figuren in hun misère stellig
hebben gekend, maar wel aan
de saillante momenten, dat we
ze in de stad signaleerden.
Ook de glimp, die we de laat
ste jaren konden opvangen van
een man als Ouwe Hart, gaf ve
len een vreugdevol moment.
Ouwe Hart. Hij hoorde er nog
bij. Hij as een man van Leeu
warden. Van oud Leeuwarden.
Van de draaiorgeltsjes, die er
vroeger jengelden, van de zwoe
le harmonicamuziek, van de ro
mantiek van een voorbije tijd.
Ouwe Hart is dood. Er is een
tijdperk afgesloten. De orgeltsjes
jengelen niet meer
FENNO SCHOUSTRA
De prachtige prestatie van het
voetbalteam van de Sportclub
Leeuwarden om in de tijd van
vier jaar te promoveren van de
vierde naar de eerste klas heeft
ons natuurlijk doen terugdenken
aan een soortgelijke snelle en
succesvolle opmars in de ge
schiedenis van deze vereniging:
het oprukken in de tijd van drie
jaar van de derde naar de eerste
klas van de Nederlandse Voet
bal Bond.
Oudere Leeuwarders herinneren
zich die glorierijke race naar
het noordelijke voetbalwalhalla
natuurlijk nog als de dag van
gisteren, hoewel het alweer bij
na vijftig jaar geleden is. Drie
jaar na de oprichting in 1917
kwam Leeuwarden uit in de
derde klas van de toen nog niet
Koninklijke N.V.B. om er onge
slagen het kampioenschap te
behalen: met dertien punten uit
acht wedstrijden ging Leeuwar
den voor de grootste concur
rent MSC als eerste over de
streep.
In het seizoen daarna onstond
er in de tweede klas een onge
ëvenaarde nek-aan-nek-race tus
sen Leeuwarden en Friesland,
die met een nauwelijks waar
neembaar verschil door Fries
land gewonnen werd. Beide
ploegen eindigden met 21 pun
ten uit 12 wedstrijden precies
gelijk, maar het doelgemiddelde
besliste en dat was voor Fries
land net een fractie beter dan
voor Leeuwarden: Friesland 52
voor en 10 tegen, Leeuwarden
54 voor en 13 tegen. Eén doel-
puntje meer of minder over het
gehele seizoen besliste hier dus
over de promotie en die viel in
dit geval dus aan Friesland toe.
In i922-'23 ontstond er in de
zelfde klas een nieuw, uiterma
te spannend gevecht, nu tussen
Leeuwarden en stadgenoot FVC,
dat zich ditmaal voor de rood-
witten een zeer waardige tegen
stander toonde. Maar nu liet
Leeuwarden zich de kaas niet
van het brood eten: met een
punt voorsprong op FVC wer
den de roodwitten kampioen,
waardoor het eerste klasserschap
werd bereikt.
Wat Leeuwarden zonder de
concurrentie van Friesland had
gekund, kon FVC in het jaar
daarna zonder de concurrentie
van Leeuwarden. Nu werd FVC
kampioen,- alleen werd dit kam
pioenschap van de Hmzumers
niet door een promotie naar de
eerste klas gevolgd. Die over
gang naar de hoogste afdeling
kwam eerst in i93r, waarna de
stad Leeuwarden met niet min
der dan vier verenigingen (Fri-
sia, Friesland, Leeuwarden en
FVC) vertegenwoordigd werd in
de noordelijke eerste klas.
Om tenslotte nog even terug te
komen op het grote succes van
de ploeg van Leeuwarden van
nu: van harte gefeliciteerd man
nen van de Klomp enheel
veel succes in de afdeling, waar
een prachtige vereniging als
Leeuwarden hoort: de eerste
klas
Jongetje van jaar of twaalf, er
gens in het oosten van de stad,
kreeg een dezer dagen een ezel
tje cadeau als een wat laat,
maar zeer bijzonder geschenk
ter ere van zijn overgang op
school, het vorige jaar. Trotse
knaap nam natuurlijk direct
vriendjes mee naar huis om de
nieuwe aanwinst, in een mooie
stal achter in het hok, te laten
zien. Maar deze belhamels be
gonnen het ezeltje prompt te
sarren, waarop het dier met
zeer veel misbaar met de ach
terpoten ging slaan.
Op slag kwam toen papa af op
het lawaai, maar voor hij het
hok kon bereiken hadden de
vrienden de plaat al gepoetst
en dus vond hij zoonlief al
leen met het nog steeds wild
achteruittrappende ezeltje. Wel
wat heel snel aangebrand be
oordeelde papa de situatie ver
keerd en verkocht de onschul
dige zoon meteen een klap om
het hoofd. Hevig aangedaan
rende zoon daarop naar moeder
om z'n nood te klagen: „Vader
geeft me een klap en ik heb die
ezel niks gedaan". Gevolg: ver
keerde interpretatie van mama
en alweer een klap, nu op de
andere wang.