Frieslands meest grandioze barbedrijf GLAZEN KAPOT? 10.000 IN EEN JAAR! 'T KLEINE KRANTSJE Roel de Wilde: gesprek ven de dag De man achter Advertentie in de Leeuwarder Courant van 3 januari: „Ja, ja, ja!! La Bella. Na drie maanden reeds door meer dan 50.000 mensen bezocht. Door het steeds toenemende aantal be zoekers zijn wij genoodzaakt de leeftijdsgrens van onze gas ten te verhogen en wel vanaf heden toegang boven 20 jaar". Steller van deze annonce La Bella's eigenaar en exploitant Roel de Wilde, 37 jaar, geluk kig getrouwd, vader van vier zoons, voormalig kelner en barkeeper, snel gerezen ster aan het bedrijfsfirmament, een man, die duidelijk weet wat hij wil. Vijftigduizend in twaalf we ken, dat is ruim vierduizend in de week, zeshonderd per dag, meer dan honderd in een uur. „Tegen achten vanavond be gint het feest weer. Dan staan ze in een dikke rij tot het Pannekoekhuysje toe. Na een half uur zijn ze binnen. Tja, dan is 't hier wel druk". La Bella wat is dit voor een tent, vanwaar dat succes, wie is die Roel de Wilde, waarom hij wel en een ander niet? Naar zee Zestien jaar is Roel de Wilde, wanneer hij in '48 de Leeu warder mulo (3e klas) verlaat om naar zee te gaan. Hij vaart als barkeeper, keert later naai de vaste wal terug, kelnert „in alle zaken in heel Friesland", werkt acht jaar als barkeeper bij Frits Woldendorp in de Heerestraat, verwerft zich noest sparend een eigen huis, ziet en hoort veel en kiest tenslotte zelfstandigheid. Hij verkoopt z'n huis, leent vijfentwintig mille en start nieuwjaar 1963 in een eigen café met bar en twee biljarts. Maar die zaak staat in Dok- kum en bittergraag wil hij weer naar Leeuwarden terug. Voorjaar '66 koopt hij in de Grote Hoogstraat het café van de weduwe Koster. Hij wil het ombouwen tot bar en neemt een architect in de arm. Maar op het kritieke moment geeft deze man niet thuis en dan laat De Wilde z'n fantasie zelf maar de vrije loop: in april opent hij de zaak als de Flamingobar. Voor gek verklaard „Ze hebben me toen allemaal voor gek verklaard, maar van af de opening werd het een enorm succes". Nog in hetzelfde jaar koopt hij een pand in Heerenveen en opent er de Boemerangbar, in het voorjaar van '67 volgt Het Wijnvat in Drachten. Heeren veen wordt geen succes en gaat Kerstmis 1967 met twin tig mille verlies weer van de hand. Dan valt het oog op de vrijkomende zaak van Weyers aan de Grote Hoogstraat. De Wilde legt er honderdveertig duizend gulden voor op tafel, breekt alles eruit, sloopt ook nog twee huisjes, die er ach ter staan en blikt dan in een geweldig gat. Het snel rondwarende ge rucht van alweer - een - nieuwe - bar - in - de - Grote Hoogstraat doet velen ander maal met de vinder op het gaat of staat bij de leiding van het bedrijf. De meesten heb ben te weinig ervaring. Ik heb dertien, veertien jaar in de bediening gelopen, ik heb Ko ningin Juliana bediend, maar ik heb ook in een kroeg gewerkt. Die ervaring komt me nu ieder moment van pas. Eens zou ik auto's gaan impor teren, maar daar kwam geen moer van terecht. Natuurlijk niet je moet je houden bij je eigen vak. In Leeuwarden is het een vereiste, dat een barbedrijf er goed uitziet. Ze zien er hier stuk voor stuk goed uit. Er moet sfeer han gen, maar te strak mag het ook weer niet zijn. Er moet ook wat kunnen in zo'n zaak. 10.000 glazen. Hier gaan per week wel 200 glazen kapot. Dat zijn er 10.000 in een jaar. Maar wat hindert dat. Alleen wanneer iemand het met opzet doet wil ik hem er wel eigenhandig uitdonderen - ik heb vroeger nog gebokst. Je moet ook geen vloerbedekking van tweehon derd gulden de vierkante me ter in zo'n zaak leggen. Daar durft geen mens op te staan. Peukjes doven Hier liggen Heugafelttegels. Daar mogen ze gerust eens een peuk op uitdoven. Zulke dingen moeten kunnen. Dat neemt niet weg, dat ik toch streng ben. Aardig voor ieder een, maar toch streng. In zo'n zaak als deze moet sfeer han gen, maar te strak mag het ook weer niet zijn. Hier kun nen ze aan de bar zitten, maar ook tien stappen doen en gaan dansen. Eerst was ik bang, dat de zaak veel te groot zou zijn, maar ze is veel te klein. Ik heb er nog spijt van, dat ik Zalen Schaaf niet heb ge kocht. Veel meer dingen in één groot bedrijf in die richting gaan mijn gedach ten". Vijftigduizend gasten in drie maanden dringen om er in te komen is Roel de Wilde een tevreden man? Niet begonnen. „Als ik alles geweten had, was ik er niet aan begonnen. Ik had het goed in de Flamingo- bar. Nu zit ik na 't feest iedere nacht in de boeken. Boven dien sta je voortdurend op scherp. Elk ogenblik kan er wat gebeuren in zo'n zaak en dan zul je er bij moeten zijn. En wist u, da'k eigenlijk over spannen ben? Al jaren Toch wie weet begin ik nog eens op een andere plaats in de stad. Maar dan weer veel groter dan hier. Groter en spectaculairder. Ik kan m'n eigen energie niet de baas „Er moet wat kunnen in een bar Peukjes op de vloer uit doven Nou, wat zou dat voorhoofd wijzen. Het valt Roel de Wilde zelf nauwelijks op, want hij reist stad en land af om bij brokjes en beetjes de inventaris bij elkaar te slepen: hier vindt hij een partij eeu wenoud eikenhout, daar een pracht van een oude schouw, Friese moppen en oude dak pannen en tenslotte mag de timmerman wat orde in de chaos scheppen. Wanneer eindelijk de openingsadverten tie in de krant verschijnt zijn de verbouwingskosten geste gen tot een rond bedrag, dat meteen handen vol werk, want van meet af heeft La Bella de gang er in en vormen er zich tegen het openingsuur lange files voor de zaak. Intussen slaat de heer De Wilde krachtig op de adver- tentietrom: „La Bella Fries- hij loopt ergens tegen een paardehoofdstel aan, hij koopt een koperen pomp, een vige- lante, hij komt voor een krats (oud ijzerprijs) in het bezit van een juweel van een smeedijzeren hek, hij keert op een goeie dag met het ijzeren topje van een kerktoren terug naar huis. Met een krijtje tekent hij op het geweldige vloeroppervlak van de grote holte de grond lijnen van de zaak, zoals hij die ziet, wanneer hij z'n ogen sluit, er komen nog vrachten de heer De Wilde als „twee ton" aanduidt. De eerste bezoekers van dit aan barbezit langzamerhand toch wel wat gewende Leeu warden, zien hun ogen uit, want dit is wel wat men wil: hier een bar, die zich niet baadt in een zee van licht, daar een niet te groot dansvloertje, een aparte bar voor een hartige hap, een bowlingbaan, een aardig verhoginkje zus en een knus achterafhoekje daar. De dertien man, die er profes sioneel rondspringen krijgen lands meest grandioze barbe drijf. Uitsluitend goed pu bliek!" Heeft Roel de Wilde een ver klaring voor dit voor Leeu warden toch wel opzienba rende bar-succes? „Ik wil een topbedrijf exploi teren, maar daar moet je verduveld veel voor doen. Je moet veel durven, veel wagen, veel investeren. Als je blijft sudderen loopt een ander je voorbij. Nou geeft het niks of je een kruidenierszaak drijft of een kousenfabriek; alles

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 5