Generaal Boulanger naar Leeuwarden en... bij Rougemaison op bezoek... Grappen in 't Oranje Bierhuis 5 'T KLEINE KRANTSJE Mag onze goede stad helaas op weinig merkwaardigheden bo gen, onder degenen die er zijn behoort in de eerste plaats ge noemd te worden het van ouds bekende „Oranje-bierhuis" hoek Heerenwalletje-Raadhuisstraatje. Is het een merkwaardigheid nu het tot een typisch geheel is ver bouwd en 't tot een centrum van het bierdrinkend Leeuwar den is geworden, waar de oolijk- heid niet zelden den scepter zwaait, in niet mindere mate was dit het geval toen 't nog het oude gebouw was, evenals ons hoogste staats-college, verdeeld in eerste en tweede kamer, 't Onderscheid tusschen ie en ze kamer was daarin gelegen, dat men in de eerste kamer een paar centen meer voer een glas bier betaalde, dan in de tweede en bovendien hierin, dat men be hoorde tot de stamgasten en als zoodanig de plichten van het stamgastschap kende, waartoe in de eerste plaats benoodigd was een stalen gezicht, volkomen be dwingen van de lachlust waar noodig en solidairverklaring met alles wat in dit merkwaardige bierhuis gebeurde. Wie zich daaraan niet wenschte te onder werpen, werd spoedig weggeke ken en Zoo ontstond in de eer ste kamer een uitgelezen gezel schap, dat zich altijd en overal op elkaar kon verlaten. Op aller lippen Onder de merkwaardigste ge beurtenissen, die zich binnen de vier muren afspeelden, mag wel in de eerste plaats het bezoek genoemd worden van den eer tijds in Frankrijk zoo bekenden generaal Boulanger, wiens naam in dien tijd op aller lippen zweefde, zelfs in het afgelegen Leeuwarden. Een ooggetuige deed ons het vol gende verhaal over het bezoek van den beroemden generaal aan het Oranje-bierhuis gebracht en wel in hoofdzaak aan een per soon, die vroeger als soldaat ko ning en vaderland in het fort „Bourtanje" had gediend. Velen hebben zeker gehoord van 't bezoek van Frankrijks eerste persoonlijkheid, generaal Bou langer, aan Leeuwarden en zelfs in de dorpen van Friesland wist men er van te praten. De bizon- derheden zijn echter aan weini gen bekend en toch men wenschte ze zoo gaarne te ver- nemen. Nu 't gras over het bezoek is heengegroeid en wij door toe vallige omstandigheden het voor recht genoten den eertijds zoo veel benijden man te ontmoeten, zullen we veler nieuwsgierig- de republiek, koning, keizer of banneling. Die vraag werd in menig huise- lijken kring, maar ook op pu blieke plaatsen behandeld o.a. in het Oranje-bierhuis, waar ten gevolge van den naam van dat huis en ook tengevolge van het goede bier, meermalen vader landslievende mannen een en kele, als zoodanig bekend met meer dan gewone liefde voor het vaderland samenkwamen, 't Spreekt als vanzelf, dat de ge voelens over dat punt zeer uit eenloopend waren. Op zekeren dag verspreidde zich het gerucht, dat generaal Bou- opdat de generaal onmiddellijk ontwaren zou in welk gezelschap hij zich bevond. 't Behoeft geen vermelding, dat de vergaderden in de grootste spanning wachtten. Zal hij ko men of zal hij niet komen? Loo- pen we er in of er fatsoenlijk uit? Die vragen waren op aller gelaat te lezen. Van verschillen de aanwezigen hoorde men dui delijk de harten kloppen. Plotseling drong tot de verzamel de eedgenooten 't getrappel van vurige rossen door, vermengd met een krachtig „sacré, nom de terre", dat een der aanwezigen vertolkte als: „hier uitstappen". heid bevredigen ten einde daar door tevens in de gelegenheid te zijn het aan de vergetelheid te ontrukken. Boulanger (in de Oranje-bier- huistaal der eerste kamer uitge sproken zooals het er staat) was de man van den dag. Wie sprak niet over hem en zijn groote plannen! Waren sommigen van meening, dat hij niets anders dan een avonturier was, anderen, vooral dezulken, die eertijds de wapenen voor koning en vader land hadden gedragen, 't zij in militairen of schutterlijken dienst, vereerden in hem den krijgsman vol moed, die zijn bloed op het vaderlandsche al taar had gestort, een man als Napoleon de eerste, die niet al leen Frankrijk maar ook de we reld zou overwinnen om daarna de wereldvrede te brengen. We behoeven over zijn persoon lijkheid echter niet uit te wei den. Men weet het, hij bracht Frankrijk, door vurige vader landsliefde bezield in rep en roer. Vandaar de vraag: „Wat zou hij worden; president van langer incognito in een der voornaamste hotels te dezer stede zou afstappen en dat hij eveneens incognito (dat zooveel beteekent als: ik wil het niet weten, dat ik er ben) wenschte kennis te maken met volken en hoofdpersonen, de wereldbe roemde Poptaschat, het museum van oudheden, voorname per sonen uit de volksklasse enz. Natuurlijk dat dit gerucht bij zeer weinigen geloof vond. De verzekering van iemand, dat hij als geleider van Boulanger was aangewezen en dat hij daardoor in de gelegenheid zou zijn den beroemden generaal, die toch niet wist waar men hem bracht, ook het Oranje bierhuis binnen te loodsen, deed de opinie ver anderen en bracht het ongeloof van sommigen aan het wanke len. De avond waarop het bezoek zou plaats vinden, brak aan. Diegenen, welke in 't geheim van zijn komst waren ingewijd, zorgden tijdig aanwezig te zijn, de meesten versierd met oranje- en driekleurige linten en voor zien van een schoonen zakdoek, Met geconcentreerde aandacht zag iedereen naar de plaats waar zich gewoonlijk en ook nu de deur bevond, 't Was ademloos stil, alleen het gebriesch der paarden en 't snuiven der koet siers verstoorde de stilte. Plotse ling zware schreden, een sabel rinkinkte langs de vloer, de deur werd opengerukt en in de ope ning vertoonde zich een forsche man in buitenlandsche uniform gekleed, schitterend van goud- belegselen in diverse kleuren. Een militair saluut, de hakken werden tegen elkaar geslagen, dat de sporen rinkelden en van de lippen des geweldigen klonk een krachtig: „Messieurs, je suis géneral Boulanger, jai 1' honneur de vous saluer, je suis arrive". Al de eedgenooten waren eer biedig van hun zetels opgestaan. Een der aanwezigen, die langen tijd in Duitsch West-Afrika had vertoefd en daardoor zich met de Fransche taal volkomen ver trouwd had gemaakt, was als tolk aangewezen en sprak den generaal eenige welgekozen woorden toe van egalité en li- berté en fraternité, waarop de hooge gast naar den voor hem gereserveerden fauteuil werd ge leid, ter gelegenheid van dit plechtig oogenblik met Fransche en Nederlandsche linten ver sierd en bekleed met een rood tafelkleed, welwillend door de vrouw van den heer Blok voor dit doel afgestaan. Alsnu werd overgegaan tot het schenken van het eerebier, waar toe de kelder van het Oranje- bierhuis zijn edelste nat had moeten afstaan. In opdracht van het geheele gezelschap richtte de tolk een hartelijke toespraak tot den generaal ongeveer in de vol gende bewoordingen: Mon braaf général Boulanger! Nous sommes ici allen bijelkaar vereenigd, pous vous presenter nötre dankbaarheid la plus gran de, pour l'honneur, dat u zoo goed is gewest de paraitre ici. Vous voyez ici autour de vous de meest getrouwe vaderlanders de la royaume des Pays-Bas. Tous de de nous ont servi dans l'armée en hebben veil gehad ons bloed pout nötre patrie en cas de nécessité. Nous savons, dat ook u votre sang hebt doen vloeien pour la patrie. Nous sommes des frères, monsieur le général, frères de l'armes. Uit naam van allen, uni ici, breng ik u ons grand merci pour l'hon neur aan ons bewezen, et en cas que vous reviendrez a Leeu- warde, zal u ons waarachtig één grand plaisir doen, te revenir a la maison de bière de l'Orange. Vive général Boulanger, vive la France, vive la liberté), egalité et fraternité. Dat zij leven!" Deze rede, in hoewel niet vol komen zuiver, maar toch uitste kend verstaanbaar Fransch, werd door den generaal met de mees te aandacht aangehoord. Voor hij echter het glas eere bier aan de lippen bracht, wenschte ook hij een woord te spreken. Aangezien dit woord in volkomen onverstaanbaar (vervolg op pag. 7) In deze omgeving van het Hofplein hebben zich de grappen van 't Oranje Bierhuis afgespeeld. Let u op de mooie lantaamtjes op deze plaat van het oude en gemoedelijke Leeuwarden. En... op de torens op de achtergrond. Hier zijn het er nog twee, nu is er nog maar een, straks is er geen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 5