Radio Riemersma
5
'T KLEINE KRANTSJE
STANLEY IN
LEEUWARDEN
Parfumerie „De Eenhoorn" Jan van scoreistraatlp
Grootste keus in
T.V.'s, RADIO'S, RADIOMEUBELEN
EN TRANSISTORRADIO'S.
Met 1 jaar garantie en volledige gratis service
Alle merken
Bij de Put hoek Sacrementstraat
Telefoon 33125 en 23172
(Vervolg van pag. 3)
En wild, gevaarlijk dat ze waren!
Daar kwamen ze binnen, achter
Stanley aan en nauw had hun
gebieder zich naar de commissie
begeven, of ze lieten hun on-
noozelheid en tevens hun
kwaadaardigen inborst blijken.
Voor een spiegel gekomen, barst
ten ze uit in lachen en maakten
groeten tegen hun eigen zwarte
beeltenissen. Maar het kon hun
niet kwalijk genomen worden;
ze hadden nog nooit in een
spiegel gezien, die onnoozele
negers.
Erger maakten ze het met een
servies, waarin hun een versna
pering werd voorgediend. Dat
gooiden ze maar dadelijk in
scherven, pardoes op den grond.
Maar toen kwam Sir Stanley
tusschenbeide, met zijn zweep
herstelde hij de orde.
Mr. Redhouse was intusschen
maar niet op zijn gemak; had
hij ook op het fort Bourtanje als
krijgsman den dood onder de
oogen gezien, altijd waren zijne
vijanden fatsoenlijke blanke
menschen geweest. Maar deze
wilden zoo maar in je nabijheid
te zien, het was gewoonweg af
schuwelijk, bekende hij nader
hand.
De voorname bezoeker kwam
niet met leege handenhij had
uit Afrika natuurlijk veel merk
waardigs meegebracht, en Mr.
Redhouse kon er staat op ma
ken, dat hij daarvan wat ten ge
schenke kreeg. Al vast echter
had de Engelschman een bijzon
derheid uit de vogelwereld van
het zwarte werelddeel 'meege
nomen en wel een Afrikaansche
kanarie. Dat was me een kanjer,
zoo groot als een Friesche
„akke". Het dier had een prach
tige gouden kuif, in zijne vee-
ren smolten de heerlijke kleuren
samen, zoo iets als het ochtend-
gloeien aan het meer Victoria-
Nyanza. Het beest zong niet,
maar dat kwam van onwennig
heid, beweerde de kenners. Al
leen zei hij nu en dan van „ka,
Lezers leggen hun
problemen bloot
Mijn vrouw heeft wel een goe
de man, maar toch wordt ons
huwelijksgeluk door een hard
nekkige luiheid mijnerzijds ver
stoord. Ik kan het niet helpen,
maar het liefst wil ik niks.
Schaft u raad
Leeuwarden P. SLAPSTRA
Hang eens een bordje boven
uw bed: „Ik wou dat ik
wou".
Red. 't Kl. Ki.
Een geweldige vuurzee in de Sint Jacobsstraat? Je zou het al zeggen, wanneer je deze foto ziet. Maar dat is slechts
schijn: de ondergaande zon schijnt fel in de ramen van de Wirdumerdijk, en blijkens het oorspronkelijk bij deze foto
behorende onderschrift is het „Leeuwarden op de eerste lenteavond". Voor wie de situatie niet onmiddellijk heeft her
kend: het grote pand op de achtergrond is dat van Flottow, waar we het massieve gebouw rechts op deze foto zien is
nu de Peperstraat de foto is in 1930 gemaakt.
ka" merkwaardige overeenkomst
met een bekende inlandsche vo
gel. De heer Redhouse was zeer
in zijn schik met het beest, en
zijne medeleden van het comité
fluisterden hem in, dat de Di
recteur van Artis al duizend
gulden voor dit zeldzame exem
plaar had geboden tevergeefs,
de nobele Stanley had gezegd:
„Never, my dear, it will be qran-
ted tot my friend Mr. Redhou
se". Die Engelschman was nou
eerst eens een kerel!
De borst van onzen eerzamen
gardenier zwol van trots, daar
was nu de meest beroemde ont-
dekkings-reiziger van de wereld,
die kwam hem opzoeken, hem,
wien alle reizen door moeder de
vrouw waren voorgelezen
want hij was niet sterk in de
litteratuur, zelfs niet in het a,
b, c. Zijne vrienden gaven hem
vaak een krant op den kop,
zeggende, „dat moet je lezen".
En dan las hij de krant steeds
de letters ondersteboven, naar
het scheen aandachtig en ten
slotte zeggende: ,,'t Is toch verd...
sterk!"
Stanley gebruikte een glas wijn,
eerewijn natuurlijk, sprak daar
na een afscheidswoord tot het
comité en tot Redhouse in het
bijzonder. Het gesprek werd
weer in het Hollandsch ver
taald door den tolk F., lid der
commissie van ontvangst, waar
na al spoedig werd aangekon
digd, „dat het rijtuig van me
neer Stanley vóór was". Met een
stevigen handdruk nam hij ein
delijk afscheid, vergezeld van
zijn nikkers, die nog steeds al
lerlei kattekwaad uitvoerden.
De Afrikaansche kanarievogel
scheen niet best aan de Friesche
lucht te kunnen gewennen; hij
liet zijn gouden kuif nog dien
avond vallen en ook van zijn
kleurigen vleugeltooi bleef wei
nig over. De wijsgeeren vrien
den van Mr. Redhouse wisten
echter ook daar eene verklaring
voor te vinden. „Het beestje zou
op zee wel erg wild zijn geweest,
en zoodoende zijn vleugels be
schadigd hebben. De vochtige
lucht hier moest het overige
hebben gedaan". Jammer van
het schoone dier, zoo iets zag je
nooit weer.
Lang bleeef men nog naplakken,
doch onder de bezoekers was in
tusschen een man verschenen,
die naar het verhaal van Red
house zat te luisteren. Jammer
genoeg, had hij den beroemden
Stanley niet kunnen zien! Onze
brave gardenier had moeten we
ten, dat de gewaand e Stanley
een man van Frieschen bloede
was, met eere bekend op het ge
bied der heraldiek en sedert ja
ren inwoner van Leeuwarden en
dat de „roetmoppen" schoor
steenvegers jongens van Gugli-
mini uit de St. Jacobsstraat wa
ren, wier donkere Italiaanse
oogen en bruine gelaatskleur
zich uitmuntend leenden om als
negers op te treden.
Hij had moeten weten, dat de
Afrikaanse kanarievogel een ge
wone „akke" was! Intusschen
hoewel hem van terzijde meer
dans eens er op werd gewezen,
dat hij het slachtoffer was van
een reusachtige mystificatie,
HALVE STAD IN BRAND?
„Die rotvent kan voor mien part
et apezuur krije" klaagde Tinus
op een goeie keer teugen sien
compagjon; nou het ie weer een
wissel onbetaald terugstuurd. En
omdat die klier niet betaald, kan
ik gien hout koope. Ik sal em
toch maar es een beste brief op
sien baêlig sture." ,,t' ja, niks
op teugen" sei Rikus, wat be
nauwd, „maar de must et niet
te bont make. Assie kwaad wudt
en ik disse klant kom te missen,
dan kanne we onze heule fabriek
wel op doeke." „Maak dou dij
maar gien kopzorgen. Hij krijt
van mij een briefke, keurig net
jes, fatsoênlijk en beschaafd,
maareentje die op sien poa-
ten staat."
Op 't end vanne week kwam
Rikus weer tuus vanne reis en
vroeg allereerst of 't grossierke
eindelijk es betaald had. „Ach,
wat sou het" sei Tinus, „Hieróó,
oek disse wissel weer retoer. „Sal
per giro betalen" staat der op
„Dat „per giro betale" mut ik
oek van oppe pot. Maar ik hew
hem direkt daarop disse brief
tiept. Hier... 't afschriftmust
maar es leze." Rikus las, knikte
herhalend goedkeurend en in
stemmend en sei tenslotte:
„flink sü Tinus. Daar kan ie 't
voorloopig met doên. Maar dou
hest oek een klein taal-foutsje
tiept. Kiek, ditte, „fuile rotzak",
dat schrieve je met een V en
niet met een lange f.
Liwadder.
daaraan kon hij niet gelooven.
En zoo hadden de vrienden ge
legenheid, nieuwe plannen te
smeden, tot nut, vermaak en
voordeel van het Oranje-bier
huis.
Tinus en Rikus, twee Liwwadder
jonges, pas afgestudeerde meu
belmakers van de L.T.S., meen
den méér verdiêne te kannen
met het maken van eikenhouten
theebladsjes, dan met werken bij
een baas. Ze besloten dan oek
voor gesamenlijke rekening sa-
ken te doên. Ze huurden, er
gens inne buurt van Ouweglij-
en, een onbewoonbaar verklaard
huuske en regelden het sü; Ti
nus belast zich met de fabrikaas-
je en Rikus zou probeere de pro-
dukten te verkopen.
Erg vlot gong het zakendoên
vooralsnog niet en de wekelijk
se omzet dreef in hoofdzaak op
een klein, onderhands grossier
ke, ergens ver weg; die welis
waar een goeie afnemer was,
maar sü verrekte moeilijk over
de brug kwam met de sente
raasje.
Q Q DROGISTERU B. B.
m m ti0..P3OGiST£N-ASSQCiAm APOTHEKERS-ASSISTENTEN^^j
Telefoon 2249S