DE COMMISSARIS VERTELT VAN VROEGER Altijd verlangen naar geboorteplaats OUD STADGENOOT H. VOORDEWIND 'T KLEINE KRANTSJE 3 STADSNIEUWS VAN VROEGER DAMES/HERENKAPPER D E S I R E E WINKELCENTRUM NYLAN TEL. 22430 Enkele keren per jaar bezoek ik nog altijd even mijn geboorte stad. Maar de teleurstellingen worden steeds groter. Want steeds meer gaan huizen en plaatsen, waar ik herinneringen aan heb, verdwijnen. En ook van de rust uit mijn jeugdjaren is niets meer over. Och, ik ben de enige niet, die dat onder vindt. Allen van de oudere ge neratie hebben die ervaring, wanneer zij hun geboortestreek weer eens bezoeken. Hetzij stad of dorp. Ook van mijn jeugdkennissen ontmoet ik niemand meer. En als ik dan eens die oude kiekjes bekijk, te beginnen met de „be waarschool", de lagere school en de H.B.S., is er niemand meer van over. Zij zijn mij al lemaal al voor gegaan. Toch zijn er nog wel enkele dingen, waar ik met belangstelling naar kijk. Dat zijn o.a. de grachten. Vooral naar die mooie brede singelgracht, die nog altijd on gerept ligt en nog steeds dienst doet voor het watertransport. Schilderachtig Maar dat is jammer genoeg niet meer het geval met die mooie, schilderachtige binnengrachtjes, die al lang geen waarde meer hebben voor de scheepvaart. Zij raken steeds meer in verval. Verwaarloosde walmuren en er wordt ook niet meer gebaggerd. De bewoners gooien er allerlei rommel in en het zijn eenvou dig open riolen geworden. Geen wonder, dat zij ze graag ge dempt willen zien. Dan waren zij zomers ook van die stank van dat zwarte water af. Ook het verkeer levert steeds moei lijkheden op. Maar als de dem pers tenslotte hun zin zouden krijgen, dan zal aan het karak ter van de binnenstad wel een zware slag zijn toegebracht. Maar dat zij hun zin wel zul len krijgen, daar ben ik wel ze ker van. Tegenwoordig moet immers alles voor het verkeer wijken. Mooie gebouwen, grach ten en nog zoveel meer. Een paar jaar geleden heb ik nog even staan kijken op de Brol, en had vandaar een mooi uitzicht naar alle kanten op die drie grachten. De Waeze, het Nauw en de Voorstreek. En aan het einde daarvan stond nog die mooie „Roomse toren". Maar ook hem zweeft het zwaard van Damocles al boven het hoofd. En als hij straks ook tegen de grond gaat, dan zullen de Leeu warders hem wel missen. Gesloopt Een paar jaar geleden heb ik nog even een poosje daar staan kij ken. Maar toen vervolgde ik tenslotte mijn wandeling en nam mijn weg langs de Groen temarkt door de Peperstraat. Daar is al weer vele jaren ook het een en ander veranderd. Ook weer terwille van het ver keer werd de hele zuidkant er weggesloopt. Maar de overkant is nog vrijwel in zijn oude toe stand. Daar is o.m. die oude bekende zaak van Riethorst. In visserij artikelen. Ik zag in de etalage wel verschillende mo derne visserijbenodigdheden, maar ook die uit vroeger jaren. De fraai beschilderde dobbers. Sommige nog apart, maar ande re weer aan snoeren gevlochten en vastgebonden op plankjes. Dan „blinkers" in verschillende maten. En vishaakjes. Maar die mooie gevlochten mandjes en andere dingen van dat soort, lagen er niet meer. En hingen ook niet aan de gevel, zoals vroeger. Dat mooie vakwerk is ook langzamerhand verdwenen. Ik kon niet nalaten om die eta lage eens van nabij te bekijken en bleef er dus even voor stil staan. Maar nu zag ik ook de eigenaar in de deur. Ik herken de hem in de eerste oogopslag. Hij was nog niet veel veranderd en nog recht als een kaars. Zijn gezicht vertoonde natuurlijk wel oudere trekken. Maar tot mijn grote verbazing, bleek hij mij ook te hebben herkend. Want hij stapte op mij toe en ik hoorde hem zeggen: „ik moet mij al heel erg vergis sen, maar u bent die Commis saris uit Amsterdam, die die boeken geschreven heeft". Ik keek hem verbaasd aan, want wij hadden elkaar, na het ver laten van de lagere school, nooit meer gezien. En dat was onder de hand al zo'n 75 jaar geleden. Een mensenleeftijd dus. Ik vroeg hem dan ook, waaraan hij mij herkend had en van die schrijverij wist. Dat zal ik u zeggen, was het antwoord. Ik heb die boeken gelezen en op een der omslagen stond van u een grote foto. Ik heb ze met grote belangstelling gelezen, want ik ben in Amsterdam ge boren. En nog wel in de Jor- daan, welke u zo uitvoerig be schreef. Nog groter werd mijn verbazing natuurlijk, want ik had hem al op de lagere school leren kennen. Ja, dat zit zo, ging hij verder. Mijn vader had destijds al deze zaak en toen hij er mee ophield, kwam een oudere broer er in. Voor twee zat er eigenlijk geen brood in en mijn vader ging naar Amsterdam en vond daar ander werk. Wij kwamen te wonen in de Jordaan. Daar werd ik toen geboren. Lang hebben wij in Amsterdam evenwel niet gewoond. Want toen op een ge geven ogenblik mijn oom uit de zaak ging, kreeg vader hem weer over. Ilc zal toen ongeveer vier jaar geweest zijn en heb aan mijn Amsterdamse jaren na tuurlijk niet veel herinnerin gen. Maar ik ben dus toch een geboren Jordaner. En hier in Leeuwarden ben ik eerst nog even op een bewaarschool ge weest en kwam toen bij Geerts. Zo zit dat dus allemaal. De heer Riethorst was dus lichamelijk nog in de beste con ditie, maar ook zijn geheugen was nog uitstekend. Zonder ha pering noemde hij de namen van de onderwijzers. Hij had aan allemaal goede herinnerin gen, al was de een wel eens wat sympathieker dan de andere. Het ijs was nu gebroken en het werd een lang gesprek, waarin allerlei herinneringen uit Leeu warden van onze jeugd werden opgehaald. Ik maakte hem er op attent dat ik dat mooie vlechtwerk niet in de etalage had gezien. Ja, daar ben ik ten slotte maar mee opgehouden. (Vervolg op pag. 10] AANRIJDING Toen de heer Barendsma uit de Korfmalcersstraat hedenochtend 9 uur op zijn fiets uit de Bleek- laan de stad zou inrijden, was het voor de rijksbrug zoals ge woonlijk om dien tijd druk met autobussen, vrachtauto's en mo torfietsen. Op de brug mogen elkaar geen auto's passeren, wie het laatst is moet voor de brug wachten. Te midden van deze drukte zou de heer Barendsma over de brug rijden met in acht neming van de regels van den weg, toen met een flink gangetje uit de stad de heer Talsma van de Emmakade op zijn motor fiets kwam aanrijden. De heer Barendsma stak een arm in de lucht als waarschuwing, de mo terrijder oolc wat aangedaan bij het overzien der situatie, rukte weifelend aan zijn stuur met het gevolg, dat er een aanrijding volgde, waarbij de heer Barend sma een buiteling maakte en het voorwiel van zijn fiets in elkaar werd gedrongen. Hij zelf kwam er redelijk goed af, schou der en rug waren wat pijnlijk. De rijders zullen het over de onkosten van reparatie wel eens worden. (1925)- Wanneer we nu de traditionele vraag uit vroegere Kleine Krantsjes zouden stellen: „Leewadders, waar is dit?", dan zouden stellig heel veel lezers het ant woord schuldig moeten blijven. Deze foto is gemaakt in een straatje, waar ver scheidene stadgenoten nog nooit een voet hebben gezet, hoewel het eens toch een vrij drukke doorgang is geweest: de foto is gemaakt in de Amelandsstraat en wel vooraan, dicht bij de Voorstreek. De fraaie pakhuisgevel, waar het de fotograaf waarschijnlijk om te doen is geweest, is gelukkig nu nog altijd intact. De gevel dateert uit de zeventiende eeuw; ze draagt althans een datumsteen met dit jaartal en verder een steen met een kuiper er op. Vroegere bewoners uit de omgeving van Amelandsstraat en Tuinen zullen ons wel kunnen vertellen, wie de beide in het wit geklede heren zijn, die we op de foto zien; verder wordt misschien ook nog de dame achter de getraliede deur herkend.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 3