Nu precies vijfentwintig jaar Al A. !l 'T KLEINE KRANTSJE vox cssr Na scnietparti HET IS DEZE ZOMER PRECIES VIJF EN TWINTIG JAAR GELEDEN, DAT DE OMGEVING VAN BIRDAARD WERD OPGE SCHRIKT DOOR EEN OORLOGSDRAMA, DAT VOOR DORP EN INWONERS CATASTROFALE GEVOLGEN HAD KUNNEN HEBBEN. EEN BLOEDIG TREFFEN TUSSEN LEDEN VAN DE DUITSE SICHERHEITSPOLIZEI EN MANNEN VAN DE ILLE GALITEIT EINDIGDE OP DE VIJFTIENDE AUGUSTUS 1944 IN EEN ONDUBBELZINNIGE VIJANDELIJKE NEDERLAAG, TOEN ZONDER VERLIEZEN AAN HOLLANDSE KANT TWEE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE DUITSE POLITIE WERDEN GE DOOD. ZOALS DE VIJAND EERDER NA SOORTGELIJKE GEWAPENDE ACTIES MET DUITSE SLACHTOFFERS HET TSJE- CHO SLOWAAKSE DORP LIDICE HADDEN UITGEMOORD EN ALLE INWONERS VAN HET FRANSE DORPJE ORADOUR IN HUN KERKJE HADDEN VERBRAND, ZO HAD NU OOK EEN VERSCHRIKKELIJK LOT HET DORP BIRDAARD KUNNEN TREFFEN. MAAR WAAR ELDERS HELE DORPEN WERDEN PLATGEBRAND EN DE MANNELIJKE BEVOLKING WERD GEDOOD OF WEGGESLEEPT, STAKEN DE ONBEREKENBARE BEZETTERS HIER SLECHTS EEN WONING IN BRAND: HET HUIS, WAARIN DE BEIDE POLITIEMANNEN WERDEN GEDOOD OP HET MOMENT, DAT ZE MET EEN MASSALE ARRE STATIE EEN GEWELDIGE SLAG DACHTEN TE SLAAN. Verder liep de tragedie voor Birdaard tot ieders grote verrassing met een sisser af, maar toch sloegen de Duitsers him wrekende klauwen uit: bij wijze van represaille haalden ze in het concentratiekamp Vught elf Friese verzetsmensen uit hun cellen om te worden gefusilleerd. En zo is de schietpartij in Birdaard van nu een kwarteeuw geleden in onze herinnering blijven voortleven als een van de ongeteld vele oorlogsdrama's met een afloop, die onverwacht gelukkig en tegelijk ook diep droevig was. Er woonden in de bange oorlogs jaren ook in Birdaard mannen, die meer deden dan rustig af wachten hoe de wrede worste ling op de slagvelden zou ein digen. Een van hen, een slager, voor de verzetslieden „Omke Freark", zat tot over de oren in het illegale werk: hij deed aan spionage, hij bracht onderdui kers bij de boer, hij hielp joodse vluchtelingen, hij bracht neer geschoten geallieerde vliegers in veiligheid, hij organiseerde bon kaarten, hij zette zich voor meer dan honderd procent in voor de goede zaak. Het bestaan van Omke Freark als verzetsman moet de Duitsers onbekend gebleven zijn tot er een illegale werker uit Dokkum werd gearresteerd, die zo wordt verondersteld een brief je bij zich had met de aandui ding: „Freark, slager" er op. Op slag werd de nog onbekende slager Freerk of Frederik voor de Duitsers een belangwekkende fi guur, wiens gevangenneming op hoge prijs werd gesteld. Commando De Sicherheitspolizei in Den Haag besloot dan ook een com mando van twee man met een chauffeur naar Friesland te stu ren en het was niet de eerste de beste, die zij als aanvoerder van dit commando uitkoos: de S.S. Untersturmführer und Kriminal- kommissar Nicolas Johannsen, naaste medewerker van Joseph Schreicder, de grote man van het Englandspiel, die later van zijn ondergeschikte zou getuigen, dat hij „ongeëvenaard" was, wanneer het er op aankwam Hollandse verzetsstrijders of in Nederland gedropte agenten te arresteren. Al bij verscheidene acties had de zwaargebouwde Johannsen zich voor zijn landgenoten ver dienstelijk gemaakt en bewon derd en bejubeld door zijn vrien den was de wijze, waarop deze boks- en judoleraar bij de Schutz- polizei in Hamburg z'n arrestan ten overrompelde: met een har de jiu jitsuslag tegen de hals sloeg hij ze in één keer knock out. Samen met de Nederlandse aarts verrader Anton van de Waals was Nico Johannsen o.a. betrok ken bij de gevangenneming van de groep Pahud der Mortagnes in maart 1943 in Rotterdam en bij de arrestatie van de groep Koos Vorrink op de eerste april van dat jaar in Eindhoven. Als metgezel kreeg Johannsen de Nederlandse politieambtenaar Faure, die vermoedelijk Rijks duitser was; chauffeur was ook een Nederlander, een zekere De Bruin. Het drietal moet eerst naar Leeu warden zijn gereden, waar Jo hannsen contact zocht met de plaatselijke Sicherheitspolizei. In zijn boek „Mei de rêch tsjin de muorre" vertelt de schrijver over het Friese verzet Piter Wybenga van een gesprek tussen twee Duitsers in Hotel De Kroon, die spraken over de komende arre statie van een zekere Freerk. Flarden van het gesprek werden opgevangen door de Leeuwarder notaris Poelstra, die er uit kon opmaken, dat de heren het on eens waren over de leiding bij de arrestatie. Een van die twee is stellig Nico Johannsen geweest, die volhield dat hij en niemand anders de verantwoordelijke man zou zijn. De ander, zonder twijfel een ver tegenwoordiger van de Leeuwar der Sicherheitspolizei, voelde zich kennelijk zodanig in z'n wiek geschoten, dat hij twee da gen later weigerde Johannsen te hulp te snellen, toen die bij her haling telefonisch vanuit Bir daard om versterking vroeg. Het is aannemelijk dat deze prestigekwestie van grote in vloed is geweest op het ont staan van de tragedie in Bir daard: had Johannsen op hulp kunnen rekenen, dan zouden de Duitsers met een rqke buit aan arrestanten zjjn teruggekeerd, waar schijnlijk zonder dat er ook maar een schot zou zijn ge lost. Op zoek naar „slager Freerk" trokken de drie mannen op de vijftiende augustus naar Dok kum, v/aar hun tocht langs alle slagerijen niets opleverde: geen enkele Dokkumer slager droeg de voornaam Frederik of Freerk. Toch konden Johannsen en Fau re in het holst van de nacht een verdachte arresteren, die welis waar niets met spionage te ma ken had en ook geen slager was, maar wiens ouders hem zes en vijftig jaar eerder dan toch maar van de naam Frederik hadden voorzien Zo kwam de Dokkumer kleer maker Frederik Korfmaker in Duitse gevangenschap en hoe wel Johannsen en Faure nog geen etmaal later inderdaad oog in oog kwamen met de slager Freerk, die ze zochten, moest Frederik de kleermaker naar het concentratiekamp zo lang de oorlog nog duurde werd hij van de ene naar de andere cel ver sleept. Altijd zal het wel onbekend blij ven door welk verraad het mo gelijk werd, maar in Dokkum kwamen de beide politieman nen toch op het goede spoor: voor een Freerk, die slager was, moesten ze zijn in Birdaard! Om zo weinig mogelijk op te vallen namen Johannsen en Faure voor de tocht naar Bir daard een fiets, terwijl De Bruin met de auto in Dokkum achter bleef. Even 11a een uur stapten ze bij slager Freerk de winkel binnen met de mededeling, dat ze controleurs waren van de C.C.D.: ze zouden iemand heb ben aangehouden met vlees en valse vleesbonnen, afkomstig uit de slagerij in Birdaard. Omke Freark Het bleek al gauw, dat het de heren te doen was om Omke Freark, maar die was net weer met illigale bezigheden druk be zet: samen met K.P. leider 'Kees' zou hij een Engelse piloot uit Oosternijkerk halen. Maar kwam hij thuis, dan hep hij zo in de verraderlijke Duitse val. Terwijl een van de zogenaamde CCD-ers het huis doorzocht zorgde de ander ervoor, dat nie mand de winkel verliet: ieder een, die binnenkwam moest binnenblijven en zo groeide het gezelschap gestaag; eerst waren er alleen de vrouw van Freerk en drie van de kinderen, later zaten er wel een man of zestien met de rug tegen de muur, vol komen onschuldige buurvrou wen, maar ook „zware" illegale werkers. Versterkingen Intussen telefoneerden de over vallers, van wie de een behoor lijk, de ander gebroken Neder lands sprak, herhaaldelijk met het verzoek versterkingen te stu ren en het gevangen gezelschap moet niet anders dan een uiterst trieste afloop van deze affaire hebben verwacht. Maar de uren verstreken, zonder dat er meer Duitsers kwamen, ook zonder dat Omke Freark zich liet zien. Natuurlijk was het geheimzin nige gedoe bij de slager niet on opgemerkt gebleven en toen de mensen begrepen, dat niemand de winkel verliet, stuurden ze betrouwbare wachters naar alle invalswegen om Omke Freerk te kunnen waarschuwen voor het gevaar. Zo konden Omke Freerk en Kees worden opgevangen, toen ze ar geloos kwamen aanfietsen met hun piloot in duizend haasten werd de vliegenier in veiligheid gebracht en toen trokken ze zich terug bij een overbuurman om vandaar de gang van zaken in de slagerij gade te slaan. Het was duidelijk, dat hier snel wat gebeuren moest. Maar hoe? Een vracht munitie en zes schiet- klare revolvers lagen begraven in de tuin van Freerk er viel niet aan te denken ze daar vandaan te halen. Het enige beschikbare wapentuig bestond uit twee pis tolen, pas gearriveerd en nog niet eerder gebruikt. Na ampel overleg met de inmid dels te hulp gesnelde KP-ers „Tjerk" en „Klaas" besloten de mannen, dat Freerk, alleen ge wapend met een mes, „gewoon" Dit zijn de koppen van de kerels, die in de oorlogsjaren aan de touwtjes trokken, handlangers, verraders, beulen voor de Duitsers.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 6