'T KLEINE KRANTSJE WORDT VOORT DUREND INTERESSANTER ABONNEERT U ZICH NU! In memoriam A. Santing ill lllliil 'T KLEINE KRANTSJE 8 'er tyie.fi Voois., STADSNIEUWS VAN VROEGER DE BROLSBRUG wordt in stukken van 1483 Brul- bregge genoemd; ook gewagen oude acten van broll breggha en broelbrugghe. Een stuk van 1552 spreekt van „schuyten liggende in de Brol bij de Brolbrugge". In 1516 werd op de Brol, het middelpunt van de stad, een schavot opgericht; ook heeft hier de kaak of pronkpaal ge staan; vandaar dat de Brol ook wel eens Kaaksbrug werd ge noemd. DE LEEUW heette de molen, die eens op de Oldehoofsterdwinger heeft ge staan. Het lean ons nog verdrie tig stemmen, dat de molen on der de slopershamer gevallen is; alleen het molenaarshuisje bleef bestaan en ook dat zou nog maar enkele jaren geleden verdwenen zijn, wanneer enkele Leeuwarder journalisten niet vu rig voor het behoud hadden ge pleit. JOOST VAN DEN VONDEL moet de passende naam zijn ge weest voor een Leeuwarder Re- citeervereniging. Zijn er lezers, die deze vereniging nog hebben gekend? We kwamen de naam tegen in een advertentie in een krant van 1897. ONDER DE BOOMPJES noemde men eertijds het stukje straat tussen het Zwitserswaltje en het Stadsziekenhuis. Nu ken nen we die naam niet meer; we spreken gewoon van Blokhuis- plein. Na het slopen van het oude Blokhuis in 1580 besloot het stadsbestuur de ruimte ten westen van het Blokhuis „tot chiraet van den Stadt" met lin den te beplanten. Veel later kreeg deze lindenhof de naam van Blokhuisplein, maar ook toen de linden al lang verdwe nen waren werden de huizen nog met „Onder de Boompjes" aangeduid. DE NIEUWEWEG noemden de Leeuwarders de straat, die na 1841 ontstond tussen de Huizumerbrug en het Stadsziekenhuis. In dat jaar was het ziekenhuis gereed gekomen en ter verkrijging van een toe gangsweg moest de Huizumer Waterpoort over het water van de Weaze worden gesloopt en de wal ten oosten daarvan wor den geslecht. Toen kreeg men de ruimte voor het maken van een bepuinde reed. Spoedig daar na werden er aan de Nieuweweg ook huizen gebouwd. DE PIJNIGTOREN noemden, in het midden van de zeventiende eeuw, onze voor ouders de zuidoostelijkste van de vier rondelen, die eens be hoorden bij het Oude Blokhuis. In de goede oude tijd was hier een pijnbank, waarop men ver dachte lieden door het uittrek ken van hun ledematen tot een bekentenis trachtte te brengen. Overigens werd de toren ook wel Ammunitie- of Kruittoren genoemd. HET MINNEMAHOF heette de omgeving van het Minnemahuis, het latere hotel De Nieuwe Doden aan de Voor streek. Na i6r3 is het Minnema- hof met huizen bebouwd al heel lang is er niets meer, dat nog herinnert aan de eens zo vorstelijke tuin rond de oude stins. DE BLAUWEBRUG, later een draaibrug over het Vliet, was in vroeger jaren een valbrug, gebouwd op kosten van de bewoners van het Vliet, die voor het totstandkomen van de ze overbrugging niet van de ene naar de andere kant konden ko men. Het ligt voor de hand, dat de brug blauw geschilderd was. Ook was er eertijds over het Vliet een witgeschilderde brug: de Wittebrug. AL TE NA stond er vroeger op de gevel van een huis aan de Oostergrachts- wal, dicht bij het Zuidvliet. Die steen wordt nu nog altijd in een van de kelders van het Fries Museum bewaard. TYLKEDAM heet de straat achter de Stien- serdijk en ten noorden van de Dammelaan. Het is een herin nering aan het stuk Oudland tussen de Drie Ducatons en Bil- gaard, dat eertijds Tyltjedam werd genoemd. Er is wel veron dersteld, dat de naam verband houdt met de krijgsman Daam van Tyl, die in 1495 een mis lukte aanval deed op de west kant van de stad. Wellicht was Van Tyl met z'n krijgsknechten gelegerd op de plaats, waar nu de riante burgalows staan. ST. CATHARINASTINS lag in het midden van de zes tiende eeuw in de stadsgracht ten oosten van de Hoekster- poort. De schans diende ter ver dediging van deze poort. De schans was toegewijd aan de be schermheilige van de buurtschap Hoek, de Heilige Catharina. PETERSELIEWALTJE of Pieterseliewaltje, wat is nou eigenlijk de officiële naam van het straatje tussen de Oldegali- leën en de Dokkumer Ee? Ieder een spreekt over Pieterseliewal tje, maar waarschijnlijk is de naam ontstaan, doordat er op de gardenierslanden, die hier eens lagen peterselie werd verbouwd. Zo gezien zou het Peterseliewal- tje moeten zijn. Maar het is ook Pieterseliestraat en dat laten nu maar zo. DE AYTTASTEEG is een andere naam voor de Wij- desteeg, die we nu nog kunnen vinden tussen de Waeze en de Wirdumerdijk. iqpnsf t «nom Eilii pi fliM® Stel je voor, dat de molen De Leeuw op de Oldehoofster dwinger indertijd niet was af gebroken en nu nog een sieraad voor de stad kon zijn. Op onze tekening zien we de molen nog in volle glorie. Ook het nog bestaande molenaarshuisje staat er op. De vorige week is plotseling overleden de heer Albert San ting, de vroegere doodgraver van de Algemene Begraafplaats aan de Spanjaardslaan. De heer San ting is zeven en tachtig jaar ge worden. Albert Santing had een buiten gewoon grote kennis van fami lieverhoudingen van heel veel oudere Leeuwarders; in de tien tallen jaren, dat hij op de be graafplaats zijn werk verrichtte, kwam hij, meest onder droeve omstandigheden uiteraard, in aanraking met duizenden stad genoten. Daarbij had hij een geheugen als een pot wat hij eenmaal in z'n hoofd had kwam er niet meer uit. Teen wij enkele jaren geleden bij hem informeerden naar een begrafenis in de twintiger jaren van het stoffelijk overschot van een onbekende, die in de gracht langs de Emmakade gevonden was, kon hij ons meteen alle mogelijke bijzonderheden over uiterlijk en kleding van dit ver drinkingsslachtoffer vertellen „het is", zoals hij zelf zei, „alsof ik hem gister begraven heb". Liet. zijn geheugen over de juiste plaats van de graven van over ledenen van ettelijke tientallen jaren geleden hem al eens in de steek, dan haalde hij graag de oude vergeelde begraafboelcen te voorschijn en ging z'n vinger net zo lang langs de kolommen ingeschreven namen, tot hij de gezochte gevonden had. Hoewel jongere krachten al lang geleden de taaie van de heer Santing als doodgraver overna men, bleef hij wonen in een van de witte woningen van de be graafplaats aan de Spanjaards laan en daar is hij ook, geheel onverwacht, door de dood ver rast. De overledene is gecremeerd in Groningen; de urn met zijn as zal worden bijgezet in een fa- miligraf op de Noorderbegraaf plaats aan het Schapedijkje. AUTO TE WATER Gisteravond stond op het par keerterrein bij de oude Waag alhier, onder meer ook de Che vrolet van de heer B. de Vries, wonende Willem Loréstraat. Te kwart voor acht wilde de be diende Oudendag de auto aan zetten en draaide den kruk. Tot zijn grote verbazing zette de wa gen zich averechts in beweging, zich losmakend van de kruk, welke hij in de hand hield, rolde verder en tuimelde van de wal in de gracht. Zeer zeker was de versnelling op achteruit blijven staan bij het aankomen en stop zetten tijdens het parkeren. Dat dit geval op de Nieuwestad ve ler aandacht trok was te den ken. Met een hijstoestel van de firma Mebius haalde men de wagen weer op de wal en liet hem daarna vóóruit rijden. (1931)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 8