1
INTERNATIONAAL
INDOOR
CONCOURS
HIPPIQUE
Vervolgverhaal over a
The Jolly Music
in donke
'T KLEINE KRANTSJE
Vischclub Sieske
't Kleine Krantsje beschikt over
een fraaie foto van de „Visch
club Sieske" dat moet een
club van hengelaars uit Leeu
warden zijn geweest. Wij hebben
de foto aan oudere Leeuwarder
laten zien, maar tot onze verba
zing is nog niet een van de ge
portretteerde heren herkend. Is
er onder de lezers iemand, die
iets van de Vischclub Sieske
weet
Er staan zestien heren op de
foto en twee „potsenmakers", die
voor die visdag misschien wa
ren afgehuurd om de heren te
vermaken. Twee leden houden
een rood-wit-blauwe vlag om
hoog; op de witte baan staan de
woorden Vischclub en Sieske
met in het midden een sijsje,
door boomblaadjes omkranst.
De voorzitter draagt een kroon
op z'n hoofd: verder heeft hij
een lint om de hals met een sijs
je er aan.
Wie waren het precies, wie heeft
de Vischclub Sieske gekend?
Het moet in het voorjaar van '36 zijn geweest, dat drie Leeuwarder jongens
met muziek in het bloed de hoofden bij elkaar staken om een muziekclubje op te
richten. Dat waren Jacques Fazzi, Jacques Rutkens en Jean L. Gehasse. De beide
Jasques speelden mondorgel en Jean bespeelde een kleine drum. Als The Rythm
Boys kreeg het amateurslubje snel een grote populairiteit in de stad en verschei
dene feestende sportclubs gunden de jongelui graag een plaatsje op het toneel.
Een jammerlijke fout was het, dat de heren zich te veel op de improvisatie
toelegden, waardoor er voor muzieklessen weinig aandacht overbleef. Zo werd
er een niet te overschrijden grens bereikt, die het trio al vrij snel dwong tot het
blazen van de kraaiemars.
Toch zouden twee van deze drie
jongens, Jacques Fazzi en Jacques
Rutkens, zich later als uitstekende
krachten ontpoppen in orkestjes, die
in de donkere oorlogsjaren in en ook
wel buiten onze stad een grote be
kendheid kregen: voor The Jolly
Music Makers, het Syncope Studio
Orkest en het latere Dansorkest van
Klaas Posmus zijn ze grote steunpila
ren geweest.
The Jolly Music Makers werd in de
maand van het uitbreken van de
tweede wereldoorlog semptember
1940 als een klein bandje opgericht.
Aanvankelijk was het ook hier wat
modderen tot de energieke Klaas
Posmus de leiding kreeg. Er kwam
een behoorlijke uitbreiding, er kwa
men meer instrumenten en toen The
Jolly Music Makers voor de eerste
maal (in de achterzaal van De Klan-
derij) voor het voetlicht traden was
het een orkest, dat er mocht zijn
niet alleen kwalitatief, maar ook
representatief Dit laatste vooral
dank zij het zangeresje Tiny Tolsma,
die zich bijzonder verdienstelijk had
gemaakt door de heren netjes in 't
pak te steken
Van deze gelukkige première is de
hierbij afgedrukte foto gemaakt en
wanneer we de geportretteerden even
opsommen weten we meteen, hoe de
samenstelling was. Voorste rij van
links naar rechts Rein Mollema, alt
sax;. Tiny Tolsma, zang; Klaas Pos
mus, viool, Fré Faber, altsax; Ichie
ten Berge, tenorsax; Jan Gaastra, gi
taar; Ype Blanksma, klarinet en Auke
van der wal, piano. Achterste rij van
links naar rechts Eiso de Vries, viool;
Jacques Fazzi, trompet; Andries
Koopmans, trompet; Bauke de Vries,
drum en Johan Schuil, bas.
Hun hoofdkwartier hadden The Jolly
Music Makers in de Melksalon van
Kimp aan de stille kant van de
Nieuwestad bij de Langepiep, de
repetities werden in de begintijd
gehouden bij de vermaarde Lucas
Hannema, die de orkestleden met
weinig eerbied voor diens grijzende
haren onveranderlijk betitelden als
Lucas Poat. Lucas Hannema had z'n
domein aan de Voorstreek in een nu
afgebroken pand, dat overigens eeu
wig leegstond, tussen de winkels van
de Coöp en Jamin.
De Syncope Studio was de fraaie en
officiële naam van Hannema's repeti
tielokaal en er zou zelfs nog eens een
dag komen, dat de wereld kennis
maakte met het Syncope Orkest!
Daar repeteerden The Jolly Music
Makers dus voor ze verhuisden naar
Zalen Schaaf, een vertrouwd werkter
rein, want hoe dikwijls zouden ze hier
niet voor een goed gevulde zaal met
veel succes hebben gespeeld?
Aangezien de Engelse naam van het
orkest de Duitse bezetters nog altijd
als een vloek in de oren klonk,
naderde de dag, waarop de band
gedwongen werd op een andere naam
over te gaan. Op 14 februari 1942
speelden The Jolly Music Makers
voor het laatst onder deze naam op
een knalavond met de titel „100 pet.
Amusement". Aan dit optreden werk
te ook zangeres Tiny Tolsma nog mee;
korte tijd later werd Tiny door de
dood aan het orkest ontrukt.
Het was een onbestemde tijd, die
volgde. Het ensemble speelde en het
speelde niet, het bestond en het
bestond niet. Er waren, te hooi en te
gras, gebrekkige repetities bij de
ouders thuis, er was weinig geestdrift
meer, er kwam een geweldige inzin
king.
Enigszins hersteld kwamen de heren
een paar maanden later uit deze de
pressie te voorschijn als Het Syncope-
pe Dans Orkest, dat dus genoemd was
naar de Syncope Studio van Lucas
Hannema, maar er ontstond een nieu
we teruggang, toen de onvolprezen
leader Klaas Posmus meende voor
zijn taak te moeten bedanken. Boven
dien raakte het ensemble Jaap Rut
kens kwijt, die al veel eerder Bauke
de Vries als drummer vervangen had;
hij werd het slachtoffer van de
gedwongen tewerkstelling in Duits
land.
Jacques Fazzi nam nu het roer in
handen en hij was het ook, aan wiens
initiatieven de orkestleden een eigen
illegaal! maandblad dankten,
waarvan er nu, een kwart eeuw na
zijn verschijnen, een volle jaargang
als een uniek stuk documentatie voor
ons ligt.
„De Hotstomper" heette dit blad en dat
was ook de bijnaam van (wijlen
trompettist Andries Koopmans, die z'n
kostbare instrument niet bepaald
zachtzinnig placht te behandelen. Het
eerste nummer van De Hotstomper
verscheen in januari 1942 „tot bevor
dering van de vriendschap en het
muziekamateurisme" en het was een
keurig gestencild blad, dat alleen voor
de leden was bestemd.
De bezetters mochten van het bestaan
van deze hoogstmerkwaardige illegale
uitgave beslist niets weten en vandaar
ook het herhaalde en komisch aan
doende verzoek in het blad om niet
met „onbevoegden" over de inhoud te
praten en om eventuele kopy altijd
persoonlijk aan de redacteur te over
handigen werd het per post ver
stuurd, dan mocht veiligheidshalve
ni
Oi
'ga:
per sé de naam van The
niet worden vermeld.
Het blad steunde volledig op het
enthousiasme van Jacques Faza^er
het redactioneel voortreffelijk
zorgde en die ook niet schroi
verscheidene nationale groothedei P 13
de wereld van de muziek (J
Buiterman, Theo Uden Masman, B uci
diet Silberman) aan de jas te tre snii
voor een interview. Bvo