VAN DE HAK OP DE TAK
DOOR LEEUWARDEN
Dr. OBE POSTMA:
Dichter en historicus
Hè jou die nog
VELEN HERKENOEN
Parfumerie „De Eenhoorn"
•T KLEINE KRANTSJE
6
„Eerbiedwaardige
dames en heren"
DROGISTERU
In een vorig Kleine Krantsje hebben
wij de komst al aangekondigd van
een Bril-Boetiek in Leeuwarden en
die is er nu inderdaad gekomen. Met
het optreden van een van onze stads-
orgels heeft de heer E. Miedema van
de Firma Post en Everaarts zijn
nieuwe bedrijf welluidend ingewijd.
Deze Bril-Boetiek in het pand, waar
in tot voor kort de leerwarenzaak
Oké gevestigd was - Groot Schaver-
nek 1 - is iets geheel nieuws voor
het noorden van ons land: het is een
fijn, intiem en leuk aangekleed zaak
je met moderne kleuren en enkele
verrassend aandoende antiquiteiten:
een oude trapnaaimachine, waarop
de al even oude en schilderachtige
kassa rust en een fraaie antieke lamp.
Vooral voor jonger publiek lijkt ons
de sfeer in dit nieuwe bedrijfje erg
aanlokkelijk; kortom: een aanwinst
voor dit deel van de winkelstad!
De Friese Volièrevereniging „Na-
tuurzang" zal van 19 tot en met 22
november weer een nationale ten
toonstelling organiseren in het Beurs
gebouw. Dit evenement is langzamer
hand uitgegroeid tot een van de
grootste tentoonstellingen in ons
land: er worden nu rond 1500 in
zendingen verwacht.
Met een receptie en een vierdaags
schuttersfeest heeft de oudste Leeu
warder Schietvereniging „Wilhelmi-
na" de vorige week in het Huizumer
Tivoli haar vijf en zeventig jarig
jubileum gevierd, in feite een volle
maand te vroeg, want het was op de
zeventiende november dat de vereni
ging werd opgericht door vijf heren,
wier namen we ten gerieve van de
oudere lezers nog wel even willen
noemen: H. Swart, W.F. Hijgenaar,
W. Visser, L. van der Heide en S. de
Vries.
Een paar jaar geleden heeft 't Kleine
Krantsje al eens uitvoerig over deze
vereniging bericht; laten we nu vol
staan met een hartelijke gelukwens
en het weergeven van een kleine
anecdote, die we op de gezellige
receptie opvingen uit de mond van
de heer H. Zondervan, een van de
meest trouwe en toegewijde leden
van deze 21 zielen tellende club.
Op de jaarvergadering stond een van
de oudere leden op om - tot grote
verbazing van alle aanwezigen - te
beginnen aan een lang en zeuderig
betoog over de arme vrouwen, die
altijd maar moesten thuisblijven, ter
wijl de heren zich op iedere club
avond fijn vermaakten en er tussen
die clubavonden door ook nog wel
eens een festiviteitje doorlipe, waar
bij op de aanwezigheid van de dames
geen prijs werd gesteld. Werd het nu
De heer D. Ebbens, die al 47 jaar
voor z'n Wilhelmina schiet.
niet es tijd, dat ook de dames van
leden gingen delen in de wekelijkse
gezelligheid, zo zeurde hij maar door
om tenslotte zelf het op dat moment
zeker verrassende antwoord te geven
„Nee, dat moet niet, het is toch maar
bejer dat de dames hier wegblijven.."
Dit verhaaltje tekent wel aardig de
sfeer in zo'n kleine, intieme man-
nenvereniging, waar slechts een ge
ring deel van de clubtijd met het
geweer in de aanslag wordt doorge
bracht: een zeer belangrijk punt bij
zo'n club als „Wilhelmina" is het
doodgewone, gezellige onder elkaar
zijn, even wat praten, een knobbel
tje maken, een kaartje leggen, een
neutsje pakken.
Twee leden weten daar zéker van
mee te praten, want die hebben al
een zo lange staat van dienst, dat ze
bij dit feest tot ereleden konden
worden benoemd: de heer D. Ebbens
die al lid is sinds 1922 en de heer R.
van Streun, die in alle eer en deugd
drie en dertig clubjaren heeft volge-
maakt.
Op naar de honderd Wilhelmina, alle
leden van vandaag kunnen het nog
net meemaken.
Nog een jubileum van een bekende
Leeuwarder vereniging: de Arbei
dersmuziekvereniging Ons Genoe
gen bestond 10 oktober precies vijf
tig jaar en dat gouden feest werd
een dag later met een receptie en
een plezierige avond gevierd, terwijl
er nu nog wat in 't vat zit ook: het
op de laatste van deze maand geeft
het corps een jubileumconcert in de
Harmonie.
De heren, die Ons Genoegen in 1919
ten doop hielden waren R. en W.
Engelaar, P. Ferwerda, J. Burema,
Smidkens, J. Wiersma, Vergonet Sr.,
Van der Ploeg en Piet de Ruiter, wel
ke laatste naam eigenlijk wel in kapi
tale letters mag worden afgedrukt,
want hij is het geweest, die de ver
eniging in vroeger jaren krachtig om
hoog heeft gestuwd.
Piet de Ruiter nam de dirigeerstok
ter hand om de nieuwe vereniging al
na enige jaren als een harmoniecorps
de wegen te wijzen naar succes en
glorie en het is voor Ons Genoegen
een grote slag geweest, dat deze
voorvechter in '50 plotseling over
leed.
Twintig jaar geleden, toen Ons Ge
noegen dus dertig .jaar bestond heb
ben we eens een repetitie meege
maakt op de bovenzaal van Stadsge
zicht. Toen leefde Piet de Ruiter
nog en dat ging dan zo: „la heren,
een beetje méér naar de klarinet ho
ren, hè en dan nog wat korter. Zo:
ta jom pa pa pa - ta jom pa pa pa.
Zullen we het nog eens even pro
beren?
Het jubilerende orkest kwam onder
leiding van de heer H.J.J. Fijlstra,
nadat als opvolgers van de heer De
Ruiter de heren Gosling Moll en P.
Hoekstra de dirigeerstok hadden
gehanteerd
Ons Genoegen, dat nu 38 werkende
leden heeft, vijf leerlingen op klari
net en twee koperblazers komt
uit in de Superieure Ereafdeling - het
corps heeft het dus ver geschopt.
Bepalen we ons eerst even bij de he
ren, dan zien we dokter H(endrik)
de Jong op de bank zitten. Dokter
de Jong, poot hengelsportliefhebber
woonde in het hoekhuis van de
Tweebaksmarkt en de Nieuwe Oost
terstraat. Achter de dokter staat de
heer M(enno) Braaksma, die o.a.
heeft gewerkt aan de Openbare
Leeszaal, toen die nog gevestigd was
op de hoek van de Weaze en de
De beide dames achter de bank zijn
waarschijnlijk mevrouw Fritzün en
mevrouw Beintema, op de bank
zitten volgens sommige lezers de
dames Poort, Wesser en Uffelie, vol
gens anderen de dames Binnerts,
Eriks en Ooiman - daar komen we
dus helemaal niet uit, ook al niet,
omdat bijna alle briefschrijvers een
voudig meedeelden geen van de da
mes te herkennen.
Wanneer hij nog geleefd had, zou hij al over de honderd zijn geweest en toch
is het niet zo lang geleden, dat hij nog in ons midden was: het was in de zo
mer van '63, dat Dr. Obe Postma op de hoge leeftijd van vijf en negentig in
Leeuwarden overleed. Obe Postma is wel de grootste Friese dichter van deze
eeuw genoemd, langer dan zestig jaar heeft hij verzen gepubliceerd en langer
dan veertig jaar leverde hij wetenschappelijke bijdragen aan tijdschriften en
boeken.
Obe Postma werd op 29 maart 1868 als zoon van een boer in Komwerd ge
boren. Hij studeerde wis- en natuurkunde in Amsterdam en was leraar MO in
Tilburg en in Groningen. In 1933, na zijn pensionnering, ging hij naar Leeu
warden, waar hij z'n historische studies begon uit te werken.
Z'n eerste verzen schreef hij al in z'n studententijd, z'n laatste bundel ver
scheen in het jaar, dat hij negentig werd. Zijn werk werd zowel met de Gys-
bert Japicx- als met de Joost Halbertsmaprijs bekroond. Tot kort voor zijn
dood bleef Dr. Obe Postma actief en op de been: de bewoners van het wes
ten van de stad zullen zich de gebogen figuur van de wandelende dichter nog
wel herinneren.
Regenten
Het is verbluffend hoe de foto, van
een gezelschap „eerbiedwaardige da
mes en heren", die wij afdrukten in
't Kleine Krantsje nr. 103 bij de
lezers blijkt te zijn „aangeslagen".
Wij kregen een stroom van schrifte
lijke en telefonische reacties van
lezers, die ons meedeelden een of
meer van de gepotretteerden te
hebben gekend en het merkwaardige
nu was, dat de heren op de foto nog
al wat diepere indrukken in de her
innering van velen blijken te hebben
achtergelaten dan de dames dat ver
mochten te doen.
Mevrouw zus
en Mevrouw zo
De heren werden populair gezegd
„door iedereen" herkend, maar met
het herkennen van de dames hadden
veel lezers zoveel moeite, dat we er
zelfs nu nog niet helemaal uitgeko
men zijn: wanneer de een zegt dat is
mevrouw Zus, zegt de ander nee, dat
is mevrouw Zo.
In ieder geval is het nu wel duidelijk,
dat de foto ons de regentessen en
regenten van het Nieuwe Stads Wees
huis, het zogenaamde "blauwe wees
huis" aan het Jat Jacobijnerkerkhof
zien, en de plaat moet ook op de
binnenplaats van dit weeshuis zijn
gemaakt.
A'T JE WAT WEGGOAIE, MUT JE
'T NIET INNE BLUBBER SMIETE
MISKIEN MUT JE HET LATER
NOG ES OPRAPE
SONDER WAT MENSEKENNIS
KAN JE WEL OPHOUWE MET SA-
KEN DOEN.
EEN FOLK IS NIET GRAOT DEUR
DE MACHT VAN SIEN KANON
NEN, MAR DEUR DE RIEKDOM
VAN SIEN GEESTLIJK LEVEN.
WIE 'T MEEST SIEN WAFFEL O-
PEN HET GEBRUUKT FAAK DE
MINSTE WOORDEN.
OPPE AKKER VAN'T VERSTAND
IS FOOROORDEEL HET MINSTE
ONKRUD.
GOED SEID IS HAST SO GOED AS
GOED DACHT.
DE MAKLIJKSTE MENIER OM GE
BREK AN SMEAK TE VERBER
GEN IS MOAI MET DE MOADE
MET TE GEAN.
Nieuweweg. Van '15 tot '45, het jaar
van zijn overlijden, werkte de heer
Braaksma bij de Provinciale Biblio
theek. Hij was een man, die veel
voor de drankbestrijding heeft ge
daan.
„Loodsje"
Dan de drie heren rechts op de foto.
Eerst Lodewijk Zijlstra, oliehande
laar en - wanneer we ons niet vergis
sen - „Loodsje" als man van het
visserslatijn. Naast de heer Zijlstra
staat de heer Joh. Boorsma, koop
man in wollen garens en op de hoek
zoals we zelf al schreven, de heer
J.M. Kingrna van Kingma's Bank.
t LID..DSOGISTiN- ASSOCIATIE"
A. R. van Dantzig
B. B. van Dantzig-Postuma
APOTHEK ERS-ASSISTENTEN
Jan van Scorelstraat 55
Telefoon 22495