D ENAULT
II OSIER
onzedierenvriendenonzedierenvriendeno
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR
NAAR
Lezers klommen in de pen
DE STIENSER WEG
Na het café kwamen toen nog drie
woningen aanéén, vlak aan de weg
en dan weer zo'n onmisbaar „jiske
gat". Dan kwam echter ruim zicht
tot bijna aan de Dokkumer Ee en
Spanjaardslaan; slechts een paar
boerderijen belemmerden het uit
zicht een beetje. Het nu volgende
weggedeelte was weer aan beide zij
den met een dichte boommantel
begroeid, die met de zware iepen
er voor zorgde dat het 's nachts en
ook 's avonds, vooral bij donkere
paarden, soms voorafgegaan door
een wagen met kleinvee. Dit alles
werd naargelang de tijd van het jaar
afgewisseld door kudden schapen
en lammeren, soms wel honderd
stuks groot. Geen getoeter en ge
knal maar wel veel geblèr. Ook
bleef de weg niet altijd schoon;
open lakschoentjes waren er toen
naar ik meen nog niet.
Even voorbij de „Kleine Bontekoe"
was weer een „pijpke" onder de
weg door voor waterlozing in een
tochtsloot die verderop in de Oude
meer uitkwam. Tegenover het Scha-
zomers ging maaien en hooien,
want van een weekloon van zes of
zeven gulden kon je ook toen geen
grote sprongen maken. Zo mogelijk
ging er dan een stukje Amerikaans
spek mee in het etenskistje om het
roggebrood wat smakelijker te ma
ken. Nu had dat spek de vervelende
eigenschap om wel eens wat tranig
te wezen en soms ook onfris; het
transport en de opslag waren ook
minderaan keuring onderhevig dan
tegenwoordig. Daarom hadden de
arbeider en zijn vrouw na lang be
raad besloten zelf een „bargje" te
Het waren allemaal boerenwagens en hondenkarren - in de tijd van toen op de weg. Een bekende verschijning was
de bolkoerrinster, zoals deze, die in 1927 werd gefotografeerd. Zou er nog ergens zo'n schilderachtig wagentje zijn?
maan, aardedonker kon zijn; want
straatverlichting was er alleen maar
tot aan de Landbuurt. Bij het eerste
landhek aan de linkerkant waren
een paar open schapehokken ge
maakt, waar vooral op donderdag
grote kudden schapen naar toe wer
den gedreven. Vrijdagsmorgens ging
het dan in de vroegte naar de vee
markt. Aan ons dan het plezier mee
te helpen en een paar snoepcenten
in te pikken; voor een cent deed je
toen heel wat!
Nu ik het toch over veedrijven heb
mag de bedrijvigheid op donderdag
vrijdag en soms dinsdag wel even
genoemd worden. Vooropgesteld,
er reden geen auto's, een heel enke
le fiets maar wel vrachten boeren
wagens, hondenkarren en enkele
personenwagens waaronder een met
een vrouwelijke „voerman"; Hemke
die vele jaren in weer en wind haar
passagiers uit de Bildt dorpen naar
Leeuwarden bracht.
De meeste vrachtrijders zoals Van
Broek van Jelsum, van Dijk van
Britsum en Bij de Leij van Stiens
deden hun werk met de hondenkar;
voor tien hele centen werd een zak
meel of een kist lijnkoeken mee
naar het dorp gebracht en thuis
bezorgd.
Het meeste vertier boden vaak de
lange rijen koeien, hokkelingen en
pedykje stond toen de renteniers
woning met wagenhok, deze is voor
een paar jaar ten behoeve van de
nieuwe rondweg afgebroken. Hier
woonde een oude rentenierend boer
S S. Boelstra.
In de richting van de Dokkumer Ee
voorbij het Jelsumerbinnenpad, een
koemelkers bedoening met hokken
en hooiblok, waar Yme terpbaas
woonde - in die dagen werd de
laatste terpmodder langs de Oude-
meer naar de Ee afgevoerd.
Op de afgegraven en ondergelopen
terp hebben we nog wel geschaatst
en als ik me goed herinner is er ook
een keer ijshockey gespeeld. Van
de terp liep langs de nu nog be
staande boerderij een pad naar de
Drie Ducatons, de koemelkerij van
Alves. Verderop naar het oosten
kwamen dan gardenierstuinen aan
de Ee, met aan de overkant Snak-
kerburen. Over dit buurtschap een
verhaaltje, dat ik van een oogge
tuige hoorde. Een losse arbeider die
om wat extra er bij te verdienen
SPANJAARDSLAAN 162 - LEEUWARDEN - TELEF. 05100 - 20043
mesten, er werd een hokje getim
merd en een beestje gekocht uit de
schrale beurs. Men had toen nog
niet zoveel last van gemeentever
ordeningen, die elk particulier ini
tiatief de kop indrukken. Het met
moeite betaalde voer had tot resul
taat dat in de herfst een paar
„fynezijdjes" spek in de schoor
steen hingen te roken.
Dat zou straks bij het maaien smul
len worden. De winter kwam, de
inkomsten waren schraal en het
lange slechte voorjaar met weinig
werk en inkomsten bracht de vrouw
tot de verleiding om ook de afge
sproken portie spek, bestemd voor
de „ongetyd" aan te snijden. Resul
taat; toen die tijd aanbrak was de
schoorsteen leeg. De man wist van
niets, maar hij moest toch spek mee
naar het land hebben, dus moeke
ging stiekum naar de winkel om
Amerikaans spek.
De lange eentonige dagen om met
de scherpe zeis het gras zwee aan
zwee te slaan braken aan en in het
„poepe tintsje" werd begerig de
spekbrogge naar binnen gewerkt,
wat onze maaier de opmerking tot
zijn maat ontlokte; „eigen spek is
toch gans lekkerder dan Ameri
kaans spul, skielijk mar wer een
bigge op het hok".
Een volgende keer nog wat over de
westkant van onze oude straatweg
waar ook heel wat is veranderd.
Oud Stienserdijker
MULONEZEN I
Naar aanleiding van de foto van leer
lingen van de Muloschool aan de
Wissesdwinger, in het Kleine Krant-
sje, wou ik graag wat verbeteren en
aanvullen.
De foto is in 1923 gemaakt. Het zijn
leerlingen van een van de eerste klas
sen.
Het meisje naast Hanny Röben heet
niet Ali van Wijk, maar Alida van
den Steen en ze woonde inderdaad
bij de Veestallen. De jongen op de
bovenste rij, tussen Henk Uilenburg
en Jan Tadema heet niet Gradius
Zeilstra, maar Gerardus Seinstra.
De jongen uit Jorwerd is Christiaan
Iedema. Het onbekende meisje op
de hoek Akke de Vries en de andere
Akke heet Akke van der Veen.
Leeuwarden
Mevr. Y. Drijfhout-De Vries
MULONEZEN II
Van een kennis kreeg ik no. 105 van
het Kleine Krantsje met een foto
van een klasse van de Ulo aan de
Wissesdwinger, waar ik zelf ook op
afgebeeld sta.
Hierbij een paar aanvullingen en rec
tificaties:
Het was niet de tweede of derde klas,
maar de eerste klas, (schooljaar
1922-1923.)
Eerste rij, een jongen uit Jorwerd
Christiaan Ale Iedema; tweede rij
Ale van Wijk moet zijn Ali v.d. Steen
tweede rij, (dochter van Otto de
Vries) moet zijn (dochter van Bar-
tlomeus de Vries), Otto was haar
oom; derde rij, onbekend meisje is
Akke de Vries; derde rij, Akke is
Akke van der Veen; derde rij, Ymie
de Vries moet zijn Ymie Peters;
vierde rij, Gradius Zeilstra moet zijn
Gerardus Seinstra (zijn vader was
boer in Oudkerk).
Groningen G. Rijpstra
GROTE VERRASSING
Ten eerste mijn hartelijke dank dat
u het stukje (Houtstraten) geplaatst
heeft. Daardoor kreeg ik afgelopen
week bezoek uit Utrecht van mevr.
Atti Poelsma-v.d. Meulen, ook ge
boren in Leeuwarden. Die bracht
mij een prachtige broche van mijn
moeder (reeds 27 jaar overleden).
Daar ik jaren in't buitenland heb ge
woond had ik geen enkel persoon
lijk stukje of sieraad van mijn moe
der. Door samenloop van omstan
digheden kreeg mevrouw Poelsma
het jaren geleden. Zij kwam het mij
nu persoonlijk brengen. Wat dit
voor mij betekende kan ik moeilijk
onder woorden brengen. Wat had
den we hier bij mij in Sittard een
heerlijke dag, met alle herinneringen.
De foto die ik u inmiddels opstuur
de (3de klas school 14) daarover
nog een verbetering, achteraan links
zoals ik schreef (in de klas) zit niet
Hessel maar Andries v. Hespens.
De foto dateert van '30 of '31.
Sittard
Mevr. W. Leiner
OLDEGALILEEN
Als abonnee van het Kleine Krant
sje, zou ik graag eens willen weten
wat de naam of straatnaam Oldega-
lileën betekent en de Kloostersteeg.
Een Abonnee
De namen Oldegalileën en Kloos
tersteeg herinneren ons aan het
Fransiscaner- of Minderbroeder
klooster Galileèn of Galilea, dat
omstreeks 1472 ten noorden van
de stad ter hoogte van het huidi
ge Kloosterburen werd gesticht
door het echtpaar Tjomme Oe-
nes Wiarda uit Goutum. Al in
1498 bij het beleg van de stad
werd het klooster naar de veili
ger binnenstad verplaatstvan
daar de naam Galileër Kerkstraat
De vroegere Galileërkerk, die ge
staan heeft op de plaats van het
huidige Telefoondistrict, was
voor een deel nog een overblijf
sel van de kapel van het Minder
broederklooster.
Red. 't KI. Kr.