HUMOR UIT DE OUDE DOOS VERSCHEIDENHEID UIT VROEGER TIJD 't Sjifeine <%lanfóje CURIUEZE FOTO VAN JULIANASCHOOL 12 'T KLEINE KRANTSJE Gemaakt op dag van opening Wetenswaardigheden voor burgers van stad en land PAPIEREN WIELEN Vroeger reeds deelden wij mede hoe men in Amerika de kunst had uitgevonden om wielen voor spoor wagens te vervaardigen uit bordpa pier: vele bladen werden daartoe op elkander gestapeld en dan door eene zeer sterke hydraulische druk king tot eene ijzersterke massa ver- eenigd. En zooals 't gewoonlijk gaat met het bericht der vinding kwam ook dat van hare gelukkige toepas sing over zee. Thans hoort men daaromtrent slechter noten kraken. Sedert 1881 hadden eenige Duitsche spoorwegbesturen papieren wielen ingevoerd, vooral voor wagons-lits; de beweging toch was op deze veel zachter dan om gewone wielen. Maar toen later eene ontsporing had plaats gehad van een wagen met papieren wielen, werd naar den toestand van allen een onderzoek ingesteld en het bleek toen, dat zij aan den omtrek tallooze spleten hadden die tot 330 mm lang en 90 mm diep waren. Vooral wielen, waarop de rem had gewerkt ver toonden dit gebrek. Naar men ver neemt zullen dan ook de oude wielen voortaan daar niet meer worden gebruikt voor wagens, die geremd worden en zullen er geene nieuwe worden aangeschaft. KRACHT VAN DEN ZWAARDVISCH In Mei van het jaar 1888 passeerde het Noordsche schip Prins Euge- nius, op reis van Montevideo naar Quebec, het eiland Fernando de Noronha, toen men opeens een hevigen schok voelde, die door eene trillende beweging van het gansche vaartuig werd gevolgd. Het was te donker dan dat men kon onder scheiden op welk voorwerp men had gestooten, maar den volgenden dag bemerkte men dat het schip een lek had en gedurende de gan sche verdere reis moesten de pom pen aan de gang worden gehouden. Bij het lossen van het schip te Quebec zag men dat het zwaard van een zwaardvisch door de kiel stak. Toen later het schip te Green ock werd gedokt, bleek het dat het afgebroken deel van het zwaard door de koperen huid en een 15 centimeters dikke plaat van vuren hout was heengedrongen en dat het 28 centimeters diep in het schip stak. DE LACHENDE SCHEDEL In Ierland leefde eens een toneel speler, Elefanus genaamd, wiens ge laat „de belichaamde klucht" kon genoemd worden. Niemand kon hem aanzien zonder in lachen uit te barsten, al was hij ook in de aller wanhopigste stemming. Elefanus stierf en werd begraven en na jaren werd zijn gebeente opgegraven, dat voor een ander lijk plaats moest maken. De doodgraver plaatste den schedel op een steen. Eenige voor bijgangers lachten zoo luid, dat de doodgraver omzag. Daarbij viel zijn oog op den schedel van Elefanus en nu begon ook hij te lachen, zoodat hij niet meer kon voortgaan met graven. Een lijkstoet, die de plaats voorbijkwam en den schedel zag, kon zich evenmin bedwingen en ging meesmuilend, straks lachend, voort, 't Verhaal wil, dat de schedel lang bewaard is gebleven, maar on naspeurlijk verdwenen is. Misschien werd hij verlegen met de zonder linge rol, die hij speelde. LEEST IEDEREEN EEN COMPLIMENT „Wat is dat gravin, rijdt u op een ezel? En bent u niet bang, dat het dier er met u van door gaat? „Maar dokter, we kennen elkaar nu al zoo lang. U moet toch al genoeg ondervonden hebben, hoe goed ik met ezels weet om te gaan". WEER GOED GEMAAKT Een gastheer, die erg zenuwachtig was en niet veel ervaring had, stond haastig op, nadat een der gasten een lied had gezongen. „Dames en heeren", zeide hij, „voor mijnheer Meier begon vroeg hij mij zijn verontschuldiging te maken voor zijn stem, maar ik vergat het en daarom doe ik het nu! OOK EEN KRITIEK Dichter: „Wat denkt u, dat ik voor het gedicht krijgen zal? Uitgever: „Nu, ik denk vijftig gul den." Dichter:„Dat is meer dan ik ver wacht had." Uitgever: „Ja, ik bedoel vijftig gul den of tien dagen hechtenis." OM RIJK TE WORDEN A.: „Er zijn duizend wegen om rijk te worden." B.: „Doch maar één fatsoenlijke." A.: „Zoo, welke is dat dan? B.: „Zie je wel, ik wist immers wel, datje dien niet kende." DACHT JE DAT In een theater kwam een opgewon de Tweebaksmarkt), nu tandarts in 's Hertogenbosch en Gerlof Alvis van de Drie Ducatons in het joden- land, overleden. Tweede rij, knielend van links naar rechts; Ph. Walta (van de gemeente- werf aan de Eebuurt), kleermaker; Rudolf de Jong (van het Vliet); Herman Sips; Hendrikus Hulscher, nu kleermaker; Frans Swart (van de kruidenier van 't Vliet), nu inkoper bij V. en D.; onbekend; Thomas Fransen (van de Willemskade), nu werkzaam bij de r.k. Bond van Aan nemers; Julius Damsma (van het Molenpad, overleden; Dick Vossen- berg (van de Nieuwestad), uit zaken en Han ter Horst (van de Brol), ook den man binnen en vroeg een plaats- kaart. „Het spijt me zeer", zei de directeur „maar ik kan u geen biljet geven." „Maar ik betaal de plaats toch," protesteerde de man. „U krijgt geen toegang." „En waarom niet? „Omdat u beschonken is." De man keek met een blik van ver achting naar den directeur en zeide: „Dacht jij dan, dat ik in jouw theater kwam zitten als ik nuchter was? Iemand, die den tijd heeft De dokter zegt, dat mijn pols te langzaam gaat, maar wat geeft dat, als je tijd in overvloed heb. ZIJ GAF HET NOG NIET OP Zij hadden kwestie gehad. En hij wilde het nu weer goed maken. Hij uit zaken. Derde rij, staand, van links naar rechts: Hem Spoelstra, nu kapitein op de Rijnvaart; Meyer van Putten; Koos van Doesem (van de Tweebaks markt), winkelier in huishoudelijke artikelen; Gerard Rolf (van de Pe perstraat), nu emeritus pastoor;Paul Roling (van de Wirdumerdijk), uit zaken; André Joosten (van het Heerenwaltje, hoek Nieuwestad); Herman Hulscher, nu kleermaker; Ludwig Voss (van de Nieuwestad, boven Bückers) en Jacob Boersma, later geëmigreerd. Tenslotte vierde rij, staand van links naar rechts: Bernard Rodenburg, overleden; Bertus Scheffer; onbe kwam dus thuis met een sierlijk pak je en hield dat op de rug terwijl hij zeide: „Hier heb ik nu iets voor iemand, waaraan ik meer denk dan aan wie ook ter wereld! „O, sigaren," zeide zij. BREEDE EXPLOITATIE De eene keukenmeid tot de andere: „En gierig is mijn mevrouwdat is bijna niet om te gelooven. Het eerste aftreksel van de koffie neemt zij; het tweede is voor haar man, het derde moet ik op drinken (als ik zoo stom was) en uit het dik gaat zij dan nog de toekomst lezen." ZIJN KRITIEK Zij (sterk gedecoletteerd): „O, wat is het hier frisch. Ik vrees hier keel pijn te zullen opdoen." Hij (brommerig): „Dat zou niets zijn, als je maar niet tegelijk kou op je maag vatte." GELIJKE OMSTANDIGHEDEN Vrouw (uit het venster, als haar man 's nachts om drie uur thuis komt): „Man, ik kan geen woorden vinden Hij: „En ik dat vervloekte sleutel gat niet." KINDERGELUK „Zeg Jan, bij ons thuis is de water leiding bevroren en nu behoef ik niet in 't bad! kend; Chris Westerhof, nu in sani tair; Frans van der Weide (van de slagerij aan de Voorstreek), nu in slagersbenodigdheden; Gerard Hoe ben (van „de metalen"), overleden; Johan van Hulsen, nu adjunct direc teur van een pharmaceutische fa briek in Oosterwolde; Nico de Jager en Lou Bleeker, overleden. De andere klassen van deze gloed nieuwe Julianaschool aan de Twee baksmarkt, werden - aldus onze be richtgever - bevolkt door leerlingen van de r.k. school van de bekende meester Bresson in de Speelmans straat. mmtmm Vandaag in onze serie schoolfoto's Het moet bij de Bescherming Bur- een zeer interessante plaat van de gerbevolking in Sneek zijn gebeurd, r.k. lagere en Muloschool „Juliana" dat een commandant hevig geirri- aan de Tweebaksmarkt, genomen in teerd raakte door de uitgesproken 1911 bij de opening van de school, luiheid van de zes mannen, over wie We zien de leerlingen van de eerste hij de leiding had. „Nou heb ik een klas, toen ongeveer zes, nu om en karweitje voor de luiste van jullie de bij vijf en zestig jaar oud. De on- allemaal" zei hij tenslotte meteen derwijzeres is mej. Hannie ten Brink, duidelijke spot in z'n stem. „Laat nu zuster Dominicanes, de luiste maar naar voren komen". Slechts vier namen ontbreken in de Met een schaapachtig gelach deden hiernavolgende opsomming: zittend vijf van de kerels een stap vooruit, van links naar rechts: Gregor Post- maar de zesde bleef rustig staan. ma (van slagerij Weaze), nu gemeen- „Waarom kom jij nou niet naar teambtenaar Nijmegen; onbekend; voren? vroeg de commandant wat onbekend; Cees de Wijs van de Hoi- verbaasd. „Omdat ik daar te lui landerdijk, overleden; Frans Mons- voor binantwoordde de vlerk. ma; Jan Rolf van der Baumen (van

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 12