T KLEINE KRANTSJE Het kan niet lang meer duren, dan ze eens aan oude en niet of nauwe- ten tegen de grond moeten om een zal er van het oude Leeuwarden lijks meer te bewonen woningen be eind te maken aan vaak onhoudba- weinig over zijn. In de kleine kwart- zat. re woontoestanden; we weten ook, eeuw, die er nu sinds de bevrijding Oud Leeuwarden is een stervende dat velen tere herinneringen bewa- verstreken is, zijn hele wijken, hele stad, waarvan het verscheiden tege- ren aan alle hoekjes, die zo rigoreus straten en stegen gesaneerd en ver- lijk wordt toegejuicht en betreurd - werden en nu ook nog worden ge loor de stad een groot deel van wat we weten nu eenmaal, dat de krot- sloopt. Terwijl we het nieuwe Leeuwarden met z'n heldere woonwijken indruk wekkend zien verschijnen, gaat de oude stad met z'n overwegend smoe- S|g||, zelige huisjes haast ongemerkt van -v- ons heen - pas wanneer we eens alle gesloopte straten en stegen gaan tur- ÊM ven' rea'iseren we ons, hoe ontzet- mm p tend veel in die toch betrekkelijk *k: ste grote saneringsproject, dat de ge- Waar nu de nieuwbouw staat van het kantoor van de Algemeene Friesche meente na het vertrek van de Duit- aan het Oldehoofsterkerkhof, lag tot voor enkele jaren de Witte Kousen- sers uit ons land kon aanpakken, buurt, twee haaks op elkaar staande korte rijen onder- en bovenwoningen, was dat van de Weerklank, het laby- Toen deze foto van het laatste onbewoonbaar verklaarde, maar toch nog be- rinth van straatjes en steegjes tussen woonde huis werd gemaakt, lag de rest van de Witte Kousenbuurt al hele- de Oostersingel en het Noordvliet. maal in elkaar. De Witte Kousenbuurt was alleen bereikbaar door een brede Bijzonder vlot, in de tijd van drie steeg, die liep langs het huis, waar eens de bekende koeiedriefster Lydia jaar tussen 1946 en 1949, werden Bom heeft gewoond. hier alle huizen ontruimd en ge- sloopt - niets bleef er over van de Het is natuurlijk ondoenlijk al het oude te bewaren, maar wie kan niet met ons meevoelen, wanneer we zeggen, dat het toch jammer is, dat ook zo'n werkelijk schilderachtig hoekje als dit voor de stad verloren ging? Dit is een stukje van het Bagijnekloosterdat gele gen heeft tussen de Bagijnestraat en de Bollemansteeg. Door verschillende kleine steegjes bereikbaar vormde het Bagijneklooster een ideaal oord voor de verstoppertje-spelende jeugd; van hier konden de jongens en meisjes wegvluchten naar de Bollemansteeg, maar ook naar de Grote Kerkstraat en de Bagijnestraat. Op de plaats van deze woninkjes staat nu een deel van Jongbloeds drukkerij. Een van de buurtjes van de Weerklank, waarover in de tekst gesproken wore Istee bewoners best even voor hem in de houding staan. Ook van de hieronder afgebeelde reeks huizen staan geen er o, helemaal tegen de grond gegaan, nadat eerst tal van kleine j al: slopershamers gevallen waren. Voor het maken van deze p nog? de bomen op de achtergrond zijn die op het bolwerk bij d( is.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 6