HUMOR UIT DE OUDE DOOS 11 'T KLEINE KRANTSJE DE LEEUWARDER POLITIE JANUARI 1907 Klaagt Janke Kooistra, vrouw van J.Z., wonende aan de Keizers gracht no 39, dat haar man. die beschonken is, haar buiten de woning heeft gezet. Door bemiddeling van den poldnr. 2e kl. Botter heeft Z. zijne vrouw weder binnengelaten. Is Frans Dijkstra, geboren te Leeuwarden, den 20 Januari 1892, los werkman, wonende aan de Baljeebuurt, na te zijn ontnuch terd, door den heer Commissaris van Politie ontslagen. Proces verbaal wordt opgemaakt. Klaagt R.A. Z., oud 49 jaren, wonende aan de Amelandsstraat, dat hij hedenavond eenigen tijd heeft vertoefd ten huize van Teertske B., wonende eveneens aldaar en dat hij, buiten geko men, zijn geldzakje, inhoudende ruim f 17.- vermiste. Na onder zoek blijkt dat klager het geldzakje met f 17.52 1/2 nog in zijn bezit had. Het zakje bevond zich op klagers borst tusschen zijne onderkleederen. Wordt telefonisch kennisgegeven door den hotelhouder Vermeu len, dat hij in den afgelopen nacht veel hinder heeft gehad van een hem toebehoord hebbende hond, thans in het bezit van den tierhuishouder Godhelp, wonende aan de Heerestraat alhier, welk dier op hinderlijke wijze blafte en jankte voor klagers in richting. Hij verzoekt waarschuwing en toezicht. Wordt telefonisch kennisgegeven door den slager Van der Woude, wonende aan de Breedstraat, dat herhaaldelijk op de ruiten van zijn winkel geslagen wordt en een man, naar hij meent Arjaan Deinema, om zijn huis slentert. De poldnr 3e kl. Kramer, op onderzoek daarheen gezonden, meldt bij terugkomst niemand in den omtrek te hebben waargenomen. Rapporteert de brigadier Ynia, dat hij met den brigadier Terveer, van 1 uur af van den Groningerstraatweg (Gebouw van de Coöpe ratieve Winkelvereeniging) langs Voorstreek, Tuinen en Grachts- wal tot aan de Schrans een 50 tal personen, komende van het feest van „de Jonge Brinio" en die aan de Tuinen begonnen te zingen, doch op de nadering der politiedienaren daarmee ophiel den. Aan de Schrans ging de troep uiteen. Brengt de poldnr Bouma terzake openbare dronkenschap een onbekende man, niet in staat opgaven te doen, die aan de Nieuwe- buren op straat lag. Ter ontnuchtering in bewaring. (Bezit f 0.56) Klaagt Gijsbertus van Lenning, wonende aan de Kleine Hoog straat, dat zijn schoonvader, D. Woude, wonende aan de Schrans, hedenavond aan zijn woning is gekomen en hem heeft gescholden voor „afzetter" Door tusschenkomst van den poldnr 3e kl. Oost heeft de hotel houder Cohen aan de Langemarktstraat binnengelaten zijne dienstbode Trijntje van der Zee, oud 17 jaar, die uitgebleven was, en aanvankelijk door Cohen niet werd toegelaten in zijne woning. Rapporteert de poldnr 3e klas Wagenaar, dat even bevorens de heer Brinkman, wonende aan de Tweebaksmarkt no 56, die zijn huissleutel vergeten had, met behulp van een ladder van de brand weer, door een raam in zijn woning is geklommen. Op gevraagde assistentie is de poldnr 3e kl. Leertouwer op on derzoek gezonden naar het koffiehuis van Vlietstra aan de Oos terkade. Genoemde poldnr rapporteert bij terugkomst, dat in gemelde herberg door een der bezoekers Lolke van der Veer, kaasventer, wonende aan het Zuidvliet, werd beweerd, dat hij aldaar zijn portemonnaie met geld was kwijtgeraakt. Even na dat genoemde poldnr aldaar was binnengekomen viel de vermiste portemonnaie van den stoel, waarop Van der Veer gezeten was op een oogenblik, dat hij opstond. Komen drie, onder drankinvloed verkeerende bezoekers, genaamd Fokke de Vries, Tetman Feitsma en Ritske Frederik van der Meer, die bij het hiervoor gemuteerde, tegenwoordig waren. Zij achten zich gekrenkt door de bewering van Van der Veer, dat deze zijn portemonnaie zou zijn kwijtgeraakt in het bovenvermeld koffie huis toen ook zij daar tegenwoordig waren en beklagen zich thans hierover. Aangezien ieder afzonderlijk zich niet persoonlijk beleedigd kan achten, zijn zij heengezonden. Deponeert de poldnr 3e kl. Tadema een gummi-bal, waarmede eenige onbekend gebleven jongens, die de vlucht namen, voetbal speelden in de Breedstraat, waardoor de ruiten van de aldaar gelegen woningen gevaar liepen. Door den poldnr 3e klas Van Oosten is te pint 8 u van de Nieuwe- buren naar zijne woning aan de Bargejagerssteeg no 102 gebracht: Dirk Conrado, koopman in hoededoozen, die in kenlijken staat van dronkenschap verkeerde. Proces verbaal wordt opgemaakt. Door Klaas Ozinga, los werkman wonende aan de Wisscsdwinger no 18 bov. wordt toezicht verzocht, aangezien hem ter oore is gekomen, dat Cornelis de Jong, wonende aan de Blokhuissteeg, plan heeft hedenavond bij klager den boedel stuk te slaan. Den posten is toezicht gelast. Heeft de poldnr Ras zich ziek gemeld en is ingerukt. Klaagt C. Polak, wonende aan de Bagijnestraat, over Jan de Boer, loopjongen bij den slager Kooistra, aan de Kleine Kerkstraat, die klagers dochter met sneeuwballen gegooid en uitgescholden heeft. ALTIJD ZEEMAN Oude matroos (tegen zijn vrouw): „Kaatje geef me een paar andere kousen; deze zijn lek." ONBEREKENBAAR Vrouw: „Onze keukenmeid heeft eene bijzondere berekening van tijd". Man: „Zoo, hoe dan? Vrouw: „Als ze een half uur gewerkt heeft, dan zegt ze vier uren te hebben gewerkt; maar blijft ze vier uren uit, dan zegt ze maar een half uur uit geweest te zijn". AANBEVELING Huwelijksmakelaar (tot dame): „De bewuste heer heeft ook nog 'n bijzon der goede eigenschap, hij is Zondagsruiter en dus zeker volstrekt niet eigen zinnig! NIET ZO ERG Jonge vrouw (tot haar gast, een officier van justitie): „U eet met een ge zicht of u dadelijk een jaar gevangenisstraf tegen mij zoudt eischen". Gast: „God bewaar mehoogstens zes weken". ONDER GOEDE VRIENDINNEN „Verbeeld je lieve Olga, voor acht dagen heb ik den griffier pas leeren ken nen en gisteren zijn we verloofd". „Nou voor een beginneling is dat al heel aardig". EEN BEETJE VERWAAND „Weet u soms het nummer van het bankbiljet van duizend gulden, dat u ontstolen is? „Maar wat denk je dan, dat ik den heelen dag niets anders doe dan de nummers van bankbiljetten noteeren? TEGENSPRAAK Reiziger: „Ik wenschte den dokter een offerte voor mijn wijn te maken." Vrouw des huizes: „Mijn man is nu niet te spreken, hij heeft zijn spreekuur." KNEPEN VAN HET VAK „En hier, dames en heeren, ziet U tenslotte het portret van de lieftallige Ba rones Amadea van Roozenmonde, geboren Gravin van Indenlande tot Hoog- woudeZooals U weet(!) kwam zij op hóógst treurige wijze aan haar einde, tengevolge van haar schraperigheid. U wilt, dames en heeren, nu wij aan her einde van onze rondgang zijn gekomen, met dit afschrikwekkende voorbeeld voor oogen, zeker wel aan de gids denken

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1970 | | pagina 11