t 3^-leim ^tCrantoje leeót iedereen IN EEN OUDE BUURT Het Pieterseliewaltje, zoals het vroeger was: een romantisch hoekje met water en bootjes en bomen. Op de foto hieronder de Oldegalileën met de gekortwiekte molen van de HoatpoS*. Dek, Johannes Stienstra en Hessel Elsinga van een buurtclub voor het Oldegalileën - ongetwijfeld een van I fle eerste buurtclubs in onze stad. Iedere zomer trok de buurt in dit verenigingsverband er een dag met een boot op uit en iedere winter I was er een klinkende feestavond; I soms in het Blauwhuis, soms in Stadszicht. Wie er toevallig niet heenging, werd in ieder geval wel I gewaar, dat de feestavond goed was I geslaagd, want het gemeenschaps- I gevoel van de buurtbewoners reikte I nimmer zover, dat de feestgangers I in de vroege morgenuren geluidloos I huiswaarts keerden. BUIDEL MET CENTEN... I Wel weer sterk sprak het gemeen- Ischapsgevoel op de eerste dag van ieder nieuw jaar. De chichoreifabri- kant Sierk ter Horst placht dan bij zijn fabriek met een buidel centen klaar te staan in afwachting van de komst van een stroom jeugdige nieuwjaarwensers, die altijd in toom gehouden moesten worden door de toen ook al aanwezige Jan Elsinga. Deze Jan Elsinga mag een mensen- I leven in hetzelfde huisje hebben I gewoond, er zijn meer families, die jaren trouw bleven aan hun geboor- I tegrond, die - zoals de arbeider I Tiemen Talhout - met een hard- I nekkige regelmaat verhuisden - van het Pieterseliewaltje naar de Steen- I houwerij en van de Steenhouwerij I naar het Oldegalileën - maar die I nimmer de band verbraken met hun geliefde buurt.Andere gezinnen ble ven tientallen jaren lang hangen in dezelfde steeg, in dezelfde gloppe. Zo woonden de bloemenventers Schiphof in het Panwerk, de Rau- werda's en de Van Merode's hoor den thuis in Kloosterburen, de Westra's in de Kloostersteeg. En nog zullen er op deze plaats, waar eens het klooster Galileï stond, mensen wonen, wier ouders er wer den geboren, wier groot- en over grootouders er hun hele leven heb ben geleefd. Het zijn de echte „Ouwegeleisters", die voor geen goud zouden willen verhuizen naar een andere streek van de stad, die alle hoeken en gaten van hun lang gerekte straat wel kunnen dromen en die hun buurt liefkregen als hun eigen kinderen. De chichoreifabriek, die stond, waar nu de darmenschrabberij is van De Wied, vlak bij de Kloostersteeg, waar de jongens op de zondagen gokten en waar ze tiepelden en met noten schotén - noten, die zwaar en keihard waren, omdat ze ze met lood hadden gevuld - is allang ver dwenen, evenals de pannenbakkerij en al die molens langs de rivier en met deze industrieën verdween ook veel van de fleur uit de straten en stegen aan deze kant van de Ee. Ook het vreemde bedrijfje van Luma, wiens vrouw als marketentster met vaatjes jenever liep en die zelf was- baas voor de soldaten was en z'n drooglijnen spande over een oud scheepshellinkje aan het eind van het Pieterseliewaltje, ook de kroeg jes van Tjibbe Nestra en van Thomas Postma, wiens zaak later in handen van zijn schoonzoon Petrus van den Akker kwam, ook het jongensspel, het tiepelen, het notenschieten en het landjekappen, attracties, waar van de Oldegalileester jeugd van nu geen weet meer heeft. HERINNERING... Wanneer de woningnood tot het verleden gaat behoren, zal deze hele wijk op het nog hechte Mariahof met zijn aangrenzende huizen na, vroeg of laat wel worden gesaneerd en worden de haveloze, maar niet onromantische hoekjes, die de buurt nu nog een eigen gezicht geven, tot herinnering. Zoals bijna alle mensen en alle bijzondere gebeurtenissen van een jaar of vijftig geleden nu nog alleen maar voortleven in de herinnering: de blikslager Eerde van der Hoek Sinning, die helemaal aan het eind van het Oldegalileën werkte in wat men noemde de „Wijde Steeg" en die vermaard was, omdat hij zo mooi kon vertellen, de „Honnekop die woonde, waar later ruimte voor een straat naar het Mariahof moest worden gemaakt, „Jut en Jije", man en vrouw en bij ieder bekend in deze hoek en al die andere, voor een deel al vervaagde figuren, die hier hebben gewoond en gewerkt.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 7