MARTEN SINNEMA:
VISBOER en MUZIKANT
9
Köïi je zingen dan asosg je moe
LIEDJES UIT VROEGER TIJD
JOZEPH HATKUYTER
HE JOU DIE NOG KANNEN
t Vileine ^ICrantóje leeot iedereen
ONAANGENAME SPELLETJES
OMDAT HET ZOO HARD REGENDE, BEDACHT EEN VAN
HET GEZELSCHAP PENSIONGASTEN, DOOR EEN GEMEEN
SCHAPPELIJK SPELLETJE DE REGENVERVELING TE VER
DRIJVEN. WIE HET ZUURSTE GEZICHT TROK, ZOU ALS
WINNAAR WORDEN AANGEWEZEN. NADAT IEDER VAN
HET GEZELSCHAP ZIJN ZUURSTE GEZICHT GETROKKEN
HAD, WERD EEN MET ALGEMEENE STEMMEN ALS WIN
NAAR UITGEROEPEN. MAAR DIE ANTWOORDDE: „IK
HOU NIET VAN ZULKE SPELLETJES. IK HEB NIET EENS
MEEGEDAAN.
(1912)
DRINKLIED
Hoe kommerloos ik vroeger was,
dat ben ik schier vergeten;
ik dronk en zong bij menig glas;
'k wil niets van liefde weten,
De natte tafel was mijn schat,
van dirre-van dirre dom dijne,
bij ferme vrienden van het vat,
van dirre, dom da.
Nu loop ik liever gansch alleen
Zit in een hoek te monken
Ben ik een man, wel neen, wel neen,
Zoo diep ben ik gezonken!
De vrienden vragen: „Wat is dat?"
Van dirre, van dirre dom dijne,
De ferme vrienden van het vat,
Van dirre-dom da.
Twee oogskens lief heb ik ontmoet
zoo lief, zoo rein, zoo wonder,
en sedert spookt het in mijn bloed,
ik ga er van ten onder
O, dat ik weer mijn plaatsken had,
Van dirre, van dirre dom dijne,
Bij ferme vrienden van het vat,
Van dirre, dom da.
Meneer Jozeph Hatkuijter, was een
gewiekst en succesvol zakenman.
Een auto-didact, die niks en nie
mand ontziende, al een heel mooi
eindje de maatschappelijk ladder
opgeklauterd was. Nu gebiedt de
eerlijkheid te zeggen, dat hij deze
hoge sport in de eerste plaats had
te danken aan zijn harde arbeid en
zijn noeste vlijt.
Zo hard en zo noest dat hij zelfs nog
nimmer tijd had kunnen vinden
eens uit te kijken naar een hem
passende echtgenote, ofschoon hij
de huwbare leeftijd al ettelijke
jaartjes was gepasseerd.
De klassieke weg - tennisveld, par
tijtjes, dansavondjes of verenigings
leven - nam hem te veel tijd in
beslag en... tijd is geld.
Als modem en met zijn tijd mee
gaand zakenman had hij, vansels,
het volste vertrouwen en de on
feilbaarheid van de computer.
Op zekere dag stapte hij dan ook
naar een ultramodern huwelijks
bureau, waarvan als je de annonces
in maand- week- en dagbladen
mocht geloven, de computer reeds
onfeilbaar, honderden gelukkige,
heel gelukkige en zeer gelukkige
huwelijken tot stand had gebracht.
Afijn, op zekere dag stapte Jozeph
Hatkuijter dan ook dat bureau bin
nen en zette in enkele sobere be
woordingen zijn doel en wens uit
een.
De directeur hoorde hem geduldig
aan, knikte vaderlijk begrijpend.
„We zullen even zien" zei hij, nam
een soortement briefkaart met al
lerlei kleine en grotere gaatjes en
stopte deze in de computer. Het
ding, zoemde, klikte, tikte, belde
tenslotte en keurig getypt wipte
de kaart automatisch in het daar
voor bestemde vakje. We zullen
zien" - zei nogmaals de directeur -
en gezamenlijk lazen ze de op de
kaart voorkomende gegevens.
Naam: Reina Sophia La Fleur: ou
derdom 24 jaar; haar: goudblond.
Maat taille, zoveel, iets hoger zoveel,
iets lager, maat zoveel enz.
.JViet gek" knikte Jozeph goed
keurend, „as de partij overeenstemt
met het monster... afijn".
We gaan verder.
„Karaktereigenschappen", vervolgde
de directeur mede-enthousiast. Het
scheen, dat hij hier node afstand
van kon doen.
„Lief, aanhalig, gewillig en steeds
bereid haar medemens in z'n moei
lijkheden tegemoet te komen".
Laat maar" zei Jozeph, „Reina
Sophia voldoet aan de hoogste eisen.
De rest zal ook wel in orde zijn".
Meteen werd maar vastgesteld de
datum van wederzijdse kennisma
king ter burele van het huwelijk
instituut. 't Werd een wederzijds
goedvinden en een maand later kon
Jozeph zijn lief, aanhalig, gewillig
en steeds bereidzijnde vrouwtje,
teder aan zijn hart koesteren.
Tot op zekere dag, meneer Jozeph
Hatkuijter het bureau van de huwe
lijksmakelaar binnenstoof. Hij wil
de gaarne nadere gegevens. Prima,
dat kon. De computerkaart werd
opgediept en Jozeph stelde enige
lastige vragen.
Karakter-eigenschappen lief, aan
halig, gewillig, steeds bereid haar
medemens in z'n moeilijkheden
tegemoet te komen".
„Juist" zei Jozeph, dat laatste even
in de gaten houden. Op welke
datum maakte ik hier voor 't eerst
Ach, natuurlijk hebben „alle Leeuwarders" hem gekend, want Marten Sinnema, visboer en jaren
lang lid van „de Patijntjes", was een zeer populaire figuur in de stad, die het bovendien op dit
ondermaanse nog wat langer uitgehouden heeft, dan de meeste stadgenoten dat plegen te doen:
hij is in '68 overleden, toen hij al de mooie leeftijd van negentig had bereikt!
Marten Sinnema was een broer van
Sippe Sinnema, die de oprichter is
geweest van wat eerst officieel het
Leeuwarder Muziekcorps heette,
maar dat al spoedig de Patijntjes,
werd genoemd, naar de toenmalige
burgemeester van Leeuwarden Pa-
tijn, een bijzonder gezien corps, dat
veel op straat speelde, maar ook bij
hardrijderijen wel voor de vrolijke
noot heeft gezorgd.
Ook Marten heeft, zolang de'Pa
tijntjes hebben bestaan, in dit be
faamde corps gespeeld en dat was
dan geen louter liefhebberij, maar
„bittere noodzaak" zoals hij ons
wel heeft verteld, want de handel in
vis leverde niet altijd voldoende op
om de magen te kunnen vullen van
de vrouw en zeven kinderen thuis.
Eerder was Marten Sinnema al een
kleine handelsman op de kippen-
markt geweest, maar de meeste
oudere stadgenoten zullen zich hem
herinneren als de man van de vis en
van die Patijntjes natuurlijk, want
het muzikale element heeft er bij
de Sinnema's altijd bijgehoord.
Als tienjarige, het was in 1888,
speelde de kleine Marten al op de
tamboerijn en ging hij met twee
oudere muzikanten naar Bergum
en Veenwouden om het volk daar
muzikaal op te vrolijken. Later
kreeg hij een slagwerk en daarna
kwam hij bij de Patijntjes, die eerst
in de Prinsentuin voor burgemeester
Patijn en commissaris Wesser „een
examen" moesten afleggen, eer ze
toestemming kregen de straat op
te gaan!
Een jaar of vijf geleden waren er
van deze vroegere Patijntjes nog
maar twee leden in leven, Marten
Sinnema en Pietje Brouwering, de
man van de klarinet. De. heer Sinne
ma is dus drie jaar geleden over
leden, of de heer Brouwering nog
leeft weten we niet.
met haar kennis? De kaart wijst
uit, 3 mei. Wat zijn we heden?
3 oktober. Oudergewoonte is het
verschil hiertussen 5 maanden; zegge
en schrijve, 5 maanden. En van
morgen werd ik, vergeef me 't
rijm, „ha-ha - papa, ra! ra!"
De directeur zweeg stille. Voelde
blijkbaar enige vochtigheid, wat
nattigheid. Een diepe rimpel plooide
zijn voorhoofd en hij dacht diep
na. Je hoorde als 't ware zijn herse
nen knarsen.
Sja, het ging hier uiteindelijk om
de eer vanne, vanne... computer.
„Natuurlijk" riep hij opgelucht uit,
Dat is het. Een zeer logische en
aannemelijke verklaring, kijk, U
heeft ongetwijfeld toch wel gehoord
van zevenmaands-kindjes. U weet
ook, dat zevenmaands-kindjes twee
maanden te vroeg geboren worden.
Welnu, 7 min 2 is vijf, ziet u? Heel
eenvoudig, alles O.K. Niks aan de
hand, hoor.
LIWADDER