PERSONEELSVERENIGING AGO JUBILEERT
Gijsie Linkmiegel verpraatte zich
't Begon met de inktmop
5
Brand in 'tsomerhuuske
't S^Cleine 3^-rantóje leeM iedereen
AT JE VANDAAG JE BEST DOE-
NE, KANNE JE HET MORGEN
MISKIEN BETER DOEN
WAT SMEEROLIE VOOR EEN
MESJIENE IS, BINNE GOEIE
MENIEREN VOOR DE MAAT-
SKAPPIJ, JE VOORKOMME ER
WRIEVING MET
EEN MEENS DIE 'T MORRES
VROEG ONTBIJT KAN DEUR
GIEN HONDERD HARDLOPERS
MEER INHAALD WUDDE
DE MEENSEN MUSTEN MINDER
PRATE MAR MEER DOEN
IEVER IS DE' RECHTER EN
VOLHARDING IS DE LINKER
HAN VAN JE SUCCES
AT JE DE DAG VAN VANDAAG
VERSPILLE MET JAMMERE
OVER GISTER SALLE JE DE
DAG VAN MORGEN VERSPILLE
MET JAMMERE OVER VAN
DAAG
WIET MEENT DAT NIKS DEUGT
DEUGT SELS NIET
NIET EEN IS SU ARM AT DE
MAN, DIE 'T NIKS WEGGEVE
KAN
WIET TEUGEN MOEITE OPSIET
SAL NOOIT WAT KRIJE, DAT
DE MOEITE WEERD IS
HE JIM WEL INNE GATEN WAT
DE ERGSTE FOUT IS? AT JE JE
NIET VAN FOUTEN BEWUST
BINNE
Gijsie Linkmiegel had een heel aar
dig riant somerhuuske kocht, voor
niet al te veul.
't Lag op een klein eilandsje, ergens
in de Friese meren. Om er te kom
men, must hij dus gebruuk make
van het daarbij behorende roeiboot-
sje, dat anne overziede inne vaste
wal lag. Nou, dat vond Gijsie hele
maal niet erg. Integendeel, roman
tisch zelfs. Maar wat hij wel erg
vond, dat was, dat dit mooie somer
huuske enkele gebreken vertoonde.
Bijna alle dakpannen waren of stuk
of der af; 't lekte dus as een teems.
De muren waren verinneweerd, de
vloer deur en deur vermolmd; kort
om, 't huuske verkeerde in deplora
bele toestand. Het restaureren su
hem een handvol geld kosten en,
onder ons gesegd en geswegen,
Gijsie had gien cent op sien melis.
,,'t Is wel goed versekerd", docht
ie bij sichself. ,,Stel je nouris voor,
dat moeke natuur mij es halverwege
tegemoetkwam, met een donder-
buike of so, met een enkel bliksem
straalsje of so... dan e... maar ja,
alles welbeschouwd, waarom su ik
oek op hur wachte mutte. Dat
meens het soaveul te doen, kan
vansels niet overal toegeliek weze
as ik nouris, nouris...
Afijn, dat nouris" gong deur.
Op een mooie zomermiddag toen er
veul drukte was op wal en water,
roeide Gijsie naar 't huuske, schar
relde der wat rond, stapte weer in
't bootsje en roeide terug.
En voordat ie selfs nog an wal was,
stond sien kostbaar besit in lichte
laaie.
De volgende dag gong ie naar het
kantoor van de brandverzekering.
,Maar hoe zou dat nou toch ge
komen 'zijn, meneer Linkmiegel"
zei de inspecteur „toch even te
voren was u er nog geweest".
„Tja", zei Gijsie, ,,'t is mij oek een
raadsel. Ik roeide terug en was bijna
an de vaste wal, toen de meensen
riepen, dat huuske op 't eilandsje
staat in brand. Toen keek ik om en
zag tot mien schrik dat het mien
huuske was".
„Zo, zo", zei de inspecteur, „toen
keek u om en toen pas zag u dat
het huisje brandde?"
„Zo is het" zei Gijsie.
,JVou meneer Linkmiegel" zei hij,
„mijn zienswijze is deze; en hij zag
Gijsie doordringend aan:
„Uw huisje ging mank aan een
euvel. U had de euvele moed een
euveldaad te begaan, die ik u thans
euvel duid; in dier voege althans,
dat ik het vermoeden heb van op
zettelijke brandstichting. En hier
mee heeft u uw recht op schade-
uitkering verspeeld.
Want, u hebt u m.il lelijk verpraat...
Zo, zo - maar hoe versprak Gijsie
Linkmiegel zich dan?
Wie het niet weet, vindt het ant
woord op pagina
LIWADDER
HET IS NU PRECIES VEERTIG JAAR GELEDEN, DAT DE PERSONEELSVERENIGING VAN DE ALGEMEENE FRIESCHE WERD OPGERICHT. VOOR 1931
EVENWEL HADDEN DE PERSONEELSLEDEN VAN DEZE MAATSCHAPPIJ OOK AL EEN GEZELLIGHEIDSVERENIGING; DAT WAS DE „BOOTCLUB DE
INKTMOP", WAARVAN NOG EEN AARDIGE FOTO UIT DE KAST IS GEKOMEN UIT HET JAAR 1925. OP SLECHTS ENKELE UITZONDERINGEN NA KUN
NEN WE ALLE NAMEN NOG NOEMEN. BOVENSTE RIJ; C. KOCH MET VERLOOFDE, VERLOOFDE MET J. DE JAGER, J. STIENSTRA, R. WAAIENBERG,
TWEEDE RIJ (STAANDE) V.L.N.R., J. SEMPLONIUS, J. VAN TIEL, MEJ. J. KEIZER, S. WARINGA, DRIE ONBEKENDEN, C. DE JONGH, E. HEINS, J. REIDIN-
GA, E. VISSER, R. KOOISTRA, J.L. NIEUWENKAMP, C. VAN DER HEYDE, C. WALDA, M. HOEN MET VERLOOFDE, A. ABMA. DERDE RIJ (ZITTEND): S.
KOSTER, J. MOLENAAR, MEVR. DIJKSTRA, MEVR. KEIKES, S. KEIKES, MEVR. WIERSMA, W. DE BRUIN MET ECHTGENOTE, MEVR. KOSTER, MEJ. BIJ-
KER, MEJ. WOUDSTRA, ONBEKENDE, MEVR. VAN DER HEYDE. VIERDE RIJ (OP DE GROND): J. BROUWER, F. VISSER, MEVR. TACOMA, H. TACOMA,
MEJ. VAN PERNIS, P. TOORNSTRA, G.A. DIJKSTRA, M. DE GEELE MET VERLOOFDE, A. V.D. VEEN, W. GREYDANUS MET VERLOOFDE, C. WIERSMA,
MEJ. JAGER, J. VELING, W. KAMP, MEJ. TERPSTRA, J. PIETERS, C. ASSELMAN, MEVR. WALDA, J. VISSER, H. DE VRIES. TENSLOTTE OP DE VOORGROND
HET BESTUUR VAN DE BOOTCLUB DE INKTMOP, DE HEREN N. DE BOER, J. TEN CATE, U. STIENSTRA EN N.H. AFMAN.
